2 september 2020

Persconferentie minister en verpleeghuisstudie Cees Hertogh

Gisteren werd er in de persconferentie over COVID-19 en in de media aandacht besteed aan de verpleeghuisstudie van hoogleraar Cees Hertogh. Het Kabinet heeft, op advies van het OMT, besloten de adviezen uit het onderzoek over te nemen. Zie ook de brief aan de Tweede Kamer.

Reactie Verenso

Verenso voorzitter Nienke Nieuwenhuizen is blij met de uitkomsten van het onderzoek. “Al vanaf maart vragen we als specialisten ouderengeneeskunde ruimte om breed te kunnen testen waar dat nodig is.  Wij zijn dan ook blij dat de ruimte om maatwerk te leveren er nu eindelijk is. Datzelfde geldt voor het gebruik van beschermende middelen. Die moeten we op maat kunnen inzetten, daar waar dat nodig is." Als het gaat om het preventief inzetten van PBM, dan hebben alle professionals nu al de ruimte in het behandeladvies om dat te doen. Uit een enquete van Verenso blijkt dat al bijna ¾ van alle instellingen op die manier PBM inzet.

Resultaten uit het onderzoek

De vraag of verpleeghuisbewoners een bijdrage leveren aan de verspreiding van COVID-19 kan op grond van het onderzoek niet worden beantwoord, omdat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen presymptomatische en “niet herkend-symptomatische” bewoners. Voor het handelingsperspectief in verpleeghuizen lijkt dit minder relevant. In beide gevallen is het waarschijnlijk dat ze bijdragen aan de verspreiding van het virus in deze kwetsbare groep. “Zoals door ons al vaker is aangegeven, is de situatie in verpleeghuizen echt anders dan in ziekenhuizen. In verpleeghuizen wonen veel mensen met dementie die bovendien met elkaar vaak gemeenschappelijke ruimten delen. Medewerkers en bewoners kunnen zo het virus makkelijker naar elkaar overbrengen. Deze specifieke omgeving met haar kwetsbare bewoners heeft dus een andere aanpak nodig dan het ziekenhuis”, aldus Nieuwenhuizen.

Adviezen uit het onderzoek

De adviezen uit de verpleeghuisstudie zijn verdeeld in drie fasen. De eerste fase is de fase voordat er sprake is van een verhoogde regionale prevalentie. In deze fase is het belangrijk je voor te bereiden op de fases van verhoogde prevalentie en uitbraken. Hierbij is het van belang dat zorgprofessionals goed worden opgeleid in het herkennen van de symptomen van COVID-19 en de algemene maatregelen rond infectiepreventie. In de fase van verhoogde prevalentie adviseert het onderzoek preventief PBM gebruik en steekproefsgewijs testen (pre-emptive testen) te overwegen. In het geval van een uitbraak, adviseert het onderzoek het wekelijks testen van bewoners en zorgmedewerkers.

Wat gaat Verenso doen

Deze week zal Verenso met een aantal specialisten ouderengeneeskunde de adviezen duiden en verwerken in het behandeladvies. Uiteraard zal er gekeken worden naar de adviezen in het licht van kwaliteit van leven en proportionaliteit.

Vertaling adviezen in richtlijnen fase verhoogde prevalentie

Wat betreft het steekproefsgewijs testen, heeft het Kabinet aangegeven dat dit nog nader moet worden uitgewerkt. Het RIVM is gevraagd de gewenste omvang van een steekproef uit te gaan werken. Als Verenso denken wij hier de komende dagen graag in mee. Ondertussen zal het RIVM geen richtijnen gaan aanpassen totdat deze uitwerking gereed is. Wil je als specialist ouderengeneeskunde toch al aan de slag met een ruimer testbeleid, neem dan contact op met je eigen regionale GGD om hierover afspraken te maken.

Vertaling adviezen richtlijnen fase uitbraak

Wat betreft het asymptomatisch testen rondom een uitbraak biedt het huidige behandeladvies al de nodige ruimte. Volgens het onderzoek van Hertogh gaat het om het wekelijks testen van inwoners en professionals voor de best afsluitbare unit. Dit is per locatie natuurlijk enorm verschillend. Deze week zal Verenso hierover met een aantal specialisten ouderengeneeskunde een nadere duiding geven en een en ander vertalen naar het behandeladvies. Ook hiervoor geldt natuurlijk dat goed overleg met de lokale GGD van groot belang is om het testen goed in te kunnen regelen.

Naar nieuwsoverzicht