10 juni 2021

Gezamenlijke lobby leidt tot aanpassingen Wet zorg en dwang (Wzd)

De afgelopen weken heeft Verenso samen met een aantal andere veldpartijen gelobbyd voor de vereenvoudiging van de Wzd. En met succes.

Gezamenlijke brief

De Tweede Kamer heeft op dinsdag 8 juni 2021 ingestemd met de Reparatiewet. Deze wet wijzigt de Wzd en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Afgelopen weken is er door een aantal veldpartijen, waaronder Verenso, vijf voorstellen gedaan ter vereenvoudiging van de Wzd. Drie daarvan zijn via amendementen overgenomen door de Tweede Kamer, de andere twee zullen worden onderzocht door de minister en meegenomen worden bij een latere wetsevaluatie.

Onafhankelijk deskundige

Belangrijk succes is dat de extern deskundige nu een onafhankelijk deskundige mag zijn. Dat betekent dat de deskundige niet altijd uit een andere organisatie hoeft te komen om toch zijn rol te kunnen vervullen. Uiteraard mag de deskundige nog steeds niet bij de behandeling van de client betrokken zijn, maar kan wel werkzaam zijn bij dezelfde organisatie die de client zorg en behandeling verleent. Natuurlijk kan een client nog wel zelf vragen om een externe adviseur. Dit amendement zorgt voor minder bureaucratie en meer maatwerk voor zowel cliënten als professionals. De onafhankelijkheid van de deskundige en van het advies staat nog steeds voorop.

Cliënten met psychische stoornis ook in de Wzd

Ten tweede heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarbij de mogelijkheid wordt geboden aan cliënten met een psychische stoornis om gedwongen te  worden opgenomen in een verpleeghuis of een locatie voor gehandi­captenzorg. Tot nu toe konden deze cliënten alleen in de geestelijke gezondheidszorg worden opgenomen. In de praktijk blijken sommige cliënten met een psychische stoornis echter beter op hun plek te zijn in de ouderenzorg of gehandicaptenzorg.

Beoordeling onvrijwillige zorg eenvoudiger

Ten derde is via een aangenomen amendement vereenvoudigd hoe zorgverleners moeten beoordelen of onvrij­willige zorg, die in het zorgplan is opgenomen, in de praktijk daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. De Tweede Kamer heeft deze beoordeling teruggebracht tot de twee vragen waarom het uiteindelijk gaat: is onvrijwillige zorgverlening in de gegeven omstandigheden nodig en kan wellicht in de gegeven omstandigheden worden volstaan met een minder ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg? Als de onvrijwillige zorg in het zorgplan is opgenomen, mogen zorgverleners er met dit amendement van uitgaan dat deze vorm(en) ook toegepast mogen worden. Zorgverleners zullen dan, voordat zij tot het toepassen overgaan, vanuit hun deskundigheidsgebied kijken naar deze twee vragen en hoeven niet opnieuw en dubbelop formeel toestemming aan de zorgverantwoordelijke te vragen.

Minister onderzoekt twee andere wensen

De veldpartijen hebben ook aangedrongen op een regeling van overplaatsing van cliënten van de geestelijke gezondheidszorg naar de ouderenzorg of gehandicaptenzorg en andersom en op verduidelijking van de regels met betrekking tot informatie-uitwisseling bij de verlening van onvrijwillige zorg. Deze punten gaat minister Van Ark onderzoeken. Minister Van Ark heeft de Tweede Kamer bovendien toegezegd te gaan onderzoeken of een onderscheid gemaakt kan worden tussen lichtere en zwaardere vormen van onvrijwillige zorg, zodat het stappenplan niet altijd integraal hoeft te worden uitgevoerd. Het wetsvoorstel wordt nu voorgelegd aan de Eerste Kamer. De Reparatiewet treedt naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2022 in werking.

Meer informatie: Nanda Hauet of Roy Knuiman

Naar nieuwsoverzicht