Kwaliteit
PDF
Genereer PDF document
Behandeling van geagiteerd gedrag, subvraag nachtelijke onrust bij mensen met dementie
tab1
tab2
tab3
tab4
Uitgangsvraag + aanbeveling

Uitgangsvraag

Welke psychosociale of psychologische interventies, lichttherapie of psychofarmaca zijn werkzaam bij mensen met dementie en nachtelijke onrust?

Nachtelijke onrust is een slecht gedefinieerd begrip in de huidige praktijk en in de onderzoeksliteratuur naar interventies. Gemeenschappelijk kenmerk van de beschikbare omschrijvingen is geagiteerd gedrag in de nacht, zodat er minder geslapen wordt in de nacht dan gebruikelijk, en/of dat hierin onderbrekingen zijn. Bij mensen met dementie wordt er vanuit gegaan dat dit (eerder) ook andere gedragingen in de nacht tot gevolg heeft zoals ronddolen, roepen en anderen wakker maken (medebewoners en in de thuissituatie mantelzorgers). Te kort en/of onderbroken slapen is een probleem als de persoon in kwestie daarvan lijdensdruk ervaart en/of als dit tot risicovol of belastend gedrag leidt. Deze laatste toevoeging ‘als dit tot risicovol of belastend gedrag leidt’ lijkt nachtelijke onrust te onderscheiden van ‘gewone’ slaapproblemen waarvan alleen de persoon in kwestie lijden ondervindt. Echter, naar oorzakelijke relaties tussen slaapproblemen en gedragsproblemen bij mensen met dementie ontbreekt gericht onderzoek. Wel is bekend dat nachtelijke onrust tot uitputting bij de mantelzorg leidt en tot versnelling van opname. Bij de persoon in kwestie kent nachtelijke onrust cognitieve, affectieve en fysieke negatieve gevolgen.

Voor een geïsoleerd slaapprobleem wordt u verwezen naar de vigerende richtlijnen. Voor een slaapstoornis als onderdeel van agitatie en agressief gedrag overdag, wordt u verwezen naar het inhoudelijke deel hierover in deze richtlijn. Deze submodule beperkt zich tot het wetenschappelijke bewijs omtrent interventies met beoogde effecten op slaapduur, slaaponderbrekingen en daaraan gerelateerd probleemgedrag bij mensen met dementie.

Aanbevelingen

  • Doe een zorgvuldige multidisciplinaire probleemanalyse bij mensen met dementie en nachtelijke onrust en stem de interventie(s) hierop af.
     
  • Geef voorlichting over slaapveranderingen bij ouder worden en dementie en over slaaphygiënemaatregelen aan mensen met dementie en (mantel)zorgers.
     
  • Overweeg gebruik van toezichthoudende domotica voor signaleren van nachtelijke onrust bij mensen met dementie en het optimaliseren van adequate zorgverlening.
     
  • Maak bij nachtelijke onrust bij mensen met dementie een op de persoon en hypothese/analyse afgestemd interventieplan. Overweeg als elementen van dit plan interventies die aansluiten bij slaaphygiëne-aanbevelingen, zoals toename van lichaamsbeweging overdag (wandelen) en hogere blootstelling aan daglicht. Onderzoek welke ontspannende / arousalverlagende interventies voor het slapen gaan bij deze persoon passend zijn en neem deze op in het interventieplan. Bied ondersteuning bij het uitvoeren van dit plan aan (mantel)zorgers.
     
  • Gebruik geen lichttherapie bij nachtelijke onrust bij mensen met dementie.
     
  • Bij onvoldoende effect van niet-medicamenteuze interventies voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie en nachtelijke onrust kan gebruik van melatonine (dosering 2 mg; probeer uiterlijk na drie maanden af te bouwen) en trazodon (startdosering 25 mg; maximale dosering 50 mg; probeer uiterlijk na drie maanden af te bouwen) overwogen worden.

 

Voor de doseringstabel van de medicatie verwijzen we naar module doseringstabel psychofarmaca  

Brown DT, Westbury JL, Schüz B. Sleep and agitation in nursing home residents with and without dementia. Int Psychogeriatr 2015: 27: 1945-55.

Buysse, D. J., Reynolds, C. F. 3rd, Monk, T. H., Berman, S. R., & Kupfer, D. J. (1989). The Pittsburgh Sleep Quality Index: a new instrument for psychiatric practice and research. Psychiatry Research, 28(2), 193–213. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Camargos, E. F., Louzada, L. L., Quintas, J. L., Naves, J. O., Louzada, F. M., & Nobrega, O. T. (2014). Trazodone improves sleep parameters in Alzheimer disease patients: a randomized, double-blind, and placebo-controlled study. Am J Geriatr Psychiatry, 22(12), 1565–1574.

Dowling, G. A., Burr, R. L., Van Someren, E. J., Hubbard, E. M., Luxenberg, J. S., Mastick, J., & Cooper, B. A. (2008). Melatonin and bright-light treatment for rest-activity disruption in institutionalized patients with Alzheimer’s disease. J Am Geriatr Soc, 56(2), 239–246.

Fontana Gasio, P., Kräuchi, K., Cajochen, C., Van Someren, E., Amrhein, I., Pache, M., … Wirz-Justice, A. (2003). Dawn-dusk simulation light therapy of disturbed circadian rest-activity cycles in demented elderly. Exp Gerontol, 38(1–2), 207–216.

Hanning, R., Hardeman, F., Leeuw, J. van der, Linden, B. van der (2016). Ruim 50 alternatieven voor vrijheidsbeperking in de zorg. Een praktisch hulp- en inspiratiemiddel bij het afbouwen van vrijheidsbeperking. Vilans ISBN 978-90-8839-094-4. http://www.vilans.nl/docs/VerbeterwijzerVBM/Alternatievenbundel.pdf.

Harris, M., Richards, K. C., & Grando, V. T. (2012). The Effects of Slow-Stroke Back Massage on Minutes of Nighttime Sleep in Persons With Dementia and Sleep Disturbances in the Nursing Home A Pilot Study. Journal of Holistic Nursing, 30(4), 255-263.

McCurry, S. M., Pike, K. C., Vitiello, M. V, Logsdon, R. G., Larson, E. B., & Teri, L. (2011). Increasing walking and bright light exposure to improve sleep in community-dwelling persons with Alzheimer’s disease: results of a randomized, controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society, 59(8), 1393–1402. Comparative Study, Journal Article, Randomized Controlled Trial, Research Support, N.I.H., Extramural, Research Support, Non-U.S. Gov’t.

NCT00325728. (n.d.). A Double-Blind, Randomized, Placebo-Controlled Study of the Efficacy, Safety and Tolerability of 8 Week Treatment of Rozerem 8 mg (QHS) in Sleep Disturbed, Mild to Moderately Severe Alzheimer’s Disease Subjects. Www.takeda.com. Retrieved from http://www.takeda.com/research/ct/pdf/report/15_Ramelteon_01-05-TL-375-061_ClinicalTrialSynopsis_NCT00325728_en.pdf

Niemeijer, A., Depla M., Frederiks, B., Hertogh, C. (2012). Toezichthoudende domotica. Een handreiking voor zorginstellingen. VUMC.

Nowak. (2008). The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease. Dissertation Abstracts International, Section B:(69(6-B)), 1–154. Retrieved from https://books.google.nl/books?id=oRhAhshcCvEC&lpg=PR2&ots=uh5le5LFhl&dq=The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease&lr&hl=nl&pg=PA17#v=onepage&q=The effect of timed blue-green light on sleep-wake p

Serfaty, M., Kennell-Webb, S., Warner, J., Blizard, R., & Raven, P. (2002). Double blind randomised placebo controlled trial of low dose melatonin for sleep disorders in dementia. Int J Geriatr Psychiatry, 17(12), 1120–1127.

Singer, C., Tractenberg, R. E., Kaye, J., Schafer, K., Gamst, A., Grundman, M., … Thal, L. J. (2003). A multicenter, placebo-controlled trial of melatonin for sleep disturbance in Alzheimer’s disease. Sleep, 26(7), 893–901. Journal Article.

Sloane, P. D., Figueiro, M., Garg, S., Cohen, L. W., Reed, D., Williams, C. S., … Zimmerman, S. (2015). Effect of home-based light treatment on persons with dementia and their caregivers. Lighting Research & Technology (London, England : 2001), 47(2), 161–176. JOURNAL ARTICLE.

Tractenberg, R. E., Singer, C. M., Cummings, J. L., & Thal, L. J. (2003). The Sleep Disorders Inventory: an instrument for studies of sleep disturbance in persons with Alzheimer’s disease. Journal of Sleep Research, 12(4), 331–337. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Wade, A. G., Farmer, M., Harari, G., Fund, N., Laudon, M., Nir, T., … Zisapel, N. (2014). Add-on prolonged-release melatonin for cognitive function and sleep in mild to moderate Alzheimer’s disease: a 6-month, randomized, placebo-controlled, multicenter trial. Clin Interv Aging, 9, 947–961.

Literatuurreview

Literatuurconclusies psychologische en psychosociale interventies voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

laag GRADE

Er zijn enige aanwijzingen voor de effectiviteit van een wandelinterventie gecombineerd met psycho-educatie over slaapgedrag bij thuiswonende mensen met dementie.

 

laag GRADE

Er zijn er enige aanwijzingen voor de effectiviteit van een gecombineerd programma van psycho-educatie en coaching van mantelzorgers op verbetering van het slapen en vermindering van het aantal keren wakker worden bij thuiswonende mensen met dementie. De psycho-educatie en coaching gaan over slaapgedrag en hoe toename van wandelen en blootstelling aan licht te bewerkstelligen.

 

laag GRADE

Er is geen bewijs voor de effectiviteit op de slaapduur van een langzame rugmassage voorafgaand op het slapen bij verpleeghuisbewoners met matige tot ernstige dementie.

 


Literatuurconclusies lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

 

Laag GRADE

Er zijn geen aanwijzingen dat lichttherapie effectief is voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie.

 

Laag GRADE

Een verhoogd risico op het optreden van één of meer bijwerkingen bij lichttherapie kan niet worden aangetoond, noch uitgesloten.

 


Literatuurconclusies psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Antidepressiva

Laag GRADE

Er zijn beperkte aanwijzingen dat trazodon mogelijk effectief is tegen nachtelijke onrust bij mensen met de ziekte van Alzheimer.

 

Laag GRADE

Een verhoogd risico op het optreden van één of meer bijwerkingen bij het gebruik van trazodon kan niet worden aangetoond, noch uitgesloten.

 

Hypnotica

Laag GRADE

Er zijn enige aanwijzingen dat melatonine effectief is tegen nachtelijke onrust bij mensen met dementie.

 

Laag GRADE

Een verhoogd risico op bijwerkingen bij het gebruik van melatonine kan niet worden aangetoond, noch uitgesloten.

 

 

Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is literatuuronderzoek verricht naar de volgende vraagstelling(en):

 “Wat zijn de effecten op nachtelijke onrust van psychosociale en psychologische interventies en lichttherapie vergeleken met controle-interventie of gebruikelijke zorg en psychofarmaca vergeleken met placebo op nachtelijke onrust bij mensen met dementie?”

