Reactie Verenso op adviezen van het Zorginstituut Nederland

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de NZa gevraagd een uitvoeringstoets uit te brengen over de consequenties van twee adviezen van het Zorginstituut Nederland. Het betreft het advies ‘Goede zorg voor de meest kwetsbare cliënten’ en het ‘Aanvullend advies over de positionering van behandeling bij ggz-cliënten’.

De conclusie van beide adviezen is dat het Zorginstituut adviseert om voor de meest kwetsbare cliënten in de Wet langdurige zorg (Wlz) alle behandelingen en aanvullende zorgvormen vanuit de Wlz te vergoeden. Alle cliënten die in een instelling verblijven, of in een vergelijkbare situatie zitten, moeten dezelfde Wlz-zorg te krijgen.

Verenso is door de NZa gevraagd om te reageren op het voorgenomen advies. In deze reactie laat Verenso weten dat op dit moment de integrale organisatie en bekostiging van verblijf, welzijn, zorg en behandeling via één zorgaanbieder in de Wlz de meest optimale optie is voor ‘zorg zoals de specialist ouderengeneeskunde die pleegt te bieden’. Daarom kan de beroepsgroep voor nu, onder voorwaarden, het voorstel van de NZa steunen.

De beroepsgroep moet – samen met de andere betrokken professionals, de ruimte hebben om de behandelcomponent te definiëren en daarover de regie te voeren. De belangrijkste voorwaarde voor de beroepsgroep is dat zij samen met zorginkopers en zorgaanbieders aan de inkooptafel zitten met als doel te komen tot een gedeeld beeld bij wat goede integrale en interdisciplinaire zorg is en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ellen van Ginkel.