11 september 2019

Rechter: specialist ouderengeneeskunde niet schuldig aan moord

De specialist ouderengeneeskunde, die verdacht werd van onzorgvuldige euthanasie op een patiënte met vergevorderde dementie in 2016, heeft zich bij de euthanasie gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet en is niet schuldig aan moord. Dit oordeelde de rechtbank in Den Haag vandaag.

Nienke Nieuwenhuizen, voorzitter Verenso: ‘Uiteraard zijn we heel blij voor deze specialist ouderengeneeskunde. Maar met deze uitspraak blijven de dilemma’s bestaan. Als arts zul je zeer zorgvuldig moeten blijven wikken en wegen, bij ieder verzoek om levensbeëindiging opnieuw. Een schriftelijke wilsverklaring is immers geen waardebon voor levensbeëindiging. Laten we vooral met elkaar blijven zoeken naar een antwoord op het lijden, dat onder deze vraag uit de maatschappij ligt. Al kunnen we lijden nooit helemaal voorkomen.’

René Héman, voorzitter KNMG: 'Deze uitspraak is een enorme opluchting voor de arts en alle betrokkenen.  Met deze uitspraak geeft de rechtbank meer duidelijkheid over het al dan niet bestaan van een plicht van een arts om de actuele  levens- of stervenswens van een wilsonbekwame patiënt met dementie te verifiëren.' De rechtbank oordeelde dat de arts een dergelijke plicht niet heeft en vindt het verifiëren in deze situatie bovendien niet betekenisvol, omdat de patiënt diep dement en volledig wilsonbekwaam was.  

Voldaan aan alle vereisten

Het schriftelijk euthanasieverzoek van patiënte was volgens de rechtbank duidelijk, mede op basis van wat de huisarts en naasten van patiënte hierover hebben aangegeven. Dit schriftelijk euthanasieverzoek vormde de basis voor de euthanasie. Toen mondelinge verificatie van de wensen en het lijden van de patiënte niet meer mogelijk was, heeft de arts zich hierover vervolgens een eigen oordeel gevormd door onder meer het lezen van het medisch dossier, overleg met de huisarts, andere zorgprofessionals, met de echtgenote en dochter. Daarnaast heeft zij patiënte zelf uitgebreid geobserveerd en twee SCEN artsen geraadpleegd. De arts heeft haar afweging dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek voor euthanasie hiermee op een zorgvuldige wijze gemaakt. Volgens de rechtbank heeft de arts voldaan aan alle vereisten van de euthanasiewet.

‘Er is een euthanasiewet waarin zorgvuldigheidseisen staan genoemd’, zegt KNMG-voorzitter Héman, ‘maar in de praktijk blijken complexe situaties voor ingewikkelde dilemma’s te zorgen. Artsen zien vaak dat mensen schriftelijk vastleggen dat zij euthanasie willen als zij ernstig dement zijn geworden. Dit doen zij bijvoorbeeld omdat zij een naaste die aan dementie leed ernstig hebben zien lijden. In de praktijk blijkt echter dat mensen die vergevorderde dementie hebben, soms niet meer kunnen aangeven of ze nog een doodswens hebben of niet. En als een arts niet kan vaststellen dat de patiënt op dat moment ook uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, kan het euthanasieverzoek niet worden ingewilligd. Aan alle vereisten van de euthanasiewet moet immers worden voldaan.'

Specifieke zaak

De strafzaak ging om een heel specifieke zaak met een wilsonbekwame patiënt met vergevorderde dementie. Euthanasie in een situatie van vergevorderde dementie komt in de praktijk niet vaak voor (2 meldingen in 2018). Wel is het van belang dat er meer ondersteuning komt voor artsen die met deze ingewikkelde situaties te maken krijgen.

Handvatten

In het project 'Euthanasie bij dementie' werken Verenso, de KNMG en de andere federatiepartners aan een visie die artsen ondersteunt om samen met patiënten en naasten de juiste afwegingen te maken. Dit wordt geen document dat aangeeft hoe iemand euthanasie bij dementie kan 'regelen' of een document dat juist euthanasie bij vergevorderde dementie uitsluit. Héman: ‘We begrijpen heel goed dat mensen op zoek zijn naar zekerheid over de bereidheid van de arts als ‘het moment daar is’, maar elke patiënt en situatie is uniek en elke arts heeft hierin een eigen afwegingsruimte. De visie wordt een ondersteuning in dat afwegingsproces. Een visie die inzicht geeft in de vraag onder welke voorwaarden het professioneel verantwoord is om euthanasie uit te voeren bij mensen in de verschillende fasen van dementie.’

Vervolg

Uiteraard blijven er vraagpunten, ook gezien het feit dat de tuchtrechter – die kijkt naar het medisch-professioneel handelen - anders heeft geoordeeld. Momenteel bestuderen de KNMG en Verenso de uitspraak van de strafrechter. Totdat de zaak onherroepelijk is (er kan beroep worden ingesteld) gaan de KNMG en Verenso niet inhoudelijk op deze strafzaak in. Uiteraard wordt de uitspraak meegenomen in de ethische en juridische analyse binnen het project Euthanasie bij dementie.

Platform Verenso

Wij zullen bekijken wat deze uitspraak voor consequenties heeft voor de beroepsgroep van specialisten ouderengeneeskunde. Bent u lid van Verenso en heeft u behoefte om met andere leden hierover te discussiëren? Ga dan naar ons besloten platform

Lees ook:

 

Naar nieuwsoverzicht