 

De bijbehorende zoekvraag (PICO) is:

  • P: mensen met dementie en nachtelijke onrust
  • I: psychosociale en psychologische interventies, lichttherapie en psychofarmaca
  • C: gebruikelijke zorg of controle-interventie voor psychosociale en psychologische interventies en lichttherapie of placebo voor psychofarmaca
  • O: reductie van nachtelijke onrust, percentage patiënten met een klinisch relevant effect (‘responders’), bijwerkingen en uitval.


Deze module beschrijft de resultaten van het onderzoek en de aanbevelingen die hieruit volgen. Meer informatie over de opzet van het literatuuronderzoek vindt u onder het tabblad ‘Verantwoording en Methode’.

Gevonden studies

Er is één SR naar agressie gevonden (O’Neil 2011), met daarin drie RCT’s naar slaap. Hiervan is er één geïncludeerd (McCurry, 2005). Daarnaast zijn zeventien RCT’s gevonden. Van zeven RCT’s is de volledige tekst gelezen en vervolgens zijn twee RCT’s geïncludeerd (Harris, 2012; McCurry, 2011). In één van de RCT’s zijn twee verschillende interventies onderzocht (McCurry 2011). Voor de geëxcludeerde studies en redenen van exclusie, zie exclusietabel in bijlage 1.1.

Kenmerken van geïncludeerde studies

Tabel 1 biedt een overzicht van kenmerken van de drie geïncludeerde RCT's. Hieronder volgt een korte beschrijving.


Zintuiglijke interventie
In de RCT van Harris (2012; n=40) werd een rugmassage onderzocht bij verpleeghuisbewoners met slaapproblemen. Hierbij werd uitgegaan van minder dan zeven uur ’s nachts slapen. Dit werd gemeten met een bewegingsmonitor, ook wel actigraaf of actimeter genoemd. Dit is een klein apparaat dat lichamelijke activiteit registreert en de patiënt 48 uur bij zich droeg. Deelnemers in de experimentele groep kregen een rugmassage waarbij langzame lange strijkbewegingen werden uitgevoerd. De auteur, tevens geriatrieverpleegkundige (practice nurse) en getraind in deze massagetechniek, voerde de interventie volgens protocol rond bedtijd uit in de slaapkamer van de bewoner gedurende drie minuten. Alle deelnemers kregen verder de gebruikelijke aandacht rond het slapen gaan. Na afloop van de interventie werd eveneens 48 uur een bewegingsmonitor gedragen. De uitkomsten betroffen het aantal minuten slaap, de duur van licht uit tot ontwaken en het percentage slapen.

 

Wandelinterventie met psycho-educatie en coaching
In de RCT van McCurry (2011) is de effectiviteit van wandelen op nachtelijke onrust onderzocht, bij 65 thuiswonende mensen met dementie . In de wandelgroep werd mantelzorgers geleerd toe te zien op dagelijks 30 minuten aaneengesloten wandelen. In de controlegroep gaven de begeleiders ondersteuning maar geen training of gerichte omgangsadviezen voor de slaapproblemen. Alle deelnemers kregen psycho-educatie over slaapveranderingen die gepaard gaan met het ouder worden, dementie en slaapmaatregelen. Alle mantelzorgers (zowel wandelgroep als controlegroep) kregen drie huisbezoeken van één uur (in week 1, 2 en 8) en twee korte telefonische gesprekken (weken 4 en 6). De begeleiders waren professionals in de zorg op masterniveau. De primaire uitkomstmaten waren minuten wakker zijn gedurende de nacht. Dit werd een week gemeten met een bewegingsmonitor (Micro-Mini Motionlogger actigraph) en een subjectieve maat voor slaapproblemen, de ‘Sleep disorder inventory’, ingevuld door de mantelzorger.

 

Multi-gecombineerde interventies met psycho-educatie en coaching
Twee RCT’s onderzochten effectiviteit van een combinatie van interventies bij nachtelijke onrust (McCurry, 2005; McCurry, 2011).

In 2005 onderzochten McCurry en collega’s een gedragsinterventie bij 36 thuiswonende mensen met lichte tot ernstige Alzheimerdementie en nachtelijke onrust volgens de NPI en hun mantelzorgers. De interventie was gericht op voorlichting over en gedragstherapeutische behandeling van nachtelijke onrust bij Alzheimer Dementie (‘NITE-AD‘). Bij aanvang kregen alle deelnemers (volwassen inwonende mantelzorgers) informatie over slaapgewoonten, leeftijdsgerelateerde veranderingen in slaapgedrag en tips om slaapgedrag bij mensen met dementie te verbeteren. Aan allen werd gevraagd of zij het slaapgedrag wilden verbeteren. Vervolgens kregen mantelzorgers in de interventiegroep een uitgebreid slaap-educatieprogramma over een goede nachtrust (adviezen slaaphygiëne). Ook kregen zij een training in vaardigheden om nachtelijke onrust te hanteren en te zorgen dat de persoon met dementie overdag voldoende activiteiten had (dagelijks een half uur wandelen) en werd blootgesteld aan licht (zoveel mogelijk wandelen bij daglicht en vanaf de derde week een extra lichtbak (2500 lux) die drie uur voor het slapengaan werd gebruikt). In de eerste drie weken vond wekelijks een sessie plaats, gevolgd door een sessie om de twee weken (gedurende zes weken) om de interventie te monitoren en zo nodig bij te sturen. Het trainingsprogramma was op de mantelzorger en de persoon met dementie afgestemd, rekening houdend met voorkeuren en gewoontes. In de controlegroep kregen de deelnemers algemene adviezen over dementie en mantelzorgondersteuning en werden de mantelzorgers aangemoedigd om één uur per dag een activiteit met hun naaste te ondernemen. Alle deelnemers kregen bij hen thuis zes sessies van één uur in een periode van twee maanden. De interventies werden geprotocolleerd uitgevoerd door een ouderenpsycholoog. Deze RCT had een duur van acht weken. De effectiviteit op het slaap-waakritme werd gemeten met een bewegingsmonitor (actigrafie pols; merk Actillume). Het risico op bias was matig, zie bijlage 2.1.

 

In de studie van McCurry uit 2011 is een combinatietherapie (NITE-AD) gericht op slaapproblemen vergeleken met een controleconditie bij 66 thuiswonende ouderen met lichte tot ernstige Alzheimerdementie. De combinatietherapie bestond uit: 1) een geïndividualiseerd slaapplan met slaaphygiënemaatregelen, 2) dagelijks 30 minuten aaneengesloten wandelen en 3) lichttherapie (één uur/dag; 2500 lux; volledig spectrum). Overigens kreeg ook een groep psycho-educatie en coaching met een wandelinterventie (zie hierboven) of met een lichtinterventie met (zie literatuur lichttherapie). De groep met de NITE-AD combinatietherapie kreeg zes huisbezoeken van een uur (vier elke week en daarna twee om de week) waarin het individueel slaapplan werd opgesteld en het wandelprogramma en de lichttherapie ingevoerd. In de controlegroep ontvingen de mantelzorgers drie huisbezoeken van één uur (in week 1, 2 en 8) en twee korte telefonische gesprekken (weken 4 en 6). Daarin gaven de begeleiders alleen ondersteuning maar geen training of gerichte omgangsadviezen voor de slaapproblemen. Alle deelnemers kregen folders over slaapveranderingen die gepaard gaan met het ouder worden en dementie en slaapmaatregelen. De begeleiders waren professionals in de zorg op masterniveau. De trial duurde acht weken en de primaire uitkomstmaten waren minuten wakker zijn gedurende de nacht (een week gemeten met een bewegingsmonitor (Micro-Mini Motionlogger actigraph) en een subjectieve maat voor slaapproblemen, de ‘Sleep disorder inventory’, ingevuld door de mantelzorger.

 

Tabel 1. Kenmerken en kwaliteit van trials over psychosociale interventies voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

 

Publicatie

Therapie

Setting

Dementie (ernst; type)

Nachtelijke onrust (ernst; criteria)

N (I/C)

Duur

trial

Meetinstrument; follow-up

Kwaliteit opzet en uitvoering1

Zintuiglijke interventies

Harris 2012

Rugmassage

Instelling

Matig ernstige dementie

Personeel meldde bewoners aan en vervolgens gecheckt: <7 uur nachtrust (bewegingsmonitor)

40 (20/20)

48 uur (2 sessies van 3 min.)

Bewegingsmonitor (pols), posttest (48 uur monitoring)

2/6

Wandelinterventie met psycho-educatie en coaching

McCurry 2011

Wandelen en psycho-educatie en coaching

Thuiswonend

AD

>2 slaapproblemen gedurende meerdere keren per week (Sleep Disorders Inventory)

65 (32/33)

2 mnd

Bewegingsmonitor (pols); Posttest (1 week monitoring) en vier maanden later

4/6

Multi-gecombineerde interventies met psycho-educatie en coaching

McCurry 2005

Gedragsinterventie en educatie (NITE-AD)

Thuiswonend

AD

>2 slaapproblemen gedurende >3 x per week (NPI)

36 (17/19)

2 mnd (6 sessies)

Bewegingsmonitor (pols) en SDI; Posttest (1 week monitoring) en vier maanden later

4/6

McCurry 2011

Combinatie (wandelen, licht, slaaphygiëne, psycho-educatie, coaching) (NITE-AD)

Thuiswonend

AD

>2 slaapproblemen gedurende meerdere keren per week (Sleep Disorders Inventory)

66 (33/33)

2 mnd

Bewegingsmonitor (pols); Posttest (1 week monitoring) en vier maanden later

4/6

1 Gescoord volgens de 6 domeinen van de Cochrane Risk of Bias tool 2.0 (score 0-6), waarbij een hogere score een hogere kwaliteit weergeeft en minder risico op bias en overschatting van het behandeleffect (zie tabblad ‘Verantwoording en methode’ voor details over deze beoordeling). AD=Alzheimer dementie; SDI= Sleep Disorders Inventory.

 

Resultaten en bewijskracht

Zintuiglijke interventie
In de intramurale studie van Harris (2012) is de duur van de slaap onder 40 deelnemers die een rustige rugmassage voor het slapen gaan ontvingen met gemiddeld 46 minuten toegenomen. Bij degenen die de gebruikelijke zorg kregen was er een toename in slaapduur van tien minuten. Uit de ANOVA bleek dit verschil in slaapduur niet significant (p=0,18). Naast slaapduur werden evenmin significante verschillen gevonden op andere slaapuitkomsten, zoals percentage van de tijd in bed slapen (p=0,26) en snelheid van in slaap vallen nadat het licht uit is (p=0,99). De effectgroottes (SMD) kunnen niet worden berekend doordat onvoldoende gegevens zijn gepresenteerd.

 

Wandelinterventie met psycho-educatie en coaching
In de studie van McCurry (2011) bij 65 thuiswonende mensen met dementie, was de gecombineerde wandelinterventiegroep (n=32) ‘s nacht significant minder lang wakker (33 minuten) dan de controlegroep (n=33)(SMD= -0,50; 95% BI: -0,99 tot -0,01; p=0,05). Op de subjectieve uitkomstmaat (‘Sleep disorders inventory’) werd geen significant verschil gevonden tussen wandelen en de controlegroep (SMD= -0,27; 95% BI: -0,76 tot 0,22). Dit geldt ook voor het slaappercentage (SMD= -0,44; 95% BI: -0,93 tot 0,05) en aantal keren wakker worden (SMD= -0,46; 95% BI: -0,95 tot 0,04).

