App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Visitatie kan steun geven als medische zorg onder druk staat

Ervaringen met extra visitatietraject na twijfels aan patiëntveiligheid

Corinne de Ruiter, Gerard de Wild, Marco Loffredo

Tussen 2011 en 2018 namen 1.256 specialisten ouderengeneeskunde in 150 vakgroepen deel aan vakgroepvisitatie. Slechts bij drie vakgroepen constateerde de visitatiecommissies dat de medische zorg zo onder druk stond dat er ernstige risico’s voor de patiëntveiligheid te verwachten waren. De oorzaak lag daar vooral in de randvoorwaarden en ontwikkelingen binnen hun organisaties. Bij deze vakgroepen volgde een extra visitatietraject waarin de vakgroepen en hun managers hard werkten aan oplossingen voor de ernstige risico’s. In dit artikel gaan de betrokken specialisten ouderengeneeskunde en hun managers én de Landelijke Visitatiecommissie (LVC) in op de resultaten en het proces van het gevolgde extra visitatietraject. Hun conclusie: “Visitatie geeft zeker een steuntje in de rug als medische zorg onder druk staat”.

In verband met vertrouwelijkheid zijn de betreffende vakgroepen/managers/organisaties geanonimiseerd.

Specialisten ouderengeneeskunde nemen voor hun herregistratie eens in de vijf jaar deel aan evaluatie van hun groepsfunctioneren, ook wel visitatie genoemd. Visitatie vormt een spiegel en geeft een vakgroep inzicht in sterke punten en ontwikkelpunten voor haar professioneel handelen en medische zorg. De vakgroep geeft in haar verbeterplan bij elk ontwikkelpunt aan welke verbeterdoelen en -acties zij wil realiseren om de medische zorg in de volgende jaren verder te ontwikkelen. Via eigen jaarplannen kunnen de vakgroepen en hun managers daarna de eigen voortgang volgen tot de volgende visitatiecyclus. Maar als er tijdens de visitatie ernstige risico’s voor de patiëntenzorg geconstateerd worden, volgt een extra visitatietraject dat intensiever van aard is. De vakgroep en haar bestuur wordt dan gevraagd om met gerichte acties in het verbeterplan de patiëntveiligheid binnen een bepaalde termijn te verbeteren om de meest ernstige risico’s weg te nemen. Die termijn is afhankelijk van de ernst van de risico’s. De vakgroep informeert vervolgens de Landelijke Visitatiecommissie (LVC) over haar vorderingen waarna hervisitatie plaatsvindt. Daarbij bespreken de gevisiteerde specialisten ouderengeneeskunde en hun managers/bestuurders met een vertegenwoordiging van de Landelijke Visitatiecommissie, in één of twee hervisitatiegesprekken in hoeverre de gesignaleerde ernstige risico’s zijn weggenomen met de eigen verbetermaatregelen.

Procedure_visitatie_2-2019.jpg

Wat speelde er?

Bij drie van de 150 gevisiteerde vakgroepen werden ernstige risico’s geconstateerd voor de patiëntenzorg. Dit ondanks dat vertegenwoordigers van patiënten en samenwerkingspartners positief waren over het professioneel functioneren van de individuele specialisten ouderengeneeskunde zelf. In elk van de drie vakgroepen speelde voor de specialisten ouderengeneeskunde door langdurige onderbezetting al lange tijd een hoge werkdruk door een caseload die meer dan het (drie)dubbele is van wat gemiddeld gevonden wordt bij visitaties. Daarnaast ontbrak effectieve ondersteuning door een medisch secretariaat en was er geen adequaat Elektronisch patiëntendossier (EPD). Daardoor stonden bij  deze vakgroepen de volgende zaken onder druk:

  • tijd voor een vertrouwensrelatie tussen de kwetsbare (oudere) patiënt en de verantwoordelijke specialisten ouderengeneeskunde;
  • tijdige adequate dossiervoering;
  • structureel vormgegeven verantwoorde taakherschikking, supervisie en begeleiding van de aios, basisartsen, overige artsen en verpleegkundig specialisten;
  • systematische afstemming en feedback op elkaars professionele handelen door de specialisten ouderengeneeskunde en degenen die onder hun verantwoordelijkheid werken (‘de gesuperviseerden’);
  • bespreking van multidisciplinaire behandeling samen met andere betrokken disciplines;
  • effectieve samenwerking met de apotheker en overige partners in de eerste en tweede lijn.

