App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Leven en laten leven. Het cliëntperspectief op roken en alcohol drinken in het verpleeghuis

Alcohol-en-tabaksgebruik-in-de-intramurale-ouderenzorg-SANO.png

Lisette de Graaf, Tineke Roelofs, Meriam Janssen, Katrien Luijkx

 

Verpleeghuizen bieden zoveel mogelijk mensgerichte zorg om de kwaliteit van leven van bewoners te verbeteren. Ouderen die alcohol drinken of roken willen dit vaak voortzetten in het verpleeghuis. Zowel roken als alcohol drinken hebben schadelijke gezondheidsgevolgen en ouderen zijn hier gevoeliger voor. Daarom kan de wens van bewoners om dit voort te zetten leiden tot dilemma’s en conflicten. In dit kwalitatieve onderzoek is het bewonersperspectief over roken en alcohol drinken in het verpleeghuis onderzocht. Er zijn interviews gedaan met bewoners die wonen op psychogeriatrische en somatische afdelingen. De resultaten zijn geanalyseerd middels thematische analyse. De uitkomsten van dit onderzoek beschrijven we hieronder.

Inleiding

Verpleeghuizen bieden zoveel mogelijk mensgerichte zorg: Zorg waarbij de bewoner centraal staat met zijn of haar gewoonten, wensen en behoeften,1 met als doel het vergroten van de kwaliteit van leven van bewoners.2 Daarnaast is sinds januari 2020 de Wet zorg en dwang (Wzd) ingegaan in Nederland.3 Deze wet beoogt het verminderen van onvrijwillige zorg en gaat uit van het principe “nee, tenzij”. Dit betekent dat onvrijwillige zorg niet geboden mag worden, tenzij er sprake is van een risico op ernstig nadeel voor de bewoner of zijn of haar omgeving.3

Roken en alcohol drinken hebben schadelijke gevolgen voor de gezondheid.4,5 Ouderen zijn gevoeliger voor deze gevolgen, onder andere vanwege biologische veranderingen.6,7 Resultaten uit eerdere onderzoeken tonen echter aan dat veel ouderen geen behoefte hebben aan stoppen met roken en alcohol drinken. Ze zien dit als jarenlange gewoonten en niet als een probleem waar ze iets aan moeten veranderen.4,5

Bewoners die roken of alcohol drinken, deden dit vaak al voordat ze naar het verpleeghuis verhuisden en willen deze gewoonten voortzetten in het verpleeghuis. Zowel roken als alcohol drinken in een verpleeghuissetting kunnen echter leiden tot dilemma’s en conflicten. Enerzijds is de wens de regie zoveel mogelijk bij de bewoner te laten en hun wensen en behoeften centraal stellen, wat betekent dat bewoners zouden moeten kunnen roken en alcohol drinken waar en hoeveel ze zelf willen. Anderzijds kunnen roken en alcohol drinken leiden tot overlast, gezondheids- en veiligheidsrisico’s voor de bewoner zelf en zijn of haar omgeving, zoals medebewoners en medewerkers. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een recht op een rookvrije werkomgeving voor medewerkers. Het is dan aan zorgmedewerkers om de balans te vinden tussen de eigen regie van de individuele bewoner en de gezondheid en veiligheid van medewerkers en (mede)bewoners.8

Om een adequate afweging te kunnen maken in dit soort dilemma’s, is het belangrijk om het perspectief van bewoners te begrijpen. Dit perspectief is met een kwalitatief onderzoek in kaart gebracht. De volgende onderzoeksvragen stonden hierin centraal: Wat zijn de gewoonten en wensen van bewoners rondom roken en alcohol drinken? Hoe wordt hier wel of niet aan voldaan? Wat is de kennis van bewoners en wat zijn hun attituden als het gaat om hun eigen alcohol- en tabaksgebruik? Deze vragen zijn onderzocht door middel van interviews bij 16 bewoners, die wonen binnen zowel psychogeriatrische, als somatische afdelingen van twee zorgorganisaties. We hebben bewoners geselecteerd die zelf alcohol dronken of rookten en bewoners die dit niet (meer) deden. De resultaten zijn geanalyseerd middels thematische analyse.  

Het perspectief van de bewoner

Uit de interviews kwamen vijf thema’s naar voren: huidige gebruik en zelfreflectie, kennis en attituden, verslaving of gewoonte, beleid en beschikbaarheid en tot slot, afhankelijkheid versus eigen regie. Deze worden hieronder uitgebreider toegelicht.

