App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Intervisie: een cadeau aan jezelf!

Drs. Jacobien Erbrink 

Intervisie-header.jpg

Deze editie van ons tijdschrift gaat, net als het jaarcongres, over Een Leven Lang Leren. Leren is logisch als je nog in opleiding bent, maar wat als je klaar bent met je opleiding? Hoe ontwikkel je jezelf verder, hoe blijf je bij, of hoe blijf je professioneel gezien in beweging? Een van de mogelijkheden die we als professionals hebben om te blijven leren is het beoefenen van intervisie.

Wat is precies intervisie?

Volgens Van Dale betekent ‘intervisie’ letterlijk: ‘overleg, met name tussen collega’s die niet samenwerken’. Een omschrijving met containerachtige kwaliteiten, waar we in de context van het ‘Levenslang Leren’ niet zoveel mee opschieten. Jeroen Hendriksen (1945, fysiotherapeut, pedagoog en trainer) definieert het begrip ‘intervisie’ als volgt: bij intervisie is er sprake van collegiale ondersteuning en onderlinge advisering bij werkproblemen in een groep bestaande uit gelijken die binnen een gezamenlijk vastgestelde structuur tot oplossingen en inzichten proberen te komen in een zelfsturend en op reflectie gericht proces.1

Intervisie heeft twee belangrijke kenmerken, het gaat om leren door reflectie op ervaringen en dat in evenwaardige relaties. Met die evenwaardige relaties onderscheidt intervisie zich van aanpalende werkvormen als supervisie en coaching, intervisie doe je onder gelijken. Dit kunnen gelijken als in ‘personen met hetzelfde beroep’ zijn, maar ook gelijken als in ‘leden van hetzelfde team’. Een intervisiegroep is in principe een zelfsturende eenheid, ‘leren interviseren’ kan in den beginne best een tijdje onder leiding van een expert in intervisie, maar uiteindelijk past zelfsturing als vorm het beste bij professionals. Zij zijn capabel en verantwoordelijk genoeg om hun eigen intervisie-boontjes te doppen.

Waarom intervisie?

Je hart eens goed luchten bij collega’s, met een versnapering in de hand gelegitimeerd achterover leunen om een casus te overdenken, onbekommerd nieuw gedrag oefenen op je buurman aan tafel, gratis alternatieve oplossingen mee naar huis nemen, en thuis daarover een heerlijk egodocument produceren. Wie wil dat nou niet? In intervisie kan het allemaal!

In het proces van intervisie zitten eigenlijk alle elementen van het cyclisch leren vervat: een lastige casus uit de praktijk (ervaren), de reflectie op zo’n geval of gebeurtenis (bezinnen), het genereren van nieuwe ideeën en handelingsmogelijkheden (bijstellen) en vervolgens met die wijsheid weer te veld gaan om nieuwe ervaring op te doen (handelen) waarover je dan de volgende bijeenkomst verslag kunt doen (evalueren). Zo draagt intervisie bij aan het verdiepen van medische vakkennis, van zelfkennis en van (zelf)management. Communicatieve vaardigheden als feedback geven, een goed gesprek voeren of reflecteren kunnen worden besproken en geoefend buiten de hectiek van de praktijk. En binnen de groep van intervisie-genoten kunnen heikele situaties in vertrouwen besproken worden en steun en begrip opleveren. In termen van CanMeds werkt een dokter met het doen van intervisie eigenlijk aan alle competenties tegelijk, maar vooral aan communicatie, professionaliteit, samenwerking organisatie en medisch handelen.

Wat zijn de succesfactoren voor intervisie?

Voor een goede intervisie is om te beginnen ook een sfeer van vertrouwen nodig, met de professionals of teamgenoten waarmee je aan intervisie wilt beginnen moet je ervaringen kunnen en willen delen. In zijn definitie raakt Hendriksen echter ook aan een aantal andere factoren die van belang zijn bij intervisie. Intervisie is gebaat bij structuur, een werkvorm waarmee je een leercyclus kunt doorlopen (zie verderop). Niet alleen de structuur van een bepaalde werkvorm, maar ook de structuur van efficiënt vergaderen helpt om de intervisie succesvol te maken. Als zelfsturende eenheid zorgt een goede intervisiegroep voor een passende rol- en taakverdeling, agendabeheer en afspraken over reflectieverslagen, voorbereiding en aanwezigheid. Last but definitely not least : voor intervisie is motivatie van belang, ‘je moet er zin an hebben’, dan leer je het meest.