 

Multi-gecombineerde interventies met psycho-educatie en coaching
De twee studies (McCurry 2005 en 2011) naar gecombineerde interventies tonen een significante daling in de tijd dat men ‘s nachts wakker lag (gepoolde SMD= -0,59; 95% BI: -0,99 tot -0,19) en nam het percentage van de tijd dat mensen sliepen uit de tijd dat zij in bed lagen toe (gepoold percentage = 56%; 95% BI: 17% tot 96%). Bovendien was het aantal keren wakker per nacht significant gedaald (gepoolde SMD= -0,44; 95% BI: -0,83 tot -0,04). Op de subjectieve ‘Sleep disorder inventory’ werden geen significante effecten gevonden.

In de eerste studie van McCurry (2005) waren 36 thuiswonende mensen met dementie die deelnamen aan de ‘NITE-AD interventie’ in vergelijking met de controlegroep significant minder lang 's nachts wakker (SMD= -0,53; 95% BI: -1,20 tot 0,13). Er was geen verschil in hoe vaak de deelnemers per nacht wakker werden (SMD= -0,62; 95% BI: -1,29 tot 0,05) of in het percentage van de tijd dat zij sliepen (SMD= -0,46; 95% BI: -1,13 tot 0,20). De effecten hielden tot zes maanden follow-up aan. Hoewel alleen mensen met dementie zijn geïncludeerd waarvan de mantelzorgers van te voren hebben aangegeven dat hun naaste meerdere nachten per week slaapproblemen ervoer, kon deze in de voormeting niet bij iedereen objectief worden vastgesteld. Omdat er ook mensen zonder nachtelijke onrust hebben deelgenomen aan de studie is de bewijskracht afgewaardeerd voor indirectheid.

De studie van McCurry in 2011 bij 66 thuiswonende mensen met dementie, toont bij de gecombineerde interventie (NITE-AD) een significante daling van 40 minuten ’s nachts wakker zijn ten opzicht van de controlegroep (SMD=-0,62; 95% BI: -1,12 tot -0,12). Ook het deel van de tijd dat mensen sliepen steeg significant (SMD = -0,62; 95% BI: -1,11 tot -0,12). Er werd geen significant verschil gevonden tussen de gecombineerde interventie en de controlegroep in het aantal keren dat men wakker werd (SMD= -0,34; 95% BI: -0,83 tot 0,14) of op de subjectieve uitkomstmaat ‘Sleep disorders inventory’ (SMD= -0,27; 95% BI: -0,75 tot 0,22).

 

Tabel 2. Evidenceprofiel over psychologische en psychosociale interventies voor nachtelijk onrustig gedrag bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

 

Psychologische en sociale interventies

Trials (N)

Kwaliteit van het bewijs

n/N per groep

Behandeleffecten*

Algemene beoordeling

Vertekend1

inconsistent

indirect

Niet precies2

Publicatie bias

Interventie

Standaard zorg

SMD [95% BI] of OR [95% BI]

Zintuiglijke interventie (Harris, 2012)

Slaaptijd (nighttime sleep)

1

ja

nvt

nvt

nvt

nvt

20/20

20/20

I= +46 min.; C= +10 min.; p=0,18

zeer laag

Slaap (%) (sleep efficiency)

1

ja

nvt

nvt

nvt

nvt

20/20

20/20

I= +13.8%; C= +9,7%; p=0,26

zeer laag

Duur van slapeloze periodes (tijd) (wake after sleep onset)

1

ja

nvt

nvt

nvt

nvt

20/20

20/20

p=0,65

zeer laag

Uitval

1

ja

nvt

nvt

nvt

nvt

 0/20

0/20

OR=nvt

zeer laag

Wandelinterventie met psycho-educatie en coaching (McCurry, 2011)

Nachtelijk waken (tijd)

1

ja

nvt

 Nee

nvt

nvt

27/32

29/33

SMD= -0,50 [-0,99, -0,01]

zeer laag

Sleep disorder inventory

1

ja

nvt

Nee

nvt

nvt

27/32

29/33

SMD= -0,27 [-0,76; 0,22]

zeer laag

Slaap (%)

1

ja

nvt

Nee

nvt

nvt

27/32

29/33

SMD= -0,44 [-0,93; 0,05]

zeer laag

Aantal keren wakker worden (n)

1

ja

nvt

Nee

nvt

nvt

27/32

29/33

SMD= -0,46 [-0,95; 0,04]

zeer laag

Uitval

1

ja

nvt

Nee

nvt

nvt

5/32

2/33

OR= 2,87 [0,51; 16,01]

zeer laag

Multi-gecombineerde interventie (McCurry, 2005 + 2011)

Nachtelijk waken (tijd)

2

ja

nee

Ja*

nee

nee

41/50

46/52

SMD= -0,59 [-0,99; -0,19]

laag

Sleep disorder inventory

1

ja

nvt

Ja*

nee

nee

 28/33

 31/33

SMD= -0,27 [-0,75; 0,22]

zeer laag

Slaap (%)

2

ja

nee

Ja*

nee

nee

41/50

46/52

SMD= -0,56 [-0,96; -0,17]

laag

Aantal keren wakker worden (n)

2

ja

nee

Ja*

nee

nee

41/50

46/52

SMD= -0,44 [-0,83; -0,04]

laag

Uitval

 

 

2

ja

nee

Ja*

nee

nee

8/50

4/52

OR=2,30 [0,64; 8,28]

 laag

* niet alle deelnemers hadden slaapproblemen (ondanks inclusiecriterium; McCurry2005)

  

 

Gevonden studies

Er werden twee meta-analyses en 34 RCT’s op volledige tekst beoordeeld. Hiervan voldeden vijf RCT’s aan onze selectiecriteria: McCurry (2011), Dowling (2008), Nowak (2008), Fontana-Gasio (2003) en Sloane (2015). Laatstgenoemde leverde geen bruikbare data, doordat de resultaten vóór cross-over niet apart waren gerapporteerd. De overige studies zijn weergegeven in de exclusietabel, zie bijlage 1.2.

Kenmerken en kwaliteit van geïncludeerde studies naar lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Tabel 3 geeft een overzicht van de kenmerken en kwaliteit van de vier geïncludeerde studies.

Twee van de vier RCT’s naar lichttherapie hadden een interventie van volledig spectrum licht (natuurlijk lichtspectrum) met een intensiteit van 2.500 lux gedurende een uur. Bij één RCT werd dit alleen gegeven wanneer bij de gangbare lichtblootstelling deze norm niet werd gehaald (Dowling, 2008); bij de andere studie werd de interventie ongeacht andere blootstelling gegeven (McCurry, 2011). Bij één RCT kregen patiënten een individuele zonneklep met ingebouwd blauwgroen licht met een intensiteit van 12.000 lux (Nowak, 2008). Deze werd gedurende een half uur gedragen. Alle deelnemers in deze studie waren vrouwen. Ook was er een trial met een lichtsimulatie van zonsopgang en zonsondergang, waarbij de lamp met een intensiteit tot 210 lux achter het bed werd gemonteerd (Fontana-Gasio, 2003). De interventie in de controlegroepen bestond uit gebruikelijk licht (Dowling, 2008; McCurry, 2011) of rood licht (Fontana-Gasio, 2003, Nowak 2008).


Studiepopulaties varieerden in ernst van dementie van licht tot ernstig en bestonden vooral uit patiënten met de ziekte van Alzheimer die volgens personeel of de SDI (‘Sleep disorders inventory’, het item ‘slaap’ van de NPI) last hadden van nachtelijke onrust. De omvang van de populaties varieerde van dertien tot 67 deelnemers. Hoewel alle studies patiënten met nachtelijke onrust bij mensen met dementie hadden geselecteerd, was er slechts één studie die een reductie in deze nachtelijke onrust als uitkomst rapporteerde (McCurry, 2011). Deze trial gebruikte de NPI-subschaal over nachtelijke onrust. Alle vier studies gebruikten actimetrie om het effect van lichttherapie bij nachtelijke onrust te meten. Deze resultaten zijn gepoold. Het risico op bias van deze trials was over het algemeen matig, waarbij aangemerkt moet worden dat blindering van de uitkomstbeoordelaar bij lichtinterventies weliswaar een probleem is, maar dat meting met actigrafie ongevoelig is daarvoor.

 

Tabel 3. Kenmerken en kwaliteit van geïncludeerde RCT’s naar lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie  

Vergroot tabel

 

Publicatie

licht (intensiteit; spectrum)

Blootstelling (duur)

Setting

Dementie (ernst; type )1

Nachtelijke onrust (ernst; criteria)2

N

Trialduur, weken

Meetinstrument2

Kwaliteit opzet en uitvoering3

Lichttherapie

McCurry 2011

2500 lux; volledig spectrum

1 uur/dag

thuis

licht – ernstig; AD

SDI en actigrafie

67

8

SDI + actigrafie

4/6

Dowling 2008

min. 2500 lux omgevingslicht, indien nodig aangevuld met lamplicht

1 uur/dag

instelling

licht – ernstig; AD

personeel

35

10

actigrafie

3/6

Nowak 2008

12.000 lux; blauw-groen licht

half uur/dag

instelling

ernstig; AD, enkel vrouwen

personeel

20

2

actigrafie

3/6

Fontana-Gasio 2003

simulatie van zonsopgang en –ondergang, tot 210 lux

gelijk aan lokale schemerduur

instelling

licht - ernstig; AD, VaD en andere

personeel

13

3

actigrafie + NPI

2/6

AD: Alzheimer dementie; VaD: Vasculaire dementie; SDI: Sleep Disorders Inventory, 7 items, range 0 – 84, waarbij een hogere score een hogere ernst en/of frequentie betekent (Tractenberg 2003); NPI: Neuropsychiatric Inventory.

 

 

Resultaten en bewijskracht over effectiviteit van lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Tabel 4 toont het evidenceprofiel met de resultaten en bewijskracht over effectiviteit van de geïncludeerde studies.


McCurry (2011) rapporteerde een niet statistisch significant gemiddeld verschil van -0,3 tussen de groepen na acht weken op de NPI-subschaal voor slaapstoornissen (baselinescore gemiddeld 1,1). De actigrafiedata uit alle vier trials gaven een gepoolde gemiddelde totale slaaptijd in de interventie versus controlegroep van -18 minuten (95% BI: -86 tot 51) en het aantal wakkere episoden 0,4 (95% BI: -3,3 tot 4,1).

Resultaten en bewijskracht over bijwerkingen van lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

McCurry (2011) rapporteerde geen ernstige bijwerkingen. Nowak rapporteerde dat een patiënt met een geschiedenis van vallen tijdens behandeling met lichttherapie enkele malen viel en de behandeling gestaakt werd. De andere twee trials vermeldden niet of en welke bijwerkingen er waren.

Resultaten en bewijskracht over uitval bij lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Slechts één trial rapporteerde uitval (McCurry, 2011): hier vielen vijf van de 34 patiënten in de interventiegroep uit versus twee van de 33 in de controlegroep (OR=2,7 (95% BI: 0,5 tot 14,9); risicoverschil=9% (95% BI: -6 tot 23%); NNH=11 (95% BI: -17 tot 4).

