Kwaliteit

FAQ accreditatie en herregistratie

Hieronder treft u de meeste gestelde vragen over accreditatie en herregistratie aan.
Staat uw vraag er niet bij, stuur dan een e-mail naar accreditatie@verenso.nl of bel naar 0183 - 641014.

Het Accreditatie Bureau Cluster 1 (ABC1) is het centrale loket voor het aanvragen van accreditatie van algemene nascholing voor drie beroepsverenigingen: huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten. 

Aanvragen accreditatie bij het ABC1 of bij de beroepsvereniging:

  1. medisch handelen (accreditatie meestal door beroepsvereniging);
  2. communicatie (accreditatie meestal door ABC1);
  3. samenwerking (accreditatie meestal door ABC1);
  4. kennis en wetenschap (accreditatie meestal door ABC1);
  5. maatschappelijk handelen (accreditatie meestal door ABC1);
  6. organisatie (accreditatie meestal door ABC1);
  7. professionaliteit (accreditatie meestal door het ABC1).

Lees meer in de toelichting.

Klik hier voor het document Regelgeving ABC1.

Met één aanvraag via het ABC1 wordt uw algemene nascholingsbijeenkomst voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten geaccrediteerd.

Sinds 1 april 2010 wordt in uw persoonlijk nascholingsdossier in GAIA (Gemeenschappelijke Accreditatie Internet Applicatie) zichtbaar op welke CanMEDS-competenties u nascholing heeft gevolgd. KNMG Colleges hebben een overzicht van CanMEDS-competenties vastgesteld. Dit zijn dezelfde competenties die gelden voor de artsenopleidingen.

Geen exacte kopie van de werkelijkheid
Het overzicht van competenties in uw persoonlijk nascholingsdossier geeft een indicatie op welke competenties u nascholing heeft gevolgd. Het vormt geen exacte kopie van de werkelijkheid. Voor u dient het als reminder om niet uitsluitend medisch inhoudelijke nascholing, of uitsluitend managementcursussen te volgen. Voor de wetenschappelijke vereniging worden op het aggregatieniveau van het specialisme statistieken gemaakt ten behoeve van het nascholingsbeleid. Zijn er witte vlekken in het nascholingsaanbod voor de achterban, of in de nascholing die door de achterban wordt gevolgd? Uitgangspunt is dat het geen algemene verplichting wordt om op alle competenties nascholing te volgen. Iedere arts kiest voor zichzelf de nascholing die voor hem of haar relevant is.

Waarom wordt een overzicht met CanMeds-competenties gemaakt?
De KNMG heeft met het ministerie van VWS afgesproken dat inzichtelijk wordt gemaakt op welke competenties nascholing wordt aangeboden en gevolgd. Deze afspraak is gemaakt met instemming van de wetenschappelijke- en beroepsverenigingen van erkende specialismen. Door deze transparantie te bieden, wordt voorkomen dat de overheid regels gaat opstellen met betrekking tot de vereiste inhoud van de nascholing, zoals in sommige Europese landen is gebeurd. In de visie van de medische beroepsgroep is de inhoud van de nascholing een zaak van de beroepsgroep zelf en niet van de overheid die daarvoor de inhoudelijke kennis mist. Aan VWS wordt uitsluitend globale informatie verstrekt over specialismen en niet over individuele artsen.

Hoe worden de competenties aan nascholing gekoppeld?
Aan alle aanbieders van nascholing wordt gevraagd om per nascholing minimaal één en maximaal drie competenties aan te vinken, waarop wordt nageschoold. Als meer dan één competentie wordt aangevinkt wordt gevraagd om globaal de verhouding in percentages weer te geven van de mate waarin de aangevinkte competenties in de nascholing aan bod komen. Het totaal moet uitkomen op 100%. Voorlopig worden alleen congressen, symposia, e.d. door aanbieders gelabeld.

