App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Woord voorzitter

Nachtdiensten

Nienke Nieuwenhuizen

Nienke-Nieuwenhuizen.jpg

Nu ik even geen dienst doe, mis ik ze eigenlijk wel, die nachtdiensten. Natuurlijk mis ik het niet om uit mijn warme bed te stappen. Ik mis ook niet de werkdag na een drukke nachtdienst. Of die telefoontjes met vragen die prima tot de volgende ochtend kunnen wachten. Of tot volgende week. En ik mis ook niet die telefoontjes waarbij je midden in de nacht moet afwegen; ga ik wel of ga ik niet? Waar je vertwijfeld zoekt naar informatie die je nodig hebt om die afweging goed te maken, maar die je niet krijgt. En je je eigenlijk moet realiseren dat het voor die persoon aan de andere kant van de telefoon waarschijnlijk ook geen fijne situatie is. Bewust onbekwaam of onbewust onbekwaam, is dan de vraag. En eigenlijk is dan altijd het antwoord ‘’gaan’’. Dus pyjama uit en werkkleding aan. Bij twijfel staat nu eenmaal het patiëntenbelang voorop. Beter een keer te vaak dan een keer te weinig gaan kijken…

Wat mis ik dan wel aan die nachtdiensten? In de nacht is de sfeer anders. Lopend door de stille ruimtes en kamers, samen op weg naar die ene persoon waar zorgen over zijn, geeft een gevoel van saamhorigheid en echt bezig zijn met de dingen die er toe doen. Want of er nu wel of niet iets acuuts aan de hand is, er is altijd een vraag die opgelost moet worden of steun die je kunt geven. Een gevoel echt te dokteren…vanuit het perspectief van de hele mens. Zoals zo mooi gezegd in het Frans: ‘La médecine c’est guérir parfois, soulager souvent, consoler toujours’. En natuurlijk altijd dat gevoel van gezonde spanning omdat je niet weet wat je te wachten staat. Dat je zonder veel mogelijkheden, met alleen je ogen, je oren en je handen, moet proberen te achterhalen wat er aan de hand is.

Nachtdiensten. Ze horen bij het werk, leveren mooie momenten op, maar ook kopzorgen. Het dienstrooster rond krijgen is een hele opgave. Elke regio, elke locatie, heeft zijn eigen knelpunten. En dus ook zijn eigen oplossingen. En hoe houden we de kwaliteit hoog? Als we erkennen dat we een rol hebben in de keten rond de kwetsbare oudere en dat we behandeling leveren ‘’ongeacht verblijfplaats’’, hoe gaan we we onze kennis en expertise dan ook buiten het verpleeghuis inzetten? Ook in de nacht? Hoe zorgen we ervoor dat we ook beschikbaar zijn voor overleg in de nacht? En wat leveren we dan? Kunnen we 24/7 mensen ontvangen in het verpleeghuis of op een eerstelijns bed? Of zitten er toch grenzen aan, of randvoorwaarden die dan eerst op orde moeten zijn? En hoe gaan we om met de vele kleinschalige woonvormen die ver uit elkaar liggen? Ook hier blijft de belangrijkste vraag; hoe borg je de kwaliteit? Ziekenhuizen sluiten soms ook hun bedden. Zelfs de spoedeisende hulp gaat soms dicht. Hoe doen wij dat?

Innovatieve oplossingen kunnen mogelijk helpen tijdens de (nacht)dienst. Hoe vaak heb ik niet gedacht dat, als ik de patiënt even zou kunnen zien, ik meteen meer informatie heb. Een iPad met facetime-achtige verbinding zou daar al bij helpen. Ook inzicht vanuit huis in alle (medische) gegevens van de patiënt is een noodzaak. Maar dit is helaas nog steeds niet in alle verpleeghuizen mogelijk. Of inzicht in allerhande real-time metingen, zou kunnen helpen om beter inzicht in de situatie van de patiënt te krijgen. En die mogelijkheden zijn er ook, vast ook goed beveiligd. Alleen gebruiken we die nog onvoldoende.

En wat te denken van de 24-uurs beschikbaarheid van een verpleegkundige voor verpleegkundige interventies en ondersteuning? Dit lijkt me geen inhoudelijk vraagstuk meer, maar mogelijk wel een praktisch. Want verpleegkundigen zijn ook niet altijd in grote aantallen aanwezig in de langdurige zorg. Naast goede afspraken rond taakherschikking en het aantrekkelijker maken van het werken in de langdurige zorg door het verbeteren van de randvoorwaarden en een verdere professionalisering door meer onderzoek, zouden we kunnen nadenken hoe we beter de verbinding kunnen maken met de wijkverpleging. Dat geeft kennisuitwisseling tussen de wijk en het verpleeghuis en daarnaast de mogelijkheid om de schaarse kennis en ervaring beter in te zetten. Wellicht geldt voor verpleegkundigen ook wel het principe onbekend maakt onbemind? Als meer mensen onze ‘habitat’ leren kennen zullen er meer mensen komen werken. Daarnaast is het wellicht ook leuk om de combinatie te hebben van ‘binnen’ en ‘buiten’. Dat merken we tenslotte ook aan ons eigen werk. Veel jonge collegae zien juist daarin de kansen en uitdagingen.

Vast staat dat er nog veel te winnen is in de nacht. Zowel voor de dokter, als voor de patiënt. En zowel voor de kwaliteit van de geleverde diensten als voor de samenwerking met verzorging, (wijk)verpleging, huisarts en ziekenhuis. ICT en nieuwe samenwerkingsverbanden zijn hierin essentieel. En, met het veranderen van de omvang en soorten vragen, moeten we ook weer eens kijken naar compensatieregelingen. Sommige collega’s werken met een rooster waarin je, net als in de ziekenhuizen, een week dienst hebt gevolgd door een langere compensatietijd. Maar je zou ook kunnen denken aan de beschikbaarheid over een chauffeur als je lange afstanden moet rijden of een grote regio moet beslaan. Want ik herinner me nog levendig die ene nacht dat ik toch net iets te gejaagd op weg was naar een heel instabiele meneer, met elke vijf minuten ook nog overleg over de telefoon. Veilig was het zeker niet.

De ouderenzorg is een 24-uurs bedrijf, maar in de praktijk toch vaak niet helemaal. Of in ieder geval zijn de randvoorwaarden en faciliteiten niet over de hele 24 uur gelijk. En dat heeft invloed op de kwaliteit. Misschien moeten we als Verenso dit thema op de innovatie-agenda plaatsen, met vooral aandacht voor nieuwe technologieën.

Er is nog iets waar ik nog niet uit ben. Prof. June Andrews sprak op 31 mei op ons Verenso voorjaarscongres over een passende woonomgeving voor mensen met dementie. Daarin riep ze de verpleging en verzorging op om in de nachtdienst een pyjama te dragen. Dan weten patiënten die in de nacht wakker worden, dat het nog nacht is in plaats van dat ze het gevoel krijgen dat iedereen aan het werk is. Dat geeft ze rust. Op zich een logische gedachte. Zullen wij als dokters ook in pyjama dienst gaan doen? Dat zou wel schelen in omkleedtijd en dus in aanrijtijd. En misschien slaap ik dan zelf ook weer sneller in als ik weer in mijn bed lig! 

Auteur(s)

  • Nienke Nieuwenhuizen, specialist ouderengeneeskunde
Reacties
PDF
Genereer PDF document