Huidige gebruik en zelfreflectie
De bewoners vertellen over hun gewoonten wat betreft roken en alcohol drinken. Vijf van de zes bewoners die alcohol drinken zijn tevreden met hun huidige gebruik. Een bewoner met dementie die rookt en alcohol drinkt, beschrijft: “Ik weet dat ik niet vervelend ben als ik alcohol drink. Dus ik vind het prima dat ik drink, maar ik wil anderen niet tot last zijn.” Vier van de vijf bewoners die roken zijn tevreden met hun huidige gebruik. Één van de vijf bewoners vertelt dat het wisselt per sigaret of hij wil doorgaan of stoppen met roken. Een bewoner met dementie die gestopt is, zowel met roken als met alcohol drinken, vertelt: “Ik heb op het graf van mijn vrouw gezworen dat ik nooit meer alcohol zou drinken en dat heb ik ook niet meer gedaan. Toen mijn vrouw op sterven lag, zei ze tegen mij dat ik moest stoppen met alcohol drinken, omdat het niet goed met me zou aflopen.” De bewoners ervaren dat zij door de tijd heen minder zijn gaan roken en alcohol drinken. Zo vertelt een bewoner met dementie die gestopt is met roken en alcohol drinken: “Toen ik dertig was, zette ik de bloemetjes buiten... Later dronk ik alleen nog maar op feestjes, maar het was al minder intens.”

Kennis en attituden
De bewoners beschrijven een verandering door de tijd heen in de houding van de maatschappij ten opzichte van roken. Een bewoner die rookt en alcohol drinkt, vertelt: “Roken is niet meer populair. Je kan het niet vergelijken met 30 of 40 jaar geleden. Toen ik op school zat, rookte iedereen. Leraren kwamen een klaslokaal binnen met een sigaar.” Wanneer hen gevraagd wordt naar de gevolgen van roken en alcohol drinken, beschrijven ze vooral de nadelige gezondheidsgevolgen van roken. Wat betreft alcoholgebruik, ligt de nadruk op de invloed van alcoholgebruik op autorijden en worden de individuele gezondheidsgevolgen minder benoemd. Een bewoner, die gestopt is met roken en alcohol drinken, beschrijft dit verschil: “Het gekke is dat ik denk dat alcoholgebruik net zo erg is als roken. Men is gekant tegen roken, maar gaat nog zo makkelijk om met alcohol.”

Verslaving of gewoonte
Tijdens de interviews reflecteren bewoners op in hoeverre zij roken en alcohol drinken als een verslaving of een gewoonte zien. Zo zijn er verschillende bewoners die alcohol drinken als een verslaving zien, wanneer iemand elke dag een drankje nodig heeft. Zij zien het als een gewoonte als iemand dagelijks drinkt, maar de alcohol ook kan laten staan. Drie bewoners zien roken als een verslaving, omdat iemand er moeilijk mee kan stoppen en een drang houdt naar sigaretten. Een bewoner van een somatische afdeling die gestopt is met roken en alcohol drinken, ziet roken als een gewoonte en vertelt: “Als je een pakje sigaretten openmaakte, dan rookte je die op. Het was een gewoonte. Soms had ik op drie plaatsen sigaretten aan.”

Beleid en beschikbaarheid
De meeste bewoners zijn tevreden over het beleid in de verpleeghuizen om te roken en alcohol te drinken. Een bewoner die rookt, vertelt: “Ik begrijp dat je binnen niet overal mag roken. Ik ben blij dat er een geventileerde rookruimte is”. Een bewoner die gestopt is met roken en alcohol drinken, is ook tevreden met het beleid. Hij begrijpt dat mensen buiten kunnen roken, maar is blij dat er binnen niet meer gerookt mag worden. Een andere bewoner die rookt en alcohol drinkt, beschrijft juist dat ze ontevreden is over de faciliteiten. Ze woont in een verpleeghuis waar geen rookruimte meer is en ze naar buiten moet om te roken.

Afhankelijkheid versus eigen regie
Ondanks dat de bewoners tevreden zijn over hun huidige gebruik en het beleid binnen het verpleeghuis, ervaren ze wel afhankelijkheid van hun omgeving om te roken en/of alcohol te drinken. Bewoners zijn bijvoorbeeld afhankelijk van hun naasten om sigaretten of alcohol te kopen. Met name bewoners van de somatische afdelingen beschrijven deze afhankelijkheid. Een bewoner van een somatische afdeling die rookt, vertelt dat de medewerkers bewoners naar buiten helpen om te roken en de sigaret aan te steken. Het hangt af van de tijd en ruimte die medewerkers ervaren of bewoners kunnen roken. Een bewoner met dementie die gestopt is met roken en alcohol drinken, vertelt: “Ik denk dat je wel kan drinken als je weet hoe de vork in de steel zit. Het ligt er maar net aan welke zuster werkt.”

De bewoners vinden het vanzelfsprekend dat iedereen voor zichzelf kan beslissen om te roken of alcohol te drinken, zolang anderen er geen last van hebben. Ze ervaren overlast als er in hun buurt wordt gerookt. Bij alcohol gaat dit meer geleidelijk en ervaren ze overlast als iemand dronken wordt en ‘vervelend gaat doen’.