Ter illustratie een voorbeeld
Een congres telt bijvoorbeeld tien workshops, waarvan acht medisch inhoudelijk en twee gericht op communicatie. De aanbieder labelt de scholing als 80% medisch inhoudelijk en 20% communicatie. Het is namelijk ondoenlijk om dit per individu precies te registreren. Als de arts twee medisch inhoudelijke workshops van een uur heeft gevolgd, wordt in zijn persoonlijk nascholingsdossier het volgende vastgelegd:

80% x 2 uur = 1,6 uur medisch inhoudelijk;
20% x 2 uur = 0,4 uur communicatie.

Herregistratie
De formele eisen hiervoor liggen vast in het betreffende Kaderbesluit-CHVG. De Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) beslist over (her)registratie van de specialist ouderengeneeskunde. De inschrijving van een arts in het betreffende register van specialisten wordt hernieuwd indien hij heeft aangetoond, dat hij in de vijf jaar direct voorafgaand aan de expiratie van de registratie heeft voldaan aan de navolgende eisen: hij is regelmatig en in voldoende mate als specialist in het betreffende specialisme werkzaam geweest; de minimum omvang van de werkzaamheden bedraagt minimaal 16 uur per week.

Accreditatie
In het Kaderbesluit wordt over de kwalitatieve eisen gesteld: de arts heeft in voldoende mate deelgenomen aan geaccrediteerde deskundigheidsbevorderende activiteiten op het terrein van het betreffende specialisme (zie ook de accreditatieregelgeving ABC1).

Onder deskundigheidsbevordering wordt verstaan het onderhouden en verwerven van kennis en nieuwe ontwikkelingen in de geneeskunde, van ontwikkelingen op het eigen vakgebied van de specialist ouderengeneeskunde/sociaal geriater. Tevens is deskundigheidsbevordering gericht op het verkrijgen van vaardigheden en het bevorderen dan wel aanleren van attitudes op dat vakgebied. Bij nascholing wordt er van uitgegaan, dat de specialist ouderengeneeskunde/sociaal geriater voldoet aan de standaarden zoals opgesteld door de eigen beroepsgroep, zoals beschreven in de recent ontwikkelde competentieprofielen. Continue medische (na) scholing is onlosmakelijk verbonden met de competente medicus.

De arts moet gemiddeld 40 uur per jaar aan geaccrediteerde deskundigheidsbevordering deelnemen. Bij het volgen van deskundigheidsbevordering waaraan accreditatie is toegekend, ontvangt de aanvrager een certificaat waarop de verkregen accreditatiepunten zijn vermeld. Deze certificaten moet hij overleggen bij zijn verzoek om hernieuwde inschrijving in het register van specialisten ouderengeneeskunde.

Het is de verantwoordelijkheid van de individuele arts om in het kader van de wettelijke herregistratie voor zichzelf een evenwichtig nascholingspakket samen te stellen. Het Accreditatieorgaan helpt daarbij door voor alle aspecten van het takenpakket deskundigheidsbevordering te accrediteren.

Circa vier maanden voor uw herregistratie ontvangt u het bericht van de Registratiecommissie om uw dossier aan te melden. U logt in in uw GAIA-dossier en selecteert mijn dossier. Hierna kiest u de optie dossier aanmelden en sluit af met ok.

Sinds 1 januari 2017 is de eis vervallen dat de specialist ouderengeneeskunde voor de herregistratie minimaal 50 uur ANW-diensten gemiddeld per jaar moet verrichten. De consequentie hiervan is dat de RGS vanaf 1 januari 2017 niet meer toetst op het verrichten van de ANW-diensten. De werkzaamheden tijdens de avond, nacht en in het weekend worden gezien als gewone werkzaamheden, vallend onder de voor herregistratie geldende 16 uur per week. Het verrichten van ANW-diensten kan uiteraard wel volgen uit de CAO, maar voor de herregistratie als specialist ouderengeneeskunde is dit dus niet langer een vereiste.

