App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

In memoriam dr. Hans van den Bosch

Dr. Jan C. M.Lavrijsen 

HvdBerg2.jpg

Dr. Hans van den Bosch, verpleeghuisarts

Op 16 juli dit jaar overleed dr. Hans van den Bosch, verpleeghuisarts vanaf 1982, vanaf 1986 directeur en tot 2009 lid van de raad van bestuur van een grote zorgorganisatie, huisarts en actief in diverse landelijke gremia.

Aut viam inveniam, aut faciam

“of ik vind een weg, of ik maak er een”


Na zijn geneeskundestudie in Nijmegen promoveerde Hans van den Bosch bij de afdeling Anatomie van de Faculteit der Medische Wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het thema groeistoornissen bij kinderen. Daarna vond hij als afgestudeerd huisarts echter zijn grote missie in het verpleeghuis toen hij in 1982 in de verpleeghuizen Sint Jozefsheil en de Jan de Wit-kliniek te Bakel (N-Br) ging werken. Daar werd hij al snel hoofd medisch-paramedische dienst en in 1986 medisch directeur van de Stichting Verpleeghuizen Gewest Helmond. Hoewel een academische carrière in het verschiet lag, koos hij er bewust voor om vanuit Bakel het specialisme en de ouderenzorg te ontwikkelen.

Op bevlogen en inspirerende wijze bouwde hij daar aan een gedegen infrastructuur voor onderwijs, opleiding en onderzoek. Al in de jaren 80 werd dat gesymboliseerd door een omvangrijke bibliotheek die onder zijn leiding centraal in het verpleeghuis werd opgebouwd.  Maar ook in zijn werkkamer stond een indrukwekkende hoeveelheid boeken, met een voorkeur voor medische ethiek en reflecties op de geneeskunde. Hij citeerde er met genoegen uit, vaak in het Latijn, en kon er ingewikkelde situaties treffend mee terugbrengen tot de essentie. Het publiceren van de kern van het vak vond hij belangrijk en wat we niet wisten moest onderzocht worden. Hij schreef mee aan artikelen over uiteenlopende onderwerpen die te maken hadden met de ontwikkeling van nog prille specialisme: van de waarde van een verpleeghuisbibliotheek, een probleemgericht medisch dossier of samenwerking met het ziekenhuis, tot diverse wetenschappelijke publicaties over nog onbeschreven ethische dilemma’s. Hans van den Bosch zorgde ervoor dat de praktijk en dilemma’s daarbij centraal stonden en dat wetenschappelijke inzichten wezenlijk zouden bijdragen aan verbetering van de zorg. Hij had daarbij de moed om grenzen te verkennen en waar mogelijk te verleggen. Hij was een ware pionier en vernieuwer, die met tomeloze energie, vakmanschap en compassie voor mensen in kwetsbare situaties, altijd vooruit wilde.

Vanaf de eind jaren 80 heeft Hans van den Bosch er uiteindelijk zelfs voor gezorgd dat John Ekkerink en Raymond Koopmans van verpleeghuis Joachim en Anna de kans kregen te promoveren, door een subsidiegever te adviseren middelen ter beschikking te stellen. In de jaren 90 vervulde hij ook een pioniersrol in het opbouwen van een academisch netwerk van zorginstellingen. Hij werd lid van de eerste Stuurgroep Wetenschappelijk Onderzoek Verpleeghuisgeneeskunde en was de grondlegger van het Universitair Verpleeghuisnetwerk Nijmegen (UVNN), de voorloper van het huidige Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON). Daarmee heeft Hans van den Bosch aan de wieg gestaan van het onderzoeksprogramma van de Nijmeegse ouderengeneeskunde

In zijn eigen organisatie zorgde hij ervoor dat er structureel budget voor onderzoek kwam en hij was dan ook een trotse copromotor bij de eerste promotie vanuit het universitaire netwerk in 2005. In de laudatio voor Jan Lavrijsen noemde hij het een low-budget onderzoek met impact voor de jaarprijs van de aardappelen in het verpleeghuis. Dus geld kon volgens hem geen reden zijn om niet aan onderzoek te doen. Het onderwerp ‘vegetatieve toestand’ was zeker in die tijd een moedig thema waarbij hij ook in de publiciteit zijn verantwoordelijkheid nam. Hans van den Bosch was een visionair die recht op zijn doel afging. Je wist wat je aan hem had en hij zei altijd waar het op stond. Voor hem was de kortste weg tussen twee punten een rechte lijn en van omwegen hield hij niet. Zo eiste hij in de tijd van Gerrit Zalm als minister van financiën, in een veelbekeken actualiteitenrubriek op TV ‘boter bij de Zalm’ voor de zorg.