 

Tabel 4. Evidenceprofiel over lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

Behandeling

 uitkomst

N trials

Kwaliteit van het bewijs

n1/ N per groep

Behandeleffecten

Algemene beoordeling

Vertekend2

inconsistent

Indirect

Niet precies3

Publicatie bias

licht

controle

MD3, min. [95% BI]

OR

[95% BI]

ARR4

[95% BI]

Lichttherapie

symptomen

4

nee

nee

Nee

ja

nee

71

64

-18 [-86; 51]

 

 

laag

klinisch relevante respons

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

>=1 bijwerkingen

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

uitval

1

nee

n.v.t.

Nee

ja

ja

5/34

2/33

 

2,7 [0,5; 14,9]

9%[-6; 23%]

laag

 

 

Gevonden studies

Er werden twaalf meta-analyses en 34 RCT’s op volledige tekst beoordeeld. Zes (systematische reviews van) RCT’s voldeden aan de selectiecriteria, waarvan één over trazodon (Camargos, 2014) en vijf over hypnotica (NCT00325728; Dowling, 2008; Singer, 2003; Serfaty, 2002; en Wade, 2014). Overige publicaties zijn weergegeven in de exclusietabel, zie bijlage 1.3.

Kenmerken en kwaliteit van geïncludeerde studies

Tabel 5 geeft een overzicht van de kenmerken en kwaliteit van de geïncludeerde RCT’s.


Antidepressiva
Er was één RCT met 50 mg trazodon (een dosering die onder de gebruikelijke antidepressieve dosering ligt) bij 36 thuiswonende patiënten met lichte tot matige ziekte van Alzheimer en zonder depressie. De RCT had een duur van twee weken en de effectiviteit werd gemeten met behulp van actimetrie. Het risico op bias was hoog, zie tabel 2.3.

 

Hypnotica
In vier RCT’s werd melatonine onderzocht. In twee daarvan was naast de melatonine- en placebo-interventie voor beide armen een lichtinterventie uitgevoerd: twee uur daglicht (Wade, 2014) en omgevingslicht aangevuld met lichttherapie (Dowling, 2008). Melatoninedoseringen varieerden van twee tot tien mg en hadden deels een vertraagde/gereguleerde afgifte. Studiepopulaties in de vier RCT’s varieerden tussen lichte en ernstige dementie, waarvan drie alleen patiënten met de ziekte van Alzheimer betroffen. In omvang liepen de RCT’s uiteen van dertien tot 157 patiënten en in duur van twee tot twaalf weken. Van drie trials zijn actigrafiedata beschikbaar en van twee vragenlijsten. Het risico op bias was steeds matig tot hoog, zie tabel 2.3.

 

Tabel 5. Kenmerken en kwaliteit van geïncludeerde RCT’s naar psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

 

Publicatie

Medicijn

Dosis

Setting

Dementie (ernst; type)1

Nachtelijke onrust (ernst; criteria)2

N

Trialduur, weken

Meetinstrument2

Kwaliteit opzet en uitvoering

Antidepressiva

Camargos 2014

trazodon

50 mg

thuis

licht – matig; AD

volgens patiënt en mantelzorger

(NPI-S >=2)

36

2

actigrafie

2/6

Hypnotica

NCT00325728

ramelteon

8 mg

NG

licht – matig; AD

volgens personeel + actigrafie

74

8

actigrafie

2/6

Dowling 2008

melatonine3

5 mg

instelling

ernst NG; AD

volgens personeel

33

10

actigrafie

3/6

Singer 2003

melatonine

2,5 mg gereguleerde afgifte

10 mg

instelling + thuis

licht – ernstig; AD

volgens actigrafie + SDI

157

10

actigrafie

2/6

Serfaty 2002

melatonine

6 mg vertraagde afgifte

instelling + thuis

matig – ernstig; DSM-IV dementia

volgens personeel/mantelzorger

44

2

actigrafie + vragenlijsten

3/6

Wade 2014

Melatonine4

2 mg Gereguleerde afgifte

thuis

licht – matig; AD

volgens PSQI en slaapdagboek

13

12

PSQI

2/6

1 AD: ziekte van Alzheimer; NG: niet gerapporteerd

2 SDI: Sleep Disorders Inventory, vragenlijst afgeleid van de NPI en ontwikkeld voor deze trial (Singer 2003)

PSQI: Pittsburgh Sleep Quality Index, 10 vragen, range 0 tot 21, een hogere score betekent slechtere slaap (Buysse 1989)

3 de melatonine- en placebogroep ontvingen ook lichttherapie

4 de melatonine- en placebogroep ontvingen ook buitenlicht therapie

 

 

Resultaten en bewijskracht over effectiviteit van psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Tabel 6 toont het evidenceprofiel met de resultaten en bewijskracht over effectiviteit van de geïncludeerde studies. Forest plots zijn te vinden in bijlage 3.

 

Antidepressiva 
Uit actigrafische metingen bleek trazodon de nachtelijke totale slaapduur, die op baseline rond de vijf uur lag, met 42 minuten te verlengen vergeleken met placebo [95% BI: 1 tot 84 minuten]. De kans op een klinisch relevante respons van minimaal een half uur extra nachtelijke slaap zijn berekend uit de gegeven data: OR 2,16 (95% BI: 0,54 tot 8,57) en risicoverschil 18% (95% BI: -13% tot 49%; NNT=5,6)

 

Hypnotica
Vier van de vijf RCT’s hebben actimetrie gebruikt (NCT00325728; Dowling, 2008; Singer, 2003; Serfaty, 2002). In onze meta-analyse nam de slaapduur van de melatonine/ramelteongroep versus de placebogroep 21 minuten toe (95% BI: 5 tot 38 minuten) maar de deelnemers waren gemiddeld even vaak wakker (verschil van 0; 95% BI: -10 tot 10). Opvallend was dat de resultaten in de RCT waarbij melatonine (of placebo) werd toegevoegd aan de lichttherapie, de resultaten tegengesteld waren (kortere slaapduur, vaker wakker) aan die in de andere trials (Dowling, 2008).

Twee trials (NCT00325728; Serfaty, 2002) rapporteerden daarnaast resultaten van vragenlijstonderzoek bij personeel en mantelzorgers. Beiden vonden geen verschil op nachtelijke onrust, respectievelijk slaapkwaliteit.

Resultaten en bewijskracht over bijwerkingen van psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie

Antidepressiva
Het risico op het optreden van minimaal één bijwerking bij gebruik van trazodon voor nachtelijke onrust was in deze RCT van 36 patiënten niet verhoogd (OR= 0,49; 95% BI: 0,11 tot 2,16; risicoverschil= -14%; 95% BI: -43% tot 15%). Er was een niet significant verhoogd risico op diarree (OR=2,84; 95% BI: 0,11 tot 74,42; risicoverschil=5%; 95% BI: -9% tot 19%).

 

Hypnotica
Uit twee RCT’s (NCT00325728 en Singer 2003) konden data worden geëxtraheerd over het optreden van één of meer bijwerkingen voor een meta-analyse. Deze gaf geen significant verschil: OR 3,1 (95% BI: 0,68 tot 14,27) en risicoverschil van 26% (95% BI: -11% tot 62%; NNH=4).

 

Resultaten en bewijskracht over uitval


Antidepressiva
De kans op uitval was in de trazodontrial niet significant verhoogd (OR=2,00; 95% BI: 0,32 tot 12,62; risicoverschil=9%; 95% BI: -15% tot 33%; NNH=11).

 

Hypnotica
Uitval was in NCT00325728 en Singer 2003 gerapporteerd, waardoor deze kon worden gepoold. Dit gaf als resultaat geen significant verschil in uitval tussen interventie en placebo (OR=0,78; 95% BI: 0,30 tot 2,04; risicoverschil= -20%; 95% BI: -10% tot 6%).

 

Tabel 6. Evidenceprofiel over psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

 

Medicatiegroep

 uitkomst

N trials

Kwaliteit van het bewijs

n1/ N per groep

Behandeleffecten

Algemene beoordeling

 

 

Vertekend2

inconsistent

Indirect

Niet precies3

Publicatie bias

medicatie

placebo

MD3

[95% BI]

OR

[95% BI]

ARR4

[95% BI]

Antidepressiva (trazodon)

symptomen

1

ja

n.v.t.

Nee

nee

nee

15/19

15/17

NG

 

 

laag

klinisch relevante respons

1

ja

n.v.t.

Nee

nee

nee

9/19

5/17

 

2,16 [0,54; 8,57]

18% [-13%; 49%]

laag

>=1 bijwerkingen

1

ja

n.v.t.

Nee

nee

nee

4/19

6/17

 

0,49 [0,11; 2,16]

-14% [-43%; 15%]

laag

uitval

1

ja

n.v.t.

Nee

nee

nee

4/19

2/17

 

2,00 [0,32; 12,62]

9% [-15%; 33%]

laag

Hypnotica (ramelteon, melatonine)

symptoomreductie

4

ja

ja

nee

nee

nee

164/164

124/124

21 min. langere slaap [5; 38 min.]

even vaak wakker [-10; 10]

 

 

laag

klinisch relevante respons

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

>=1 bijwerkingen

2

nee

nee

Nee

nee

ja

105/136

50/95

 

3,11* [0,68; 14,27]

26% * [-11%; 62%]

matig

uitval

2

nee

nee

Nee

nee

ja

9/136

9/95

 

0,78* [0,30; 2,04]

-20%* [-10%; 6%]

matig

Overige medicatie: geen trials

Afkortingen: MD = mean difference (verschil tussen groepen in minuten slaap), OR = odds ratio, ARR = Absolute Risico Reductie, BI = betrouwbaarheidsinterval, NG = niet gerapporteerd.

1 n= aantal participanten waarvan data beschikbaar waren voor de uitkomst symptoomreductie, dan wel het aantal participanten met een klinische relevante respons, met >= 1 bijwerkingen, of die uitvielen;

2 = hoge risk of bias;

3 = grote onzekerheid rondom geschatte effect (= BI te breed) door te kleine trials;

4 NNT = 100/ ARR voor respons, en NNH= 100/ ARR voor >= bijwerkingen

* Op basis van een random model

 

Bijlage 1.1 Exclusietabel psychosociale en psychologische interventies voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie  

Vergroot tabel

Referentie

Reden van exclusie

Primaire studies (RCT’s) voor nachtelijk onrustig gedrag

 

Connell, B. R., Sanford, J. A., & Lewis, D. (2007). Therapeutic effects of an outdoor activity program on nursing home residents with dementia. Journal of Housing for the Elderly, 21(3-4), 194-209.

Geen specifieke indicatie nachtelijke onrust

McCurry, S. M., Gibbons, L. E., Logsdon, R. G., Vitiello, M., & Teri, L. (2003). Training Caregivers to Change the Sleep Hygiene Practices of Patients with Dementia: The NITE‐AD Project. Journal of the American Geriatrics Society, 51(10), 1455-1460.

