ICD/pacemaker in de palliatieve fase
2012 – Deze richtlijn heeft tot doel om de diverse betrokken professionals te voorzien van kennis omtrent de patiënt met een pacemaker of ICD, om op diverse momenten zinvolle en tijdige communicatie tussen professionals en patiënt te bewerkstelligen over de mogelijkheid en wenselijkheid van deactivatie. Hierdoor kan deactivatie van met name ICD’s plaatsvinden als de patiënt nog mobiel is opdat deactivatie volgens de noodprocedure indien mogelijk vermeden kan worden.
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met een ICD of pacemaker in de laatste fase van hun leven. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
De gevolgen van het uitzetten van een ICD of pacemaker
Redenen om een ICD of pacemaker wel of juist niet uit te zetten bij patiënten in de laatste levensfase
De normen en waarden en het wettelijk aspect van het uitzetten van een ICD of pacemaker
De communicatie en uitvoering van het uitzetten van een ICD of pacemaker
Eigenaar: NVVC/FMS
Participant namens Verenso: dr. M.W.F. van Leen, specialist ouderengeneeskunde