Betere kwaliteit medische zorg

“Mooi is dat de betreffende vakgroepen samen met hun managers en bestuurders hard hebben gewerkt én geslaagd zijn om oplossingen te realiseren om de continuïteit en kwaliteit van de medische zorg te waarborgen”, zeggen Gerard de Wild en Marco Loffredo, respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de Landelijke Visitatiecommissie. Bij deze vakgroepen zijn nu meer specialisten ouderengeneeskunde, basisartsen en verpleegkundig specialisten aangesteld en wordt een EPD geïmplementeerd of verbeterd, waardoor relevante informatie over (de behandeling van) de patiënt beter vastgelegd kan worden.

Vanuit één vakgroep wordt opgemerkt dat “we als specialisten ouderengeneeskunde nu ook bij supervisie van een verpleegkundig specialist of basisarts voldoende bekend zijn met de patiënten die onder onze verantwoordelijkheid vallen”. In de betreffende vakgroepen zijn er nu duidelijkere afspraken over taakherschikking en vindt structureel supervisie en inhoudelijke afstemming binnen de vakgroep plaats.

Spannend én meerwaarde

De leden van betreffende vakgroepen ervaarden het extra visitatietraject aanvankelijk als spannend. Zij zeggen nu dat het voor hen een grote meerwaarde heeft gehad. Deze vakgroepen benoemen dat ”het (extra) visitatietraject aan de eigen organisatie duidelijk heeft gemaakt hoe ernstig de medische zorg onder druk stond”. Genoemd wordt dat het visitatieteam en de Landelijke Visitatiecommissie "ons positief kritisch een steuntje in de rug gaven om samen met onze managers de medische zorg verder te ontwikkelen”.

Een manager zegt “trots te zijn op hoe de vakgroep en de organisatie de feedback uit de visitatie transparant hebben benut om de medische zorg te verbeteren”. Ook wordt gesteld dat “het (extra) visitatietraject de vakgroep en haar leidinggevende goed helpt om prioriteiten te stellen in het meerjarenplan en dat het visitatietraject duidelijk maakt welke randvoorwaarden essentieel zijn voor goede medische zorg”. 

Hoe werkt visitatie?

Specialisten ouderengeneeskunde die in vakgroepen werken evalueren hun groepsfunctioneren. Dit doen zij eerst zelf en vervolgens samen met een visitatiecommissie van Verenso dat hen op locatie bezoekt. De visitatiecommissie voert daarvoor gesprekken met de vakgroep en vertegenwoordigers van patiënten, managers/bestuurders, gesuperviseerden en interne en externe partners van de artsen. Elke vakgroep maakt een verbeterplan op basis van het visitatierapport van de visitatiecommissie. Als dit verbeterplan SMART-geformuleerd is krijgt elke gevisiteerde specialist ouderengeneeskunde 20 accreditatiepunten voor deelname aan visitatie.

Voor specialisten ouderengeneeskunde die niet aan visitatie van de vakgroep deel konden nemen of zelfstandig werken, is een apart SOz-visitatietraject (https://www.verenso.nl/scholing-en-bijeenkomsten/visitatie/soz-visitatietraject). Deelname aan evaluatie van groepsfunctioneren (visitatie) en evaluatie van individueel functioneren (EIF) zijn herregistratie-eisen. (https://www.verenso.nl/scholing-en-bijeenkomsten/evaluatie-individueel-functioneren-eif).

Verenso adviseert u minimaal één jaar en bij voorkeur twee jaar voorafgaand aan de gewenste visitatiedag aan te melden voor vakgroepvisitatie.

Voor meer informatie: https://www.verenso.nl/scholing-en-bijeenkomsten/visitatie of e-mail visitatie@verenso.nl 

Auteur(s)

  • C.M. de Ruiter, beleidsmedewerker Verenso
  • G.M. de Wild, specialist ouderengeneeskunde, ZBVO
  • M. Loffredo, specialist ouderengeneeskunde, Elderly Care
Reacties
PDF
Genereer PDF document