23 mei 2023

Verplichte herbeoordelingen art. 21 Wzd vervallen: minister wil onnodige uitvoeringslasten voorkomen

Verplichte herbeoordelingen art. 21 Wzd vervallen: minister wil onnodige uitvoeringslasten voorkomen

Om onnodige werklast te voorkomen, heeft de minister aangekondigd dat de herbeoordelingen van art. 21 niet hoeven plaats te vinden tot het moment van inwerkingtreding van een wetswijziging. De IGJ zal hier in haar toezicht rekening mee houden.

Meer informatie over welke besluiten het gaat, vind je hieronder.

Toelichting

In de recent verschenen Kabinetsreactie op het Evaluatierapport Wzd en Wvggz, neemt de minister een groot aantal aanbevelingen over en bereidt op onderdelen wetswijziging van de Wzd voor. Eén van de voornemens is om de procedure van art. 21 in zijn geheel te herzien. Om grote uitvoeringslasten te voorkomen, heeft de minister nu aangekondigd dat de herbeoordelingen van art. 21 niet hoeven plaats te vinden tot het moment van inwerkingtreding van een wetswijziging. De IGJ zal hier in haar toezicht rekening mee houden. Oude Bopz-besluiten die na invoering van de Wzd in 2020 als opnamestatus gelden, zouden op 1 januari 2025 aflopen, waarna volgens de Wzd opnieuw beoordeeld zou moeten worden, met een grote werklast tot gevolg. Die verplichte herbeoordeling is nu van de baan.

Indien nodig en gewenst, zal het mogelijk blijven voor cliënten en vertegenwoordigers om in individuele gevallen te vragen of een besluit tot opname en verblijf nog steeds is aangewezen. Bij alle in 2020 omgezette besluiten die in 2025 zouden aflopen gaat het doorgaans om cliënten die langdurig in de VG of PG verblijven en waarvoor het besluit onder de oude wet Bopz geen geldigheidsduur kende. De Wzd kent echter wel een geldigheidsduur van 5 jaar. Dit besluit van de minister voorkomt dat naar verwachting circa 23.000 besluiten opnieuw aangevraagd en beoordeeld moeten worden. Daarmee voorkomt het een te grote en onnodige administratieve belasting.

Meer informatie

 of

 

Naar nieuwsoverzicht