Geen effectstudie (haalbaarheidsstudie)

McCurry S.M., Logsdon R.G., Gibbons L.E., Vitiello M.V., & Teri L. (2006) Behavioral treatment for sleep disturbances in Alzheimer's disease: The NITE-AD study. Research and Practice in Alzheimer's Disease (11), 341-346.

Doublure McCurry 2005

Middleton, L., Goodson, W., Poelke, G., Santos-Modesitt, W., Yaffe, K., & Barnes, D. (2012). Impact of a 12-week exercise intervention on noncognitive outcomes in sedentary elders with cognitive complaints or MCI: Findings from the MAX Trial. Alzheimer's & Dementia, 8(4), P146.

Conferentie-abstract

Rodríguez-Mansilla, J., González-López-Arza, M. V., Varela-Donoso, E., Montanero-Fernández, J., Jiménez-Palomares, M., & Garrido-Ardila, E. M. (2013). Ear therapy and massage therapy in elderly people with dementia a pilot study. Journal of Traditional Chinese Medicine, 33(4), 461-467.

Geen specifieke indicatie nachtelijke onrust

Systematische reviews voor nachtelijk onrustig gedrag

----

O'Neil, M. E., Freeman, M., Christensen, V., Telerant, R., Addleman, A., & Kansagara, D. (2011). A systematic evidence review of non-pharmacological interventions for behavioral symptoms of dementia. Washington, DC: Department of Veterans Affairs.

 

Waarvan twee RCT's gericht op nachtelijke onrust:

 

Alessi, C. A., Yoon, E. J., Schnelle, J. F., Al‐Samarrai, N. R., & Cruise, P. A. (1999). A randomized trial of a combined physical activity and environmental intervention in nursing home residents: do sleep and agitation improve?. Journal of the American Geriatrics Society, 47(7), 784-791.

Van de 3 RCT’s zijn er 2 geëxcludeerd

 

 

 

 

Geen specifieke indicatie nachtelijke onrust

Alessi, C. A., Martin, J. L., Webber, A. P., Cynthia Kim, E., Harker, J. O., & Josephson, K. R. (2005). Randomized, controlled trial of a nonpharmacological intervention to improve abnormal sleep/wake patterns in nursing home residents. Journal of the American Geriatrics Society, 53(5), 803-810.

Niet op dementie geïncludeerd

 

Bijlage 2.1. Risk-of-bias psychosociale en psychologische interventies 

 

Vergroot tabel

 

 

1. randomisatie-proces

2.

afwijkingen van beoogde interventie

3.

ontbrekende uitkomsten

4. uitkomstmetingen

5.

selectieve rapportage

6.

overig

totaal aantal items zonder bias

McCurry 2005

Wel bias1.1

Wel bias1.2

Geen bias

Geen bias

Geen bias

Geen bias

4/6

McCurry 2011

Geen bias

Wel bias2.2

Geen bias

Wel bias2.3

Geen bias

Geen bias

4/6

Harris 2012

Wel bias3.1

Wel bias3.2

Geen bias

Geen bias

Wel bias3.3

Wel bias3.4

2/6

Onduidelijk /geen bias/ wel bias; 1-2 = matig, 3-4 = redelijk, 5-6 = goed.

 

Noten:

1.1. wel random numbers, geen info over sealed envelopes

1.2. geen blindering zorg

1.3. ITT

1.4. (de bewegingsmonitor is niet de standaard voor slaapmonitoring)

2.1. random sequence numbers and concealed enveloppes

2.2. geen blindering zorg; niet alle sessie gevolgd

2.3. ITT

2.4. bewegingsmonitor niet altijd gebruikt, sleep disorders subjectief

3.1. Random numbers table, geen sealed envelop

3.2. Interventie door onderzoeker/ auteur

3.3. Geen uitval

3.4. Geen bias (bewegingsmonitor)

3.5. Niet alle resultaten gepresenteerd (gem uitkomsten, SDs, sign)

3.6. Wel bias (storende factor andere bewoners, vph regime; info over deze beïnvloedende factoren zijn niet gerapporteerd)

 

 

 

Bijlage 1.2 Exclusietabel lichttherapie voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Vergroot tabel

Referentie

Reden van exclusie

Primaire studies

 

Ancoli-Israel, S., Martin, J. L., Kripke, D. F., Marler, M., & Klauber, M. R. (2002). Effect of light treatment on sleep and circadian rhythms in demented nursing home patients. Journal of the American Geriatrics Society, 50(2), 282–289.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ancoli-Israel, S., Gehrman, P., Martin, J. L., Shochat, T., Marler, M., Corey-Bloom, J., & Levi, L. (2003). Increased light exposure consolidates sleep and strengthens circadian rhythms in severe Alzheimer’s disease patients. Behavioral Sleep Medicine, 1(1), 22–36.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ancoli-Israel, S., Martin, J. L., Gehrman, P., Shochat, T., Corey-Bloom, J., Marler, M., … Levi, L. (2003). Effect of light on agitation in institutionalized patients with severe Alzheimer disease. The American Journal of Geriatric Psychiatry : Official Journal of the American Association for Geriatric Psychiatry, 11(2), 194–203.

geen indicatie nachtelijke onrust

Burns, A., Allen, H., Tomenson, B., Duignan, D., & Byrne, J. (2009). Bright light therapy for agitation in dementia: a randomized controlled trial. International Psychogeriatrics / IPA, 21(4), 711–721

geen indicatie nachtelijke onrust

Colenda, C. C., Cohen, W., McCall, W. V, & Rosenquist, P. B. (1997). Phototherapy for patients with Alzheimer disease with disturbed sleep patterns: results of a community-based pilot study. Alzheimer Disease and Associated Disorders, 11(3), 175–178.

geen controlegroep

Dowling, G. A., Graf, C. L., Hubbard, E. M., & Luxenberg, J. S. (2007). Light treatment for neuropsychiatric behaviors in Alzheimer’s disease. Western Journal of Nursing Research, 29(8), 961–975.

naast nachtelijke onrust ook indicatie sundowning en slaperigheid overdag

Fetveit, A., Skjerve, A., & Bjorvatn, B. (2003). Bright light treatment improves sleep in institutionalised elderly--an open trial. International Journal of Geriatric Psychiatry, 18(6), 520–526.

geen controlegroep

Figueiro, M. G., Plitnick, B. A., Lok, A., Jones, G. E., Higgins, P., Hornick, T. R., & Rea, M. S. (2014). Tailored lighting intervention improves measures of sleep, depression, and agitation in persons with Alzheimer’s disease and related dementia living in long-term care facilities. Clinical Interventions in Aging, 9, 1527–1537.

geen parallel/controlegroep

Friedman, L., Spira, A. P., Hernandez, B., Mather, C., Sheikh, J., Ancoli-Israel, S., … Zeitzer, J. M. (2012). Brief morning light treatment for sleep/wake disturbances in older memory-impaired individuals and their caregivers. Sleep Medicine, 13(5), 546–549.

geen indicatie nachtelijke onrust

Kobayashi, R., Fukuda, N., Kohsaka, M., Sasamoto, Y., Sakakibara, S., Koyama, E., … Koyama, T. (2001). Effects of bright light at lunchtime on sleep of patients in a geriatric hospital I. Psychiatry and Clinical Neurosciences, 55(3), 287–289.

geen controlegroep

Lyketsos, C. G., Lindell Veiel, L., Baker, A., & Steele, C. (1999). A randomized, controlled trial of bright light therapy for agitated behaviors in dementia patients residing in long-term care. International Journal of Geriatric Psychiatry, 14(7), 520–525.

geen indicatie nachtelijke onrust

McCurry, S. M., Gibbons, L. E., Logsdon, R. G., Vitiello, M. V, & Teri, L. (2005). Nighttime insomnia treatment and education for Alzheimer’s disease: a randomized, controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society, 53(5), 793–802.

Lichttherapie onderdeel van psychosociale combinatie-therapie, trial is beschreven in review psychologische en psychosociale interventies.

Mishima, K., Okawa, M., Hishikawa, Y., Hozumi, S., Hori, H., & Takahashi, K. (1994). Morning bright light therapy for sleep and behavior disorders in elderly patients with dementia. Acta Psychiatrica Scandinavica, 89(1), 1–7.

geen controlegroep

Mishima, K., Hishikawa, Y., & Okawa, M. (1998). Randomized, dim light controlled, crossover test of morning bright light therapy for rest-activity rhythm disorders in patients with vascular dementia and dementia of Alzheimer’s type. Chronobiology International, 15(6), 647–654.

patiënten vormen eigen controles

Pincock, S. (2003, August). Light boxes can help older people with dementia. BMJ (Clinical Research Ed.). News, England. http://doi.org/10.1136/bmj.327.7413.468-b

nieuwsbericht

Riemersma-van der Lek, R. F., Swaab, D. F., Twisk, J., Hol, E. M., Hoogendijk, W. J., & Van Someren, E. J. (2008). Effect of Bright Light and Melatonin on Cognitive and Noncognitive Function in Elderly Residents of Group Care Facilities. Jama, 299(22), 2642.

geen indicatie nachtelijke onrust

Satlin, A., Volicer, L., Ross, V., Herz, L., & Campbell, S. (1992). Bright light treatment of behavioral and sleep disturbances in patients with Alzheimer’s disease. The American Journal of Psychiatry, 149(8), 1028–1032.

geen controlegroep

Skjerve, A., Holsten, F., Aarsland, D., Bjorvatn, B., Nygaard, H. A., & Johansen, I. M. (2004). Improvement in behavioral symptoms and advance of activity acrophase after short-term bright light treatment in severe dementia. Psychiatry and Clinical Neurosciences, 58(4), 343–347.

geen controlegroep

Systematische reviews

 

van Maanen, A., Meijer, A. M., van der Heijden, K. B., & Oort, F. J. (2015). The effects of light therapy on sleep problems: A systematic review and meta-analysis. Sleep Med Rev, 29, 52–62.

geen volledige overlap met studies die voldoen aan onze criteria

Forbes, D., Blake, C. M., Thiessen, E. J., Peacock, S., & Hawranik, P. (2014). Light therapy for improving cognition, activities of daily living, sleep, challenging behaviour, and psychiatric disturbances in dementia. Cochrane Database Syst Rev, 2, Cd003946.

geen volledige overlap met studies die voldoen aan onze criteria

 

Bijlage 2.2. Risk-of-bias lichttherapie 

Vergroot tabel

 

 

1. randomisatie proces

2. afwijkingen van beoogde interventie

3. ontbrekende uitkomsten

4. uitkomstmetingen

5. selectieve rapportage

6. overig

totaal aantal items zonder bias

McCurry 2011

geen bias

geen bias

wel bias

wel bias*

geen bias

geen bias

4

Dowling 2008

onduidelijk

onduidelijk

onduidelijk

geen bias

geen bias

geen bias

3

Nowak 2008

onduidelijk

onduidelijk

geen bias

wel bias

geen bias

geen bias

3

Fontana Gasio 2003

onduidelijk

onduidelijk

wel bias

geen bias

geen bias

wel bias

2

*deze beoordeling appendix McCurry 2011 er in RoB wel bias is gescoord voor item 4, geldt voor actimetriedata geen bias.