Dat intervisie ook nascholingspunten oplevert kan de motivatie overigens behoorlijk aanwakkeren. Bij de herregistratie van Kaderartsen is intervisie een onderdeel van het eisenpakket. Intervisie staat nog niet als zelfstandige nascholingsactiviteit vermeld in de regelgeving rond accreditatie, maar voor intervisie zijn de voorwaarden vergelijkbaar met toetsgroepen of FTO. Zo moet intervisie in een vaste groep (drie of meer) plaatsvinden met een minimum aantal van twee bijeenkomsten van één uur per jaar, op basis van een tevoren gemaakt jaarplan. Aan het einde van het jaar moet een verslag en een presentielijst worden aangeleverd. Voorwaarden waar je makkelijk aan kunt voldoen omdat ze inherent zijn aan een kwalitatief goed visitatieproces : om intervisie als leerinstrument rendabel te maken zijn meerdere bijeenkomsten per jaar van minimaal twee uur zeker nodig, anders bouw je ten eerste geen goede vertrouwensband op en kun je ook onvoldoende gebruik maken van de beschreven leercyclus. Er wordt bij de voorwaarden verder gesteld dat een begeleider nodig is, maar dat lijkt mij bij intervisie nou uiteindelijk niet de bedoeling, en is dus iets om bij accreditering gemotiveerd van af te wijken.

Werkvormen

Werkvormen voor intervisie zijn er in vele soorten en maten, maar ze zijn bijna allen geënt op een zelfde basismodel. De basisstructuur van een intervisie bevat volgens Hendriksen bij voorkeur de volgende elementen: kiezen van een inbreng, exploratie probleem, probleem(her)definiëring, advies, groepsthema (‘heb jij dat nou ook?’) en evaluatie. Welke werkvorm je uiteindelijk kiest hangt af van de stand van zaken in de intervisiegroep en de casuïstiek die men ter tafel wil brengen. Een beginnende groep heeft andere werkvormen nodig dan een doorgewinterde groep, bijvoorbeeld. En de ene casus leent zich voor een creatieve werkvorm, terwijl voor andere casuïstiek een zakelijke methode meer geschikt is.  Naast de meer bekende methoden als De Incidentmethode, Het Vijf Stappen Model of De Roddelmethode bestaan voor intervisie ook geheel andere, meer creatieve werkvormen. Neem bijvoorbeeld de Metaforen-methode, een creatieve werkvorm voor gevorderden: na de situatieschets volgt de fase waarin de deelnemers met gebruik van metaforen de inbreng of de inbrenger omschrijven. ‘Jan, je doet me denken aan een natte dweil’ of ‘Deze situatie lijkt nog het meest op een marktplaats na een bommelding’. Vervolgens bespreken de deelnemers waarom deze beeldspraak in ze opkwam en wat deze zegt over de kenmerken van de persoon of de situatie, waarna men met de inbrenger de bruikbare informatie op een rij zet.  Hendriksen biedt in zijn werkboek een fraai overzicht en duidelijke handvatten voor de toepassing van de diverse vormen voor intervisie.1,2    

Nwefiguur_Intervisie.jpg

Oplossingsgerichte intervisie

De rechtgeaarde dokter zal in het basismodel van Hendriksen alras de structuur van het diagnose-receptmodel, type probleemgeoriënteerde benadering herkennen. Een andere werkvorm die een interessante invalshoek kan bieden is de oplossingsgerichte intervisie. Deze vorm van intervisie gaat niet zozeer uit van probleem-verkennende strategieën als wel (het woord zegt het al) van oplossingsgerichte strategieën. Bij oplossingsgerichte strategie  ligt de focus kort gezegd op wat er goed gaat en waar je naartoe wilt werken. Dus niet op wat er fout ging en wat je in de toekomst wilt voorkomen. Dit levert de intervisiegenoten naast een aantal handelingsalternatieven ook een andere mindset op: wie over problemen praat ervaart problemen (met alle zwaarte van dien) en wie over de gewenste situatie nadenkt ervaart mogelijkheden (met alle lichtheid die daar bij hoort). Een oplossingsgerichte intervisie heeft een iets andere procesgang, waarbij doelformulering komt in plaats van probleemverkenning en waarbij de fase van advisering veel minder op de voorgrond staat (zie figuur 1).3 Oplossingsgerichte vragen die daarbij aan de orde komen zijn bijvoorbeeld : Wat gaat goed? Wat is geprobeerd en wat hielp? Hoe ziet de gewenste situatie eruit? Hoe zou het kunnen worden? Wanneer doet het probleem zich niet voor? Welk cijfer geeft de deelnemer zijn situatie nu? En wat is nodig om tot een hoger cijfer te komen? Welke stap kan morgen gezet worden? Waarna dan de evaluatie volgt en de vervolgafspraken. Bij de volgorde van deze vragen formuleert de deelnemer zelf wat zijn mogelijkheden zijn en hoe hij of zij die gaat toepassen. Heel socratisch eigenlijk, de wijsheid ligt vaak al in jezelf besloten. Deze vragen lenen zich overigens niet alleen goed voor intervisiebijeenkomsten, ook tijdens de koffie kunnen ze goed van pas komen, als de koffieautomaat in een klaagmuur dreigt te veranderen.

