App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Osteoporose en fracturen in het verpleeghuis

Osteoporose en fracturen op psychogeriatrische afdelingen in het verpleeghuis. Welke bewoners hebben het grootste risico op fracturen?

Rutger L. van Bezooijen

De abstractcommissie heeft op verzoek van de congrescommissie negen abstracts geselecteerd die tijdens het Verenso najaarscongres 'Start & Stop' op 26 november 2015 middels een flitspresentatie gepresenteerd worden. Onderstaande abstract is daar een van.

Doel

Osteoporose is een frequent voorkomende aandoening die veelvuldig  wordt ondergediagnosticeerd en onderbehandeld. In de internationale literatuur is gerapporteerd dat >80% van de vrouwelijke verpleeghuisbewoners osteoporose heeft en ±40% een fractuur heeft gehad, terwijl maar ±6% anti-osteoporose medicatie krijgt voorgeschreven. Doel van deze studie was om de huidige stand van zaken met betrekking tot osteoporose onder verpleeghuisbewoners met dementie in kaart te brengen en te bestuderen of patiëntkarakteristieken bij opname van voorspellende waarden kunnen zijn voor het optreden van fracturen tijdens opname.

Opzet

Retrospectieve dossierstudie naar osteoporose, anti-osteoporose medicatie, fracturen en determinanten voor het optreden van fracturen op psychogeriatrische afdelingen in Nederlandse verpleeghuizen.

Methode

Patiëntkarakteristieken, anti-osteoporose medicatie en fracturen bij opname en op moment van onderzoek werden verzameld door middel van dossieronderzoek op psychogeriatrische afdelingen in negen verpleeghuizen in de regio Den Haag. De jaarincidentie van fracturen tijdens opname werd berekend door het verschil in aantal fracturen tussen de twee tijdspunten te delen door de verblijfsduur.

Resultaten

Op het moment van het dossieronderzoek waren de 226 bewoners gemiddelde 84 jaar (SD 6.8; range 62-98), zij verbleven gemiddeld al 2,5 jaar (mediaan 1.9; IQR 2.7) in het verpleeghuis en 77% was vrouw. 70% van de bewoners liep met of zonder hulpmiddel, 58% had een dusdanig verhoogd valrisico dat preventieve maatregelen werden ingezet en gemiddeld waren ze een keer (mediaan 0; IQR 1) gevallen in de afgelopen 12 maanden. De diagnose osteoporose was gesteld bij 15% van de bewoners, terwijl 39% van hen een osteoporotische fractuur had gehad (8% wervelfracturen, 35% niet-wervelfracturen inclusief heupfracturen en 20% alleen heupfracturen). 91% Van de bewoners ontving vitamine D suppletie, 14% calciumsuppletie en 5% bisfosfonaten.

Gedurende opname was de jaarincidentie voor een osteoporotische fractuur 7%. Voor een niet-wervelfractuur was dit 6% en voor een heupfractuur 4%. Wervelfracturen werden nauwelijks gerapporteerd (0.7%). Vrouwen hadden significant vaker een niet-wervelfractuur of heupfractuur dan mannen (respectievelijk p=0.045 en p=0.027) en bewoners met secundaire osteoporose hadden significant vaker een heupfractuur tijdens opname (p=0.040). Bewoners met een hogere FRAX fractuurrisico-score bij opname kregen vaker een niet-wervelfractuur of heupfractuur, maar dit verschil was niet significant (respectievelijk p=0,086 en p=0.107).

Conclusie

Op psychogeriatrische afdelingen in Nederlandse verpleeghuizen komen osteoporotische fracturen frequent voor en worden klinische wervelfracturen slecht herkend. Het merendeel van de bewoners op deze afdelingen is mobiel. Voor bewoners met secundaire risicofactoren en een sterk verhoogd fractuurrisico is het daarom van belang aanvullende fractuurpreventie naast de standaard vitamine D suppletie te overwegen.

Auteur(s)

  • Dr. Rutger L. van Bezooijen, aios ouderengeneeskunde, Florence Den Haag en LUMC Leiden

Co-auteurs

  • Dr. Monique A.A. Caljouw, Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
  • Drs. Marjoleine J.C. Pieper, Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
  • Dr. Victor G.M. Chel,Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
  • Dr. Natasha M. Appelman-Dijkstra, Endocrinologie, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
  • Dr. Neveen A.T. Hamdy, Endocrinologie, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
  • Prof. dr. Wilco P. Achterberg, Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden
Reacties
PDF
Genereer PDF document