Heeft u vragen over herregistratie als specialist ouderengeneeskunde en de eisen hiervoor, dan kunt u contact opnemen met het bureau van de RGS: telefonisch 088-440 43 10 of herregistratie@fed.knmg.nl

Voor vragen over herregistratie als kaderarts kunt u terecht bij kaderartsen@verenso.nl of telefonisch 030-2771910.

U kunt hiervoor niet met uw persoonlijke wachtwoord en gebruikersnaam inloggen. U dient als aanbieder van nascholing een wachtwoord en gebruikersnaam aan te vragen.

Vervolgens zet u de volgende stappen:

  1. Ga naar: www.knmg.nl/aanbieder
  2. Vervolgens logt u in met uw wachtwoord en gebruikersnaam (niet met persoonlijke inlogcodes, maar van de instelling/organisatie).
  3. Als u nog geen inloggegevens heeft dan klikken op de vraag 'nog geen account'.
  4. U ontvangt t.z.t. uw inlogcode (als aanbieder).
  5. Na ontvangst van uw inlogcodes, vraagt u autorisatie aan. Selecteer KNMG-GAIA.
  6. Na ongeveer 2 werkdagen wordt u geautoriseerd. Na autorisatie kunt u accreditatie aanvragen.


Indien u uw inlogcodes heeft:

  1. Klik op: accreditatie indienen
  2. Selecteer Nieuwe Nascholing
  3. Volgende
  4. Accreditatie Bureau Cluster 1 (huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten)
  5. Volgende
  6. Volgende
  7. De vraag beantwoorden.
  8. Als het goed is, is categorie Groepen aangevinkt. 
  9. De gevraagde gegevens invullen. 

Het vooraf indienen van een jaarplan is een hulpmiddel om meer planmatig te werken. Op basis van een eventuele reactie van de Accreditatie Commissie kunnen groepen de werkwijze of te behandelen onderwerpen zonodig aanpassen zodat voldaan wordt aan de accrediteringscriteria. Uiteraard kan het zo zijn dat u, met reden, voor een deel afwijkt van het jaarplan. De motivatie daartoe is te geven in het jaarverslag. Overigens kan het Verenso activiteitenplan benut worden om te bepalen welke relevante richtlijnen/ handreikingen gepubliceerd worden, zodat deze betrokken kunnen worden bij het kiezen van onderwerpen.

Indien de groep, om wat voor reden ook, niet in staat is om bepaalde informatie in het jaarplan op te nemen kan dit met redenen omkleed in het plan vermeld worden. Men dient zich dan wel te realiseren dat bij het jaarverslag wel alle vereiste gegevens vermeld dienen te worden.

 

Bij groepen (FTO, toetsingsgroepen, supervisie, intervisie)

  1. Ga naar: www.knmg.nl/aanbieder
  2. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in om in te loggen.

U krijgt dan het hoofdmenu

  1. Klik op het desbetreffende ID-nummer
  2. Klik op presentie
  3. Klik op presentie toevoegen
  4. Selecteer datum (bijvoorbeeld 11 januari 2016 als de 1ste bijeenkomst op die datum plaatsvond)
  5. Volgende
  6. Presentielijst scannen (hoeft niet per se)
  7. Volgende
  8. Type de naam van de deelnemer in of het BIG-nummer.
  9. Voeg de juiste persoon toe.
  10. Als alle aanwezigen van 11 januari 2016 zijn ingevoerd, klikken op volgende en dan op gereed
  11. Dan sluiten
  12. Dan klikken op presentatie toevoegen voor de volgende datum, bijv. 27 februari 2016

 