 

 

 

Bijlage 1.3 Exclusietabel psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie (na lezen van volledig artikel)  

Vergroot tabel

Referentie

Reden van exclusie

Primaire studies

 

Asayama, K., Yamadera, H., Ito, T., Suzuki, H., Kudo, Y., & Endo, S. (2003). Double blind study of melatonin effects on the sleep-wake rhythm, cognitive and non-cognitive functions in Alzheimer type dementia. J Nippon Med Sch, 70(4), 334–341.

geen indicatie nachtelijke onrust

Bachinskaya, N., Hoerr, R., & Ihl, R. (2011). Alleviating neuropsychiatric symptoms in dementia: the effects of Ginkgo biloba extract EGb 761. Findin from a randomized controlled trial. Neuropsychiatr Dis Treat, 7, 209–215.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ballard, C., Margallo-Lana, M., Juszczak, E., Douglas, S., Swann, A., Thomas, A., … Jacoby, R. (2005). Quetiapine and rivastigmine and cognitive decline in Alzheimer’s disease: randomised double blind placebo controlled trial. BMJ (Clinical Research Ed.), 330(7496), 874.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ballard, C., Thomas, A., Gerry, S., Yu, L. M., Aarsland, D., Merritt, C., … Walker, Z. (2015). A double-blind randomized placebo-controlled withdrawal trial comparing memantine and antipsychotics for the long-term treatment of function and neuropsychiatric symptoms in people with Alzheimer’s disease (MAIN-AD). J Am Med Dir Assoc, 16(4), 316–322

niet placebo-gecontroleerd

Boxer, A. L., Knopman, D. S., Kaufer, D. I., Grossman, M., Onyike, C., Graf-Radford, N., … Miller, B. L. (2013). Memantine in patients with frontotemporal lobar degeneration: a multicentre, randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet Neurol, 12(2), 149–156. Journal Article.

niet specifiek op nachtelijke onrust

Brodaty, H., Corey-Bloom, J., Potocnik, F. C. V, Truyen, L., Gold, M., & Damaraju, C. R. V. (2005). Galantamine prolonged-release formulation in the treatment of mild to moderate Alzheimer’s disease. Dementia and Geriatric Cognitive Disorders, 20(2–3), 120–132.

geen indicatie nachtelijke onrust

Cummings, J. L., McRae, T., & Zhang, R. (2006). Effects of donepezil on neuropsychiatric symptoms in patients with dementia and severe behavioral disorders. Am J Geriatr Psychiatry, 14(7), 605–612.

geen indicatie nachtelijke onrust

Erkinjuntti, T., Kurz, A., Gauthier, S., Bullock, R., Lilienfeld, S., & Damaraju, C. V. (2002). Efficacy of galantamine in probable vascular dementia and Alzheimer’s disease combined with cerebrovascular disease: a randomised trial. Lancet (London, England), 359(9314), 1283–1290.

geen indicatie nachtelijke onrust

Gauthier, S., Feldman, H., Hecker, J., Vellas, B., Emir, B., & Subbiah, P. (2002). Functional, cognitive and behavioral effects of donepezil in patients with moderate Alzheimer’s disease. Current Medical Research and Opinion, 18(6), 347–354.

geen indicatie nachtelijke onrust

Gavrilova, S. I., Preuss, U. W., Wong, J. W. M., Hoerr, R., Kaschel, R., & Bachinskaya, N. (2014). Efficacy and safety of Ginkgo biloba extract EGb 761 in mild cognitive impairment with neuropsychiatric symptoms: a randomized, placebo-controlled, double-blind, multi-center trial. International Journal of Geriatric Psychiatry, 29(10), 1087–1095.

niet in een populatie met dementie

Gehrman, P. R., Connor, D. J., Martin, J. L., Shochat, T., Corey-Bloom, J., & Ancoli-Israel, S. (2009). Melatonin fails to improve sleep or agitation in double-blind randomized placebo-controlled trial of institutionalized patients with Alzheimer disease. Am J Geriatr Psychiatry, 17(2), 166–169.

geen indicatie nachtelijke onrust

Holmes, C., Wilkinson, D., Dean, C., Vethanayagam, S., Olivieri, S., Langley, A., … Damms, J. (2004). The efficacy of donepezil in the treatment of neuropsychiatric symptoms in Alzheimer disease. Neurology, 63(2), 214–219.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ihl, R., Bachinskaya, N., Korczyn, A. D., Vakhapova, V., Tribanek, M., Hoerr, R., & Napryeyenko, O. (2011). Efficacy and safety of a once-daily formulation of Ginkgo biloba extract EGb 761 in dementia with neuropsychiatric features: a randomized controlled trial. Int J Geriatr Psychiatry, 26(11), 1186–1194.

geen indicatie nachtelijke onrust

Ihl, R., Tribanek, M., Bachinskaya, N., & Group, G. S. (2012). Efficacy and tolerability of a once daily formulation of Ginkgo biloba extract EGb 761 in Alzheimer’s disease and vascular dementia: results from a randomised controlled trial. Pharmacopsychiatry, 45(2), 41–46.

geen indicatie nachtelijke onrust

Johannsen, P., Salmon, E., Hampel, H., Xu, Y., Richardson, S., Qvitzau, S., & Schindler, R. (2006). Assessing therapeutic efficacy in a progressive disease: a study of donepezil in Alzheimer’s disease. CNS Drugs, 20(4), 311–325.

geen indicatie nachtelijke onrust

Kertesz, A., Morlog, D., Light, M., Blair, M., Davidson, W., Jesso, S., & Brashear, R. (2008). Galantamine in frontotemporal dementia and primary progressive aphasia. Dement Geriatr Cogn Disord, 25(2), 178–185.

geen indicatie nachtelijke onrust

Mori, E., Ikeda, M., & Kosaka, K. (2012). Donepezil for dementia with Lewy bodies: a randomized, placebo-controlled trial. Ann Neurol, 72(1), 41–52. Journal Article.

geen indicatie nachtelijke onrust

Napryeyenko, O., & Borzenko, I. (2007). Ginkgo biloba special extract in dementia with neuropsychiatric features. A randomised, placebo-controlled, double-blind clinical trial. Arzneimittel-Forschung, 57(1), 4–11.

geen indicatie nachtelijke onrust

Nikolova G , Yancheva S , Raychev I, H. R. (2013). Ginkgo biloba extract in dementia: A 22-week randomised, placebo-controlled, double-blind trial . Bulgarian Neurology, 14, 139 – 143.

publicatie in Bulgaars

Reisberg, B., Doody, R., Stoffler, A., Schmitt, F., Ferris, S., & Mobius, H. J. (2003). Memantine in moderate-to-severe Alzheimer’s disease. The New England Journal of Medicine, 348(14), 1333–1341.

geen indicatie nachtelijke onrust

Riemersma-van der Lek, R. F., Swaab, D. F., Twisk, J., Hol, E. M., Hoogendijk, W. J., & Van Someren, E. J. (2008). Effect of Bright Light and Melatonin on Cognitive and Noncognitive Function in Elderly Residents of Group Care Facilities. Jama, 299(22), 2642.

geen indicatie nachtelijke onrust

Rockwood, K., Mintzer, J., Truyen, L., Wessel, T., & Wilkinson, D. (2001). Effects of a flexible galantamine dose in Alzheimer’s disease: a randomised, controlled trial. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry, 71(5), 589–595

geen indicatie nachtelijke onrust

Scoralick, F. M., Louzada, L. L., Quintas, J. L., Naves, J. O., Camargos, E. F., & Nobrega, O. T. (2016). Mirtazapine does not improve sleep disorders in Alzheimer’s disease: results from a double-blind, placebo-controlled pilot study. Psychogeriatrics.

slechts deel populatie gerandomiseerd

Tariot, P. N., Cummings, J. L., Katz, I. R., Mintzer, J., Perdomo, C. A., Schwam, E. M., & Whalen, E. (2001). A randomized, double-blind, placebo-controlled study of the efficacy and safety of donepezil in patients with Alzheimer’s disease in the nursing home setting. Journal of the American Geriatrics Society, 49(12), 1590–1599.

geen indicatie nachtelijke onrust

van Dyck, C. H., Tariot, P. N., Meyers, B., & Malca Resnick, E. (2007). A 24-week randomized, controlled trial of memantine in patients with moderate-to-severe Alzheimer disease. Alzheimer Disease and Associated Disorders, 21(2), 136–143.

geen indicatie nachtelijke onrust

Vercelletto, M., Boutoleau-Bretonniere, C., Volteau, C., Puel, M., Auriacombe, S., Sarazin, M., … Lacomblez, L. (2011). Memantine in behavioral variant frontotemporal dementia: negative results. J Alzheimers Dis, 23(4), 749–759.

geen indicatie nachtelijke onrust

Walther, S., Schupbach, B., Seifritz, E., Homan, P., & Strik, W. (2011, April). Randomized, controlled crossover trial of dronabinol, 2.5 mg, for agitation in 2 patients with dementia. Journal of Clinical Psychopharmacology.

te kleine populatie (n=2)

Winblad, B., Engedal, K., Soininen, H., Verhey, F., Waldemar, G., Wimo, A., … Subbiah, P. (2001). A 1-year, randomized, placebo-controlled study of donepezil in patients with mild to moderate AD. Neurology, 57(3), 489–495.

geen indicatie nachtelijke onrust

Systematische reviews

 

Treatment of Parkinson’s disease. Psychological disorders: striking a balance in order to optimise antiparkinsonian treatment. (2011). Prescrire Int, 20(120), 242–245.

geen indicatie nachtelijke onrust

Kavanagh, S., Gaudig, M., Van Baelen, B., Adami, M., Delgado, A., Guzman, C., … Schauble, B. (2011). Galantamine and behavior in Alzheimer disease: analysis of four trials. Acta Neurol Scand, 124(5), 302–308.

geen indicatie nachtelijke onrust

Lockhart, I. A. A., Orme, M. E. E., & Mitchell, S. A. A. (2011). The efficacy of licensed-indication use of donepezil and memantine monotherapies for treating behavioural and psychological symptoms of dementia in patients with Alzheimer’s disease: systematic review and meta-analysis. Dement Geriatr Cogn Dis Extra, 1(1), 212–227.

geen indicatie nachtelijke onrust

McCleery, J., Cohen, D. A., & Sharpley, A. L. (2014). Pharmacotherapies for sleep disturbances in Alzheimer’s disease. Cochrane Database Syst Rev, 3, Cd009178.

geen volledige overlap met studies die voldoen aan onze criteria

Seitz, D. P., Gill, S. S., Herrmann, N., Brisbin, S., Rapoport, M. J., Rines, J., … Conn, D. K. (2013). Pharmacological treatments for neuropsychiatric symptoms of dementia in long-term care: a systematic review. Int Psychogeriatr, 25(2), 185–203.

geen indicatie nachtelijke onrust

Stinton, C., McKeith, I., Taylor, J. P., Lafortune, L., Mioshi, E., Mak, E., … O’Brien, J. T. (2015). Pharmacological Management of Lewy Body Dementia: A Systematic Review and Meta-Analysis. Am J Psychiatry, 172(8), 731–742.

geen indicatie nachtelijke onrust

Tan, M. S., Yu, J. T., Tan, C. C., Wang, H. F., Meng, X. F., Wang, C., … Tan, L. (2015). Efficacy and adverse effects of ginkgo biloba for cognitive impairment and dementia: a systematic review and meta-analysis. J Alzheimers Dis, 43(2), 589–603.

