Er is een nieuwe KNMG-Gedragscode voor artsen. In vijftien regels geeft de gedragscode o.a. aan waar wij als artsen voor staan en wat patiënten, collega’s en maatschappij van ons mogen verwachten.
De nieuwe gedragscode vervangt de KNMG-gedragsregels uit 2013 met maar liefst 67 regels, en is met 15 kernregels een handzaam document geworden. Die 15 kernregels vormen de basis, waarna elke regel is voorzien van een korte toelichting. Daarin wordt uitgelegd waarom de regel van belang is en wat deze betekent voor jouw beroepsuitoefening. Vervolgens kun je bij iedere regel verwijzingen vinden voor het gebruik van de regel in de praktijk.
Omdat artsen, patiënten én de maatschappij zijn veranderd, is ook de gedragscode mee veranderd. Zo is er bijvoorbeeld meer aandacht voor gezamenlijke besluitvorming met de patiënt. Maar ook voor het respectvol samenwerken met collega’s en de maatschappelijke rol van artsen, ook kijkend naar de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan duurzaamheid en de beschikbaarheid en toegankelijkheid van zorg.
De gedragscode geldt voor alle BIG-geregistreerde artsen. De punten in de gedragscode zijn van toepassing op alle werkzaamheden die artsen uitvoeren: op het terrein van individuele zorg én collectieve zorg. Maar ook van cure, care tot en met preventie. De regels in de gedragscode zijn niet statisch en absoluut: ze moeten altijd gezien worden in de actuele en concrete context. Het geeft je richting bij je handelen, het laat zien wat je mag en moet meewegen, maar jij als arts maakt uiteindelijk de beslissing. Deze gedragscode gebruik je daarbij als ruggensteun.
De KNMG-Gedragscode voor artsen komt voort uit diverse bijeenkomsten met artsen, experts, stakeholders en een multidisciplinaire federatieve werkgroep. Op basis van deze bijeenkomsten en de huidige artsenpraktijk, actuele wetgeving, richtlijnen en inzichten zijn de 15 kernregels geformuleerd. Deze zijn steeds tijdens inspraakavonden, in het KNMG-artsenpanel en in een internetconsultatie getoetst.