Bij nascholingen met fysieke bijeenkomsten

  1. Ga naar: www.knmg.nl/aanbieder
  2. Voer gebruikersnaam en wachtwoord in om in te loggen.

U krijgt dan het hoofdmenu

  1. Selecteer om welke nascholing/bijeenkomst het gaat
  2. Presentie
  3. Toevoegen presentie
  4. Klikken op balderen om de presentielijst toe te voegen
  5. Volgende
  6. Deelnemers toevoegen
  7. Als alle deelnemers toegevoegd zijn, klikken op gereed en sluiten

Het format bevat alle informatie die nodig is voor de Accreditatie Commissie. Wel dient een overzicht gemaakt te worden van data, duur van de bijeenkomst en aanwezigheid van de deelnemers (tekenen) per bijeenkomst. Deze dient bij het indienen van het jaarverslag in GAIA ingevoerd te worden. Wij adviseren de groepen een manier van verslaglegging per bijeenkomst te ontwikkelen, die het mogelijk maakt de gegevens die nodig zijn voor het jaarverslag op een makkelijke manier te genereren.

  1. Te behandelen onderwerpen behoren tot het takenpakket van de specialist ouderengeneeskunde.
  2. Het betreft een vaste groep.
  3. Er worden minimaal 6 bijeenkomsten per jaar gehouden van minimaal één uur (FTO) en minimaal 2 uur voor toetsing/intervisie.
  4. Begeleiding door toegerust (proces)begeleider (zoals dat tot nu toe ook het geval is).
    Nb. Verenso kent geen erkend kwaliteitsconsulent.
  5. Jaarplan en programma worden vooraf aan de Accreditatie Commissie voorgelegd.
  6. Implementatie van de diverse programma’s is een vast onderdeel van de sessies.


Uiteraard gelden daarnaast de criteria voor inhoud, onderwijskundige opzet, organisatie en uitvoering. Alle criteria zijn verwerkt in de formats jaarplan FTO en jaarplan toetsgroep en jaarverslag. Het jaarplan van de Intern Besloten Groep dient vooraf ingestuurd te worden.

Bij intervisie wordt uitgegaan van actuele werkproblemen van de deelnemers.
 
Het vooraf indienen van een jaarplan is ook bij een intervisiegroep een hulpmiddel om meer planmatig te werken. Een groep kan wel al aangeven dat zij onderwerpen gerelateerd aan het arts zijn/ het takenpakket gaat bespreken en hoe zij dit doet (er zijn vele vormen van intervisie en niet iedere methode borgt de volledige kwaliteitscirkel). Tevens is het relevant dat zij hebben nagedacht hoe bronnen en richtlijnen te benutten bij de intervisie, hoe ze er voor zorgen dat alle deelnemers aan de beurt komen bij het inbrengen van ‘een casus/ werkprobleem’ en hoe de resultaten van de deelnemers worden getoetst en dergelijke. Eén en ander is in het jaarplan op te nemen.

Elke groep moet een ‘Toegerust Begeleider’ hebben. Een toegerust begeleider is een algemene term voor alle begeleiders van groepen, die door de beroepsvereniging als zodanig zijn erkend en geregistreerd. Omdat er sprake is van verschillende soorten gesloten geroepen en er soms specifieke eisen worden gesteld aan de begeleider is gekozen voor deze algemene term. Begeleiders van toetsingsgroepen en intervisiegroepen hebben soms een specifieke opleiding of deskundigheid. Binnen Verenso worden geen aanvullende eisen gesteld aan de begeleiders van groepen. Er is dan ook geen profielschets waaraan een toegerust begeleider moet voldoen. Dit betekent dat de huidige begeleiders van groepen vallen onder het begrip 'toegerust begeleider'. 

Formats voor toetsgroepen vind je overzichtelijk op een rij op deze pagina

Mocht je geen of de inloggegevens kwijt zijn, dan kun je via  https://pe-online.info/aanbieders/ een nieuwe aanvragen.

Formats voor toetsgroepen vind je overzichtelijk op een rij op deze pagina.

Formats voor toetsgroepen vind je overzichtelijk op een rij op deze pagina.