App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Afdelingen voor patiënten met dementie en ernstig probleemgedrag. Een beschrijving van hun organisatie en behandeling. Deel 1 van de Waalbed-IV studie.

Organisatie afdelingen probleemgedrag en dementie

Gerrie van Voorden,  Mijke Lips

De abstractcommissie heeft op verzoek van de congrescommissie negen abstracts geselecteerd die tijdens het Verenso najaarscongres 'Buitengewoon Bijzonder' op 28 november 2019 middels een flitspresentatie gepresenteerd worden. Onderstaande abstract is daar een van.


Doel

Inzicht verkrijgen in de organisatorische kenmerken en behandelkenmerken van afdelingen die patiënten met zeer ernstig probleemgedrag tijdelijk opnemen.

Achtergrond

Sinds enkele jaren ontstaan binnen de langdurige zorg en de psychiatrie steeds meer afdelingen die zich richten op de tijdelijke behandeling van patiënten met zeer ernstig probleemgedrag bij dementie. Over deze afdelingen is weinig bekend wat betreft organisatie en behandeling.

Methode

Middels digitale vragenlijsten voor leidinggevenden, interviews met hoofdbehandelaren en observaties van de fysieke omgeving van de afdeling werden organisatorische kenmerken en behandelkenmerken onderzocht. In dit abstract wordt de fysieke omgeving buiten beschouwing gelaten. De digitale vragenlijst bestond uit vragen naar algemene patiëntkenmerken, afdelingskenmerken en kenmerken van medewerkers. Vervolgens vonden interviews plaats met de hoofdbehandelaar al dan niet samen met een andere behandelaar. De interviewvragen waren verdiepende vragen op de digitale vragenlijsten zoals het uitdiepen van vragen over opnamecriteria, rollen van betrokken personeel en vragen over het behandelbeleid. Interviews werden kwalitatief descriptief geanalyseerd.

Voorlopige resultaten

Dertien afdelingen namen deel en twaalf interviews vonden plaats. Vijf afdelingen waren onderdeel van een GGZ-instelling, zeven van een instelling voor langdurige zorg en een afdeling betrof een samenwerking van beide. Afdelingen streefden in de keuze van hun professionals naar expertise vanuit de psychiatrie en de langdurige zorg. Zo waren artsen betrokken met een achtergrond in de ouderengeneeskunde en in de psychiatrie. Het opleidingsniveau van de zorg betrof voornamelijk niveau 3 en 4. Hierbij was geen duidelijk verschil tussen de GGZ en langdurige zorg. Geïnterviewden gaven aan dat een ideale zorgmedewerker op deze afdelingen reflecteert op de invloed van diens eigen gedrag en dat deze in staat is warme zorg te combineren met het stellen van duidelijke grenzen wanneer nodig. Deze medewerker werd als essentieel voor de behandeling gezien. Qua behandelbeleid verschilden afdelingen in het al dan niet methodisch vormgeven van het zorg- en behandelproces.

Afdelingen ondervonden belemmeringen bij het realiseren van voldoende expertise op de werkvloer. Vaak was er volgens de respondenten onvoldoende financiering of werd minder zorg geboden dan de patiënt nodig had. Een andere belemmering was het vinden van geschikte verzorgenden en verpleegkundigen.

Discussie en conclusie

Deze studie biedt inzicht in hoe de zorg voor patiënten met ernstig probleemgedrag en dementie is vormgegeven op deze tijdelijke opname afdelingen. De belangrijkste voorlopige bevinding is dat, ondanks dat verschillen tussen afdelingen bestaan die mede samenhangen met de oorspronkelijke achtergrond in de psychiatrie en de langdurige zorg, afdelingen zoeken naar het inzetten van elkaars expertise.


 

Auteurs

  • Drs. Gerrie van Voorden, hoofdonderzoeker, aioto ouderengeneeskunde, Radboudumc, afdeling eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen
  • Drs. Mijke Lips, mede-onderzoeker analyse interviews, aios ouderengeneeskunde, Radboudumc, afdeling eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen

 Projectgroep Waalbed-IV studie

  • Prof. dr. R.T.C.M. Koopmans, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Radboudumc, Nijmegen
  • Prof. dr. D.L. Gerritsen, Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen
  • Prof. dr. S.U. Zuidema, UMC, afdeling Huisartsgeneeskunde-Ouderengeneeskunde, Groningen
  • Prof. dr. R.C. Oude Voshaar, hoogleraar Ouderenpsychiatrie, UMC Groningen
  • Dr. M. Smalbrugge, senior-onderzoeker en hoofd Gerion, VUmc, afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde, Amsterdam
  • Dr. J.M.A. van den Brink, onderzoeker en hoofd VOSON, Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen
  • Dr. A. Persoon, senior-onderzoeker, Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen
PDF
Genereer PDF document