Vanuit zijn veelzijdige achtergrond kon hij zijn visie en pragmatische inbreng combineren in diverse landelijke rollen, zoals vice-voorzitter van ActiZ, lid van het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde (CHVG) en lid van de raad van toezicht van de SBOH. Zijn grootste kracht zat ook op het snijpunt van medische en bestuurlijke kwaliteiten. Hij koesterde het contact met de werkvloer en heeft het besturen dan ook altijd gecombineerd met het werken als dokter. Zeker in drukke tijden ging dit wel eens tegen de stroom in, maar ‘zonder het medisch werk kan ik de rest niet blijven doen’ gaf hij dan aan. Toen onder zijn leiding een transferafdeling in het regionale ziekenhuis werd geopend, ging hij daar zelf als arts werken, waarbij hij op meerdere niveaus de samenwerking met het ziekenhuis intensiveerde. 

Tijdens zijn 25-jarig jubileum bij De Zorgboog werd hij geëerd als dokter, bestuurder en wetenschapper. Niet lang daarna brak een bestuurscrisis uit, waarbij Hans van den Bosch in een interview aangaf dat hij zijn geweten had gevolgd. De laatste jaren keerde hij terug naar het vak van huisarts. Hij bekwaamde zich verder in de palliatieve zorg en werd SCEN-arts. Daarmee kon hij zijn passie voor het bijstaan van thuiswonende mensen in de laatste fase van hun leven toepassen. Toen dit voorjaar het lot hem zelf trof in de vorm van een hersentumor, wist hij meteen dat het ‘foute boel’ was. Hans van den Bosch koos vol overtuiging voor het scenario kwaliteit van leven in plaats van levensverlenging met invasieve behandelingen. Hoe weloverwogen dat was, maakte hij in een indringende brief aan zijn oncoloog duidelijk, gepubliceerd in Medisch Contact. Hij introduceerde het begrip ‘oncologische fuik’ en pleitte voor een zorgvuldiger en minder overhaaste besluitvorming  ten aanzien van het starten of niet starten met behandelingen. Daarin liet hij zien dat zijn visie als patiënt vlak voor het levenseinde, niet afweek van de visie die hij al die jaren als arts had uitgedragen. Van die lessen maakte hij zijn laatste missie, waarmee hij velen raakte.

Op 4 juli j.l. ontvingen wij (Jan Lavrijsen, Raymond Koopmans) hem in Nijmegen, waar hij voor het laatst die lessen en missie met ons deelde. Onder zijn arm had hij zijn enkele jaren eerder geschreven visiedocument op de toekomstige samenwerking in de opleidingen huisarts- en ouderengeneeskunde, genaamd ‘De Stip’.  Een document vol visionaire bevlogenheid. Trouw publiceerde een interview en een column van Bert Keizer over hem. Samen hadden ze meegewerkt aan de opnames van het TV-programma ‘Dood voor Beginners'. Hans van den Bosch wist dat hij de uitzending niet meer zou kunnen zien.

De indrukwekkende laatste publicatie en het TV-interview laten zien dat hij zich tot aan zijn sterfbed heeft ingezet voor de kwaliteit van leven van mensen in kwetsbare situaties. Wie hij was als mens viel daar samen met wie hij was als dokter. Zoals voor hem ‘verpleeghuisarts’ ook samenviel met ‘huisarts’, want dat tweede woord zat volgens hem niet voor niets in het eerste.  Het was dan ook passend dat onder zijn naam op de rouwkaart het woord ‘dokter’ stond. Een dokter met een bijzondere veelzijdigheid die veel in beweging heeft gebracht en die we niet zullen vergeten. 

Auteur(s)

  • Dr. Jan C.M. Lavrijsen, senior onderzoeker specialisme ouderengeneeskunde, afdeling Eerstelijngeneeskunde Radboudumc Nijmegen
  • Drs. Maaike Veldhuizen, specialist ouderengeneeskunde, arts symptoombestrijding en palliatieve zorg, Elkerliek ziekenhuis Helmond
  • Prof. dr. Raymond Koopmans, hoogleraar ouderengeneeskunde, in het bijzonder de langdurige zorg, afdeling Eerstelijngeneeskunde Radboudumc en stichting de Waalboog, Nijmegen
Reacties
PDF
Genereer PDF document