Wat levert intervisie ons op?

Hendriksen1 is duidelijk over de positieve effecten van intervisie : het levert verdieping van kennis en vergroting van vaardigheden op die de professional in staat stellen om zichzelf te veranderen en te verbeteren en met plezier te blijven werken. Tegelijkertijd lijkt de praktijk weerbarstig te zijn, zo blijkt uit een artikel van Van Rooijen et al.4: bij de aangehaalde effectstudies over intervisie lijken deze vooral allerlei inzichten in eigen handelen op te leveren, en niet zozeer gedragsverandering in de praktijk.

Tot slot. Een kleine inventarisatie van opbrengsten in de beide intervisiegroepen waar ik zelf in participeer leverde het volgende op. Over de intervisie in vakgroep-verband zijn we als vakgroep behoorlijk enthousiast. Al langere tijd vormde intervisie een onderdeel van ons vakgroep-overleg. In eerste instantie deden we dit in een half-uursmodel met een inbrenger, een bevrager en observanten. Een model dat zich vanwege zijn beperkte tijdsinvestering handig in een werkoverleg laat agenderen, wat tegelijkertijd meteen de valkuil is: het laat zich er ook net zo handig weer uít-agenderen. Een half uur is eigenlijk te kort is om aan een lastige  situatie goed aandacht te geven en niet iedereen stapt makkelijk over zijn of haar intervisie-drempel heen. Tegenwoordig maken we minimaal vier maal per jaar 1,5-2 uur tijd vrij exclusief voor intervisie, eerst begeleid, doch inmiddels zelfsturend, waarmee we genoemde valkuilen succesvol hebben leren omzeilen. Het vergroot onze teamgeest, en levert ons een betere onderlinge relatie op, waarin feedback en reflectie steeds meer tot de normale interactie zijn gaan behoren. Intervisie is daarom een bewuste keuze.

Ook de ervaringen met intervisie onder Kaderartsen Psychogeriatrie uit de regio zijn zeer positief. Het accent van deze intervisie ligt niet zozeer op teambuilding, maar op het bespreken van complexe praktijksituaties, met name waar deze tot persoonlijke dilemma’s leiden. Daar liggen ook de kansen voor persoonlijke groei. Elke bijeenkomst levert een geanimeerde interactie op die voor iedereen steunende, leerzame en soms confronterende momenten bevat. Intervisie inspireert tot uitdiepen van ziektebeelden, gedachten en motieven. De reflectie op eigen ervaren en handelen, in een veilige omgeving en los van de waan van de dag, helpt ons om verder te komen en langzaam aan wel degelijk ons eigen gedrag te veranderen. Ik kan het daarom eigenlijk iedereen aanraden.

Intervisie is echt een cadeau aan jezelf!

Auteur(s)

  • Drs. Jacobien F. Erbrink, specialist ouderengeneeskunde, Van Neynsel te Den Bosch

Literatuur

  1. Jeroen Hendriksen, ‘Werkboek Intervisie’. Uitgeverij Nelissen 2002
  2. Jeroen Hendriksen, ‘Begeleid Intervisie Model’. Uitgeverij Nelissen 1997
  3. Fredrike Bannink, ‘Positieve supervisie en intervisie’. Hogrefe Uitgevers 2012
  4. Van Rooijen-Mutsaers et al. Nederlands Jeugd Instituut 2014
Reacties
PDF
Genereer PDF document