geen indicatie nachtelijke onrust

von Gunten, A., Schlaefke, S., & Uberla, K. (2015). Efficacy of Ginkgo biloba extract EGb 761 in dementia with behavioural and psychological symptoms: A systematic review. The World Journal of Biological Psychiatry : The Official Journal of the World Federation of Societies of Biological Psychiatry, 1–12.

geen indicatie nachtelijke onrust

Wang, J., Yu, J. T., Wang, H. F., Meng, X. F., Wang, C., Tan, C. C., & Tan, L. (2015). Pharmacological treatment of neuropsychiatric symptoms in Alzheimer’s disease: a systematic review and meta-analysis. J Neurol Neurosurg Psychiatry, 86(1), 101–109.

geen indicatie nachtelijke onrust

Wild, R., Pettit, T., Burns, A., R., W., T., P., & A., B. (2003). Cholinesterase inhibitors for dementia with Lewy bodies. Cochrane Database Syst Rev, (3), Cd003672.

geen indicatie nachtelijke onrust

Xu, J., Wang, L. L., Dammer, E. B., Li, C. B., Xu, G., Chen, S. D., … G., W. (2015). Melatonin for sleep disorders and cognition in dementia: a meta-analysis of randomized controlled trials. Am J Alzheimers Dis Other Demen, 30(5), 439–447.

geen volledige overlap met studies die voldoen aan onze criteria

Zhang, W., Chen, X. Y., Su, S. W., Jia, Q. Z., Ding, T., Zhu, Z. N., & Zhang, T. (2016). Exogenous melatonin for sleep disorders in neurodegenerative diseases: a meta-analysis of randomized clinical trials. Neurol Sci, 37(1), 57–65.

geen volledige overlap met studies voldoen die aan onze criteria

 

Bijlage 2.3. Risk-of-bias psychofarmaca 

Vergroot tabel

 

1. randomisatie proces

2. afwijkingen van beoogde interventie

3. ontbrekende uitkomsten

4. uitkomstmetingen

5. selectieve rapportage

6.

overig

items zonder bias (n)

Camargos 2014

onduidelijk

onduidelijk

wel bias

geen bias

geen bias

wel bias

2

NCT00325728

onduidelijk

onduidelijk

geen bias

geen bias

wel bias

wel bias

2

Dowling 2008

wel bias

onduidelijk

onduidelijk

geen bias

geen bias

geen bias

3

Singer 2003

onduidelijk

onduidelijk

wel bias

geen bias

geen bias

wel bias

2

Serfaty 2002

onduidelijk

onduidelijk

wel bias

geen bias

geen bias

geen bias

3

Wade 2014

wel bias

geen bias

wel bias

geen bias

onduidelijk

wel bias

2

 

 

Bijlage 3 Forest plots psychofarmaca voor nachtelijke onrust bij mensen met dementie 

Onrust1.jpg


Onrust2.jpg

 

Onrust3.jpg

 

Onrust4.jpg

 

Onrust5.jpg

 

Onrust6.jpg

 

 

Brown DT, Westbury JL, Schüz B. Sleep and agitation in nursing home residents with and without dementia. Int Psychogeriatr 2015: 27: 1945-55.

Buysse, D. J., Reynolds, C. F. 3rd, Monk, T. H., Berman, S. R., & Kupfer, D. J. (1989). The Pittsburgh Sleep Quality Index: a new instrument for psychiatric practice and research. Psychiatry Research, 28(2), 193–213. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Camargos, E. F., Louzada, L. L., Quintas, J. L., Naves, J. O., Louzada, F. M., & Nobrega, O. T. (2014). Trazodone improves sleep parameters in Alzheimer disease patients: a randomized, double-blind, and placebo-controlled study. Am J Geriatr Psychiatry, 22(12), 1565–1574.

Dowling, G. A., Burr, R. L., Van Someren, E. J., Hubbard, E. M., Luxenberg, J. S., Mastick, J., & Cooper, B. A. (2008). Melatonin and bright-light treatment for rest-activity disruption in institutionalized patients with Alzheimer’s disease. J Am Geriatr Soc, 56(2), 239–246.

Fontana Gasio, P., Kräuchi, K., Cajochen, C., Van Someren, E., Amrhein, I., Pache, M., … Wirz-Justice, A. (2003). Dawn-dusk simulation light therapy of disturbed circadian rest-activity cycles in demented elderly. Exp Gerontol, 38(1–2), 207–216.

Hanning, R., Hardeman, F., Leeuw, J. van der, Linden, B. van der (2016). Ruim 50 alternatieven voor vrijheidsbeperking in de zorg. Een praktisch hulp- en inspiratiemiddel bij het afbouwen van vrijheidsbeperking. Vilans ISBN 978-90-8839-094-4. http://www.vilans.nl/docs/VerbeterwijzerVBM/Alternatievenbundel.pdf.

Harris, M., Richards, K. C., & Grando, V. T. (2012). The Effects of Slow-Stroke Back Massage on Minutes of Nighttime Sleep in Persons With Dementia and Sleep Disturbances in the Nursing Home A Pilot Study. Journal of Holistic Nursing, 30(4), 255-263.

McCurry, S. M., Pike, K. C., Vitiello, M. V, Logsdon, R. G., Larson, E. B., & Teri, L. (2011). Increasing walking and bright light exposure to improve sleep in community-dwelling persons with Alzheimer’s disease: results of a randomized, controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society, 59(8), 1393–1402. Comparative Study, Journal Article, Randomized Controlled Trial, Research Support, N.I.H., Extramural, Research Support, Non-U.S. Gov’t.

NCT00325728. (n.d.). A Double-Blind, Randomized, Placebo-Controlled Study of the Efficacy, Safety and Tolerability of 8 Week Treatment of Rozerem 8 mg (QHS) in Sleep Disturbed, Mild to Moderately Severe Alzheimer’s Disease Subjects. Www.takeda.com. Retrieved from http://www.takeda.com/research/ct/pdf/report/15_Ramelteon_01-05-TL-375-061_ClinicalTrialSynopsis_NCT00325728_en.pdf

Niemeijer, A., Depla M., Frederiks, B., Hertogh, C. (2012). Toezichthoudende domotica. Een handreiking voor zorginstellingen. VUMC.

Nowak. (2008). The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease. Dissertation Abstracts International, Section B:(69(6-B)), 1–154. Retrieved from https://books.google.nl/books?id=oRhAhshcCvEC&lpg=PR2&ots=uh5le5LFhl&dq=The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease&lr&hl=nl&pg=PA17#v=onepage&q=The effect of timed blue-green light on sleep-wake p

Serfaty, M., Kennell-Webb, S., Warner, J., Blizard, R., & Raven, P. (2002). Double blind randomised placebo controlled trial of low dose melatonin for sleep disorders in dementia. Int J Geriatr Psychiatry, 17(12), 1120–1127.

Singer, C., Tractenberg, R. E., Kaye, J., Schafer, K., Gamst, A., Grundman, M., … Thal, L. J. (2003). A multicenter, placebo-controlled trial of melatonin for sleep disturbance in Alzheimer’s disease. Sleep, 26(7), 893–901. Journal Article.

Sloane, P. D., Figueiro, M., Garg, S., Cohen, L. W., Reed, D., Williams, C. S., … Zimmerman, S. (2015). Effect of home-based light treatment on persons with dementia and their caregivers. Lighting Research & Technology (London, England : 2001), 47(2), 161–176. JOURNAL ARTICLE.

Tractenberg, R. E., Singer, C. M., Cummings, J. L., & Thal, L. J. (2003). The Sleep Disorders Inventory: an instrument for studies of sleep disturbance in persons with Alzheimer’s disease. Journal of Sleep Research, 12(4), 331–337. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Wade, A. G., Farmer, M., Harari, G., Fund, N., Laudon, M., Nir, T., … Zisapel, N. (2014). Add-on prolonged-release melatonin for cognitive function and sleep in mild to moderate Alzheimer’s disease: a 6-month, randomized, placebo-controlled, multicenter trial. Clin Interv Aging, 9, 947–961.

Overwegingen

Signaleren van nachtelijke onrust met behulp van domotica

Voordat de interventies worden besproken bij nachtelijke onrust, dient opgemerkt te worden dat goede signalering van nachtelijke onrust belangrijk is, zowel voor het in het kaart brengen van het probleem als voor de behandeling. Probeer vooraf helder te krijgen welke slaapgewoonten de cliënt er thuis op na hield en speel daarop in. Los van het inzetten van psychosociale, psychologische en psychofarmaca, kunnen toezichthoudende domotica behulpzaam zijn, zoals het inzetten van bedsensoren, GPS, camera, voor betere signalering van nachtelijke onrust en het adequaat en direct inzetten van de benodigde zorg. Praktische informatie staat beschreven in de alternatievenbundel van Hanning (2016). Toezichthoudende domotica kan alleen worden ingezet met toestemming van de cliënt en/of wettelijk vertegenwoordiger, nadat deze goed is voorgelicht over de consequenties ten aanzien van autonomie, privacy, veiligheid en vrijheid (Niemeijer, 2012).

 

Psychosociale en psychologische interventies

De studies naar de effectiviteit van specifieke psychosociale interventies bij nachtelijke onrust leveren onvoldoende bewijs voor één specifiek effectieve interventie. Er zijn drie onderzoeken van beperkte omvang gevonden op het gebied van psychosociale interventies bij nachtelijke onrust die voldoen aan de criteria die gesteld zijn voor deze richtlijn.


De studie van Harris (2012) richtte zich op het effect op de nachtrust van drie minuten rugmassage bij verpleeghuisbewoners met dementie rond bedtijd. Deze interventie wordt beschreven als een klassieke verpleegkundige interventie die wordt ingezet om een ontspanningsrespons te bewerkstelligen. Ook deze interventie sluit aan bij de gebruikelijke behandeling van slaapproblemen volgens de richtlijn slaapstoornissen, waarin ontspanningstechnieken worden geadviseerd indien slaaphygiënemaatregelen onvoldoende effect hebben. De slaapduur van de deelnemers in de massagegroep nam weliswaar 36 minuten meer toe dan in de controlegroep die de gebruikelijke zorg kreeg voor het slapen gaan, maar dit verschil bereikte geen significante waarde. Er lijkt echter geen reden om deze interventie te ontraden, aangezien er geen negatieve effecten werden gerapporteerd, het om een interventie gaat die weinig tijd vergt en gemakkelijk in te passen zal zijn in de dagelijkse zorg. Nader onderzoek naar effectiviteit van potentieel arousal verlagende interventies op nachtrust is nodig om tot duidelijke aanbevelingen te komen.