Conclusie

We hebben met een kwalitatief onderzoek het bewonersperspectief onderzocht met betrekking tot hun gewoonten en wensen ten aanzien van roken en alcohol drinken en in hoeverre dit wel of niet mogelijk is als je in een verpleeghuis woont. Daarnaast hebben we de kennis en attituden over het eigen gebruik van bewoners in kaart gebracht. De bewoners zijn over het algemeen tevreden met hun huidige gebruik, ondanks dat dit gebruik is afgenomen in de afgelopen jaren of sinds de verhuizing naar het verpleeghuis. De bewoners vinden het vanzelfsprekend dat mensen zelf kunnen beslissen om te roken of alcohol te drinken, zolang dit geen overlast veroorzaakt voor de omgeving. Ze vinden eigen regie belangrijk, maar ervaren afhankelijkheid van hun omgeving om te roken of alcohol te drinken.

De bewoners zijn zich bewust van de nadelige gezondheidsgevolgen. Ze vinden het echter belangrijker dat ze zelf kunnen kiezen om te roken of alcohol te drinken, ongeacht deze gezondheidsgevolgen. Ze rechtvaardigen hun gebruik door te beargumenteren dat ze opgegroeid zijn in een tijd waar roken en alcohol drinken als normaal onderdeel van het dagelijks leven gezien werd. De bewoners ervaren dat het roken en alcohol drinken bijdraagt aan hun kwaliteit van leven en eigen regie in hun laatste levensfase. Dit is passend binnen de Wet zorg en dwang. In de praktijk kan roken en alcohol drinken tot dilemma’s en conflicten leiden en dit erkennen de bewoners ook. Het verpleeghuis is de woonomgeving van verschillende bewoners met verschillende belangen, maar ook de werkomgeving van medewerkers, waarbij zij bijvoorbeeld recht hebben op een rookvrije werkomgeving. Dilemma’s die spelen tussen belangen van bewoners zijn inherent aan het leven binnen woongroepen, zoals dit het geval is in het verpleeghuis. Het vraagt een constante afweging; enerzijds de eigen regie en mogelijkheid voor bewoners om zelf keuzes te kunnen maken en anderzijds de gezondheid en veiligheid van alle bewoners en medewerkers.

Benieuwd naar het Engelstalige artikel? Klik dan hier

Wil je meer weten? Kijk dan eens op:

Dit is een bijdrage namens de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) van de Academische Werkplaats Ouderen van Tranzo, Tilburg University. De academische netwerken ouderenzorg vormen een belangrijke brug tussen wetenschappelijk onderzoek en de zorgpraktijk: onderzoekers werken samen met professionals uit de ouderenzorg aan (zorg)innovaties en nieuwe kennis. Andere academische netwerken ouderenzorg zijn die van Nijmegen (UKON), Leiden (UNC-ZH), academische netwerken ouderenzorg Groningen (UNO-UMCG), UNO Amsterdam en academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L). De AWO-L is een structureel samenwerkingsverband tussen de Universiteit Maastricht, negen ouderenzorgorganisaties en drie mbo- en hbo-onderwijsinstellingen.

Auteurs

  • Lisette de Graaf, science practitioner, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
  • Tineke Roelofs, GZ-psycholoog Archipel Zorggroep en senior onderzoeker, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, Tilburg University
  • Meriam Janssen, senior onderzoeker en onderzoeksmakelaar, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, Tilburg University 
  • Katrien Luijkx, hoogleraar mensgerichte ouderenzorg en maatschappelijke impact, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, Tilburg University

Literatuur

  1. McCormack, B. and T.V. McCance, Development of a framework for person‐centred nursing. Journal of advanced nursing, 2006. 56(5): p. 472-479.
  2. Edvardsson, D., B. Winblad, and P.-O. Sandman, Person-centred care of people with severe Alzheimer's disease: current status and ways forward. The Lancet Neurology, 2008. 7(4): p. 362-367.
  3. Ministerie van Volksgezondheid, W.e.S.V. Dwang in de Zorg. 2021 [cited 2021 3th of August]; Available from: https://www.dwangindezorg.nl/.
  4. Burruss, K., P. Sacco, and C.A. Smith, Understanding older adults' attitudes and beliefs about drinking: perspectives of residents in congregate living. Ageing & Society, 2015. 35(9): p. 1889-1904.
  5. Kulak, J.A. and S. LaValley, Cigarette use and smoking beliefs among older Americans: findings from a nationally representative survey. Journal of addictive diseases, 2018. 37(1-2): p. 46-54.
  6. Rossow, I. and B. Træen, Alcohol use among older adults: A comparative study across four European countries. Nordic Studies on Alcohol and Drugs, 2020. 37(6): p. 526-543.
  7. Galluzzo, L., et al., Alcohol and older people. The European project VINTAGE: Good Health into Older Age. Design, methods and major results. Annali dell'Istituto superiore di sanità, 2012. 48: p. 221-231.
  8. Holmes, A.L., et al., Deaths due to thermal injury from cigarette smoking in a 13‐year national cohort of nursing home residents. International journal of older people nursing, 2019. 14(3): p. e12233.
PDF
Genereer PDF document