 

In de interventiecondities van McCurry (2005, 2011) werd naast deze slaapvoorlichting een behandelprogramma geboden waarin een interventieplan werd opgesteld voor de persoon met dementie met één of meer potentieel slaapbevorderende maatregelen (met name wandelen overdag en/of meer blootstelling aan daglicht) en werden mantelzorgers getraind en ondersteund in het toepassen van dit plan. In beide studies werd een positief effect gevonden op slaapkwaliteit van de persoon met dementie. Dit effect werd niet gevonden in controlecondities waarin de mantelzorgers algemeen ondersteunende sessies kregen op het gebied van dementiezorg. Dit onderzoek suggereert dat algemeen geldende slaaphygiënemaatregelen, zoals uitbreiding van lichaamsbeweging overdag en blootstelling aan daglicht, ook bij mensen met dementie effectief kunnen zijn, mits gespecialiseerde ondersteuning wordt geboden bij het omzetten van deze aanbevelingen in een op de persoon en situatie afgestemd concreet interventieplan. De beschikbare gegevens laten geen uitspraken toe over welke slaaphygiënemaatregelen de voorkeur hebben. Mantelzorgers beoordeelden de interventies positief en er werden geen negatieve effecten gerapporteerd.

 

Alhoewel strikt genomen de effectiviteit van slaap-hygiënische maatregelen bij nachtelijke onrust bij mensen met dementie niet apart is onderzocht, bevelen wij aan deze wel toe te passen. Het gaat om:

  • Houd vaste tijden aan voor naar bed gaan en opstaan, met vaste patronen;

  • Zorg voor een comfortabele en veilige slaapomgeving, let op temperatuur, verlichting en veiligheidsobjecten;

  • Zorg voor vaste eetmomenten gedurende de dag, overweeg om iets te laten eten voor het slapen gaan (banaan of warme melk bv);

  • Mijd alcohol, cafeïne en nicotine, met name ‘s avonds. Weeg dit anders af tegen het belang van persoonlijke gewoonten/preferenties;

  • Voorkom overmatige vochtinname in de avond en zorg voor een lege blaas voor het slapen gaan;

  • Voorkom dutten overdag als er slaapproblemen zijn ’s nachts;

  • Behandel pijn;

  • Zorg voor blootstelling aan zonlicht;

  • Zorg voor lichaamsbeweging overdag, maar niet vlak voor bedtijd;

Bij de vier studies naar het effect van lichttherapie op nachtelijke rust, werd slechts in één een positief effect gevonden. Op grond van het huidige onderzoek is er geen reden om lichttherapie als enkelvoudige interventie toe te passen om de nachtrust van mensen met dementie te verbeteren.

Van de psychofarmaca zijn antidepressiva (trazodon) en hypnotica (melatonine en ramelteron) onderzocht. Het onderzoek over trazodon toonde beperkt positief effect. De resultaten over hypnotica (vooral melatonine) zijn niet eenduidig (wel toename van slaap, maar even vaak wakker). In combinatie met lichttherapie was er juist sprake van afname van slaap. Lichttherapie zelf heeft ook geen significant effect op actigrafie en een zeer marginaal effect op slaap.

De bijwerkingen, risico’s en complicaties van antidepressiva zijn hier niet beschreven vanwege het ontbrekend effect van deze middelen op de slaapduur. De twee studies die bijwerkingen van hypnotica rapporteerden, lieten geen verhoogd risico zien op bijwerkingen. Dit sluit bijwerkingen natuurlijk niet uit. Voor algemene bijwerkingen van melatonine en andere hypnotica wordt u verwezen naar het farmacotherapeutisch kompas.

Wanneer slaap-hygiënische maatregelen en psychosociale interventies onvoldoende werkzaam zijn, vallen melatonine en trazodon te overwegen; deze hebben mogelijk effect op de slaapduur. Er zijn geen studies met andere meer reguliere hypnotica beschikbaar (benzodiazepines, zoals temazepam), waardoor er onvoldoende aanwijzingen zijn of deze meer reguliere hypnotica een goede behandeloptie zijn bij mensen met dementie. Gezien de vele bijwerkingen van benzodiazepines, waaronder ook op cognitieve functies, is terughoudendheid geboden bij het voorschrijven bij mensen met dementie. 

Brown DT, Westbury JL, Schüz B. Sleep and agitation in nursing home residents with and without dementia. Int Psychogeriatr 2015: 27: 1945-55.

Buysse, D. J., Reynolds, C. F. 3rd, Monk, T. H., Berman, S. R., & Kupfer, D. J. (1989). The Pittsburgh Sleep Quality Index: a new instrument for psychiatric practice and research. Psychiatry Research, 28(2), 193–213. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Camargos, E. F., Louzada, L. L., Quintas, J. L., Naves, J. O., Louzada, F. M., & Nobrega, O. T. (2014). Trazodone improves sleep parameters in Alzheimer disease patients: a randomized, double-blind, and placebo-controlled study. Am J Geriatr Psychiatry, 22(12), 1565–1574.

Dowling, G. A., Burr, R. L., Van Someren, E. J., Hubbard, E. M., Luxenberg, J. S., Mastick, J., & Cooper, B. A. (2008). Melatonin and bright-light treatment for rest-activity disruption in institutionalized patients with Alzheimer’s disease. J Am Geriatr Soc, 56(2), 239–246.

Fontana Gasio, P., Kräuchi, K., Cajochen, C., Van Someren, E., Amrhein, I., Pache, M., … Wirz-Justice, A. (2003). Dawn-dusk simulation light therapy of disturbed circadian rest-activity cycles in demented elderly. Exp Gerontol, 38(1–2), 207–216.

Hanning, R., Hardeman, F., Leeuw, J. van der, Linden, B. van der (2016). Ruim 50 alternatieven voor vrijheidsbeperking in de zorg. Een praktisch hulp- en inspiratiemiddel bij het afbouwen van vrijheidsbeperking. Vilans ISBN 978-90-8839-094-4. http://www.vilans.nl/docs/VerbeterwijzerVBM/Alternatievenbundel.pdf.

Harris, M., Richards, K. C., & Grando, V. T. (2012). The Effects of Slow-Stroke Back Massage on Minutes of Nighttime Sleep in Persons With Dementia and Sleep Disturbances in the Nursing Home A Pilot Study. Journal of Holistic Nursing, 30(4), 255-263.

McCurry, S. M., Pike, K. C., Vitiello, M. V, Logsdon, R. G., Larson, E. B., & Teri, L. (2011). Increasing walking and bright light exposure to improve sleep in community-dwelling persons with Alzheimer’s disease: results of a randomized, controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society, 59(8), 1393–1402. Comparative Study, Journal Article, Randomized Controlled Trial, Research Support, N.I.H., Extramural, Research Support, Non-U.S. Gov’t.

NCT00325728. (n.d.). A Double-Blind, Randomized, Placebo-Controlled Study of the Efficacy, Safety and Tolerability of 8 Week Treatment of Rozerem 8 mg (QHS) in Sleep Disturbed, Mild to Moderately Severe Alzheimer’s Disease Subjects. Www.takeda.com. Retrieved from http://www.takeda.com/research/ct/pdf/report/15_Ramelteon_01-05-TL-375-061_ClinicalTrialSynopsis_NCT00325728_en.pdf

Niemeijer, A., Depla M., Frederiks, B., Hertogh, C. (2012). Toezichthoudende domotica. Een handreiking voor zorginstellingen. VUMC.

Nowak. (2008). The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease. Dissertation Abstracts International, Section B:(69(6-B)), 1–154. Retrieved from https://books.google.nl/books?id=oRhAhshcCvEC&lpg=PR2&ots=uh5le5LFhl&dq=The effect of timed blue-green light on sleep-wake patterns in women with Alzheimer’s disease&lr&hl=nl&pg=PA17#v=onepage&q=The effect of timed blue-green light on sleep-wake p

Serfaty, M., Kennell-Webb, S., Warner, J., Blizard, R., & Raven, P. (2002). Double blind randomised placebo controlled trial of low dose melatonin for sleep disorders in dementia. Int J Geriatr Psychiatry, 17(12), 1120–1127.

Singer, C., Tractenberg, R. E., Kaye, J., Schafer, K., Gamst, A., Grundman, M., … Thal, L. J. (2003). A multicenter, placebo-controlled trial of melatonin for sleep disturbance in Alzheimer’s disease. Sleep, 26(7), 893–901. Journal Article.

Sloane, P. D., Figueiro, M., Garg, S., Cohen, L. W., Reed, D., Williams, C. S., … Zimmerman, S. (2015). Effect of home-based light treatment on persons with dementia and their caregivers. Lighting Research & Technology (London, England : 2001), 47(2), 161–176. JOURNAL ARTICLE.

Tractenberg, R. E., Singer, C. M., Cummings, J. L., & Thal, L. J. (2003). The Sleep Disorders Inventory: an instrument for studies of sleep disturbance in persons with Alzheimer’s disease. Journal of Sleep Research, 12(4), 331–337. Journal Article, Research Support, U.S. Gov’t, P.H.S.

Wade, A. G., Farmer, M., Harari, G., Fund, N., Laudon, M., Nir, T., … Zisapel, N. (2014). Add-on prolonged-release melatonin for cognitive function and sleep in mild to moderate Alzheimer’s disease: a 6-month, randomized, placebo-controlled, multicenter trial. Clin Interv Aging, 9, 947–961.

Verantwoording

In de module verantwoording is de samenstelling van de projectgroep, de gevolgde werkwijze en de gehanteerde systematiek voor richtlijnontwikkeling opgenomen.  

De richtlijn is modulair opgebouwd. Dit betekent dat in de toekomst herzieningen per module kunnen plaatsvinden. 

Nu zijn echter de verantwoording, referenties en bijlagen voor elke module gelijk en daarom verwijzen wij naar 'Verantwoording en methode'.

Dit voorkomt ook dat dezelfde informatie bij het maken van een pdf niet in elke module nodeloos terugkomt.

 

Naar de richtlijn kan als volgt verwezen worden:
Zuidema SU, Smalbrugge M, Bil WME, Geelen R, Kok RM, Luijendijk HJ, van der Stelt I, van Strien AM, Vink MT, Vreeken HL. Multidisciplinaire Richtlijn probleemgedrag bij dementie. Verenso, NIP. Utrecht 2018.

In het Engels:
Zuidema SU, Smalbrugge M, Bil WME, Geelen R, Kok RM, Luijendijk HJ, van der Stelt I, van Strien AM, Vink MT, Vreeken HL. Multidisciplinary Guideline problem behaviour in dementia. Verenso, NIP. Utrecht 2018.

In de module verantwoording is de samenstelling van de projectgroep, de gevolgde werkwijze en de gehanteerde systematiek voor richtlijnontwikkeling opgenomen.  

De richtlijn is modulair opgebouwd. Dit betekent dat in de toekomst herzieningen per module kunnen plaatsvinden. 

Nu zijn echter de verantwoording, referenties en bijlagen voor elke module gelijk en daarom verwijzen wij naar 'Verantwoording en methode'.

Dit voorkomt ook dat dezelfde informatie bij het maken van een pdf niet in elke module nodeloos terugkomt. 

In de module verantwoording is de samenstelling van de projectgroep, de gevolgde werkwijze en de gehanteerde systematiek voor richtlijnontwikkeling opgenomen.  

De richtlijn is modulair opgebouwd. Dit betekent dat in de toekomst herzieningen per module kunnen plaatsvinden. 

Nu zijn echter de verantwoording, referenties en bijlagen voor elke module gelijk en daarom verwijzen wij naar 'Verantwoording en methode'.

Dit voorkomt ook dat dezelfde informatie bij het maken van een pdf niet in elke module nodeloos terugkomt.