App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Een interview met docenten van de STAR(t)class

 

Anita Wandel

 

Wat is de STARclass precies?

De STARclass is een intensieve cursus waarin je leert hoe je je patiënt in een acute situatie moet benaderen. Door middel van scenario-onderwijs, met ervaren simulatiepatiënten en docenten uit verschillende specialisaties, leer je de ABCDE-methode toe te passen.

De ABCDE-methode is met name geschikt om acuut zieke patiënten snel en gestructureerd te onderzoeken en te stabiliseren op basis van herkennen en kwantificeren van fysiologische parameters bij het lichamelijk onderzoek. Het stellen van een specifieke diagnose is niet belangrijk, wel het herkennen en behandelen van symptomen die wijzen op dreigende hemodynamische instabiliteit.

De ABCDE-methode is tegenwoordig de standaardaanpak binnen de hele acute keten. Hiermee verloopt het overleg met andere behandelaren, maar ook met de aios, duidelijker en efficiënter.

Sinds wanneer bestaat het concept van de STARclass?

De STARclass Acute Ouderengeneeskunde had zijn eerste cursus in april 2014 en is ontwikkeld op verzoek van de aios. De aios volgen de STARtclass Ouderengeneeskunde als onderdeel van het curriculum. Zij gaven aan dat hun opleider vaak geen idee had waarover zij spraken als ze via de ABCDE-methode een patiënt wilden bespreken. Dit was ook de motivatie van opleiders om deel te nemen aan de STARclass. Ze zagen een bijzonder efficiënte manier van het benaderen van de spoedpatiënt. Dat wilden zij ook graag leren. En dat blijkt: soms begint een enkeling wat afwachtend aan de cursus, maar uiteindelijk gaat iedereen enthousiast naar huis. Het gemiddelde waarderingscijfer is een 8,8 en daar zijn we trots op!

ABCDE: is dat niet meer iets voor het ziekenhuis?

Als specialist ouderengeneeskunde word je met regelmaat gevraagd om te kijken naar een patiënt die 'niet lekker is''. Met de systematische aanpak volgens het ABCDE-algoritme Kijken -Luisteren - Voelen - Meten is het mogelijk om snel een indruk te krijgen over de aard van het 'niet lekker zijn'. Dan kun je in een vroeg stadium een vervolgbeleid (curatief of palliatief) instellen, aangepast aan de specifieke situatie van de patiënt. Hiermee schept de specialist ouderengeneeskunde duidelijkheid voor het hele team en voorkomt nodeloze onderzoeken en interventies die niet bijdragen aan de kwaliteit voor de patiënt.

Alle hulpverleners in de keten leren de ABCDE-methode, omdat dit de beste manier is om acuut zieke patiënten te behandelen. De overdracht in de keten wordt op deze manier ook beter gedaan, je spreekt namelijk dezelfde taal.

In de STARclass komen ook praktische vaardigheden aan bod, zoals hechten, infuus prikken en vrijmaken en -houden van de ademweg. Cursisten vinden het ophalen en oefenen van deze vaardigheden erg prettig. De toepasbaarheid van de cursus in de praktijk wordt gewaardeerd met een 8,4.

Bij aios ouderengeneeskunde zit de STARtclass verplicht in de opleiding, wat zijn de ervaringen daar tot nu toe mee?

De aios is vaak het eerste aanspreekpunt voor verzorgenden bij een acute verandering in de toestand van een patiënt. Zeker tijdens de diensten wordt van hen verwacht dat ze bij een relatief onbekende patiënt met een onbekende aandoening, een juiste inschatting maken over de ernst van de situatie en een behandelvoorstel doen. Vaak ervaren ze dat als bedreigend omdat er te weinig parameters zijn voor een definitieve diagnose en dat maakt hen onzeker. Door de systematische aanpak van het ABCDE-methode Kijken -Luisteren - Voelen - Meten, worden fysiologische parameters als ademhaling, ventilatie, circulatie, bewustzijn geobjectiveerd en veranderingen gekwantificeerd. Dat geeft de aios een kapstok om symptomen te ordenen en daarop beleid te maken. Je merkt aan de aios dat ze tijdens de cursus groeien in hun rol als behandelaar en dat zij gerichter interventies plegen (ademweg optimaliseren, zuurstof toedienen, antibiotische behandeling inzetten etc.) Ook hun overdracht naar een volgende behandelaar of supervisor is duidelijker en concreter.

Hoe onderscheidt de STARclass zich van andere ABCDE-cursussen?

De STARclass voor opleiders ouderengeneeskunde is de enige in zijn soort. We spelen scenario’s met simulatiepatiënten die door ons intern zijn opgeleid. Tijdens het scenario is zo’n simulatiepatiënt een zieke oudere kwetsbare patiënt die reageert op wat de dokter doet. Hierdoor lijkt het scenario levensecht.

De scenario’s zijn gebaseerd op situaties in het verpleeghuis, dus voor de specialisten ouderengeneeskunde zeer herkenbaar. Het is een praktische cursus, je moet je handen uit de mouwen steken en aan de slag.

Er worden hoge eisen gesteld aan de docenten. Ze zijn allemaal GIC-I/II gecertificeerd, zijn verplicht een aantal keer per jaar les te geven en worden elke vijf jaar geëvalueerd middels de GIC-III.

Er wordt veel aandacht besteed aan het creëren van een veilige leeromgeving. Bij de evaluatie van de scenario’s ligt de nadruk niet op goed of fout. Er wordt gekeken naar de effecten van de genomen beslissingen en of andere beslissingen tot een andere uitkomst zouden hebben geleid.

Hoe zorgen jullie dat de docenten op de hoogte zijn van de mogelijkheden en onmogelijkheden in de praktijk van de specialist ouderengeneeskunde?

Bij het indelen van docenten voor onze cursussen houden we rekening met een goede verdeling van eerstelijns en tweedelijns specialisten. Dat betekent dat we er altijd voor zorgen dat er specialisten ouderengeneeskunde, huisartsen en ziekenhuisspecialisten als docent aanwezig zijn. De specialisten ouderengeneeskunde vertellen over de werkwijze in het verpleeghuis als daar behoefte aan is. Daarnaast is er een voorbereidingsstuk voor docenten waarin het werk in het verpleeghuis wordt uitgelegd. Docenten zijn ook altijd welkom om mee te kijken in het verpleeghuis.

Bestaat er een herhalingsmodule voor de STARclass?

Hier is vraag naar, daarom zijn we deze aan het ontwikkelen. Ook bieden we ‘Cursus op Maat’ aan. Dit is een training op locatie voor bijvoorbeeld de hele medische dienst in een verpleeghuis. In overleg met aanvrager(s) kijken we welke behoefte er is en daar maken we een passende cursus voor. We hebben vaak gemêleerde groepen van specialisten ouderengeneeskunde, aios, basisartsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants. Hierdoor leren teams nog beter samenwerken en krijgen zij gaandeweg nog meer waardering voor elkaar. Vaak horen we enthousiaste plannen om de ABCDE-methode in het verpleeghuis verder uit te rollen met de MEWS (Modified Early Warning System) voor de verpleging en verzorging.

Hoe onderhoud je als specialist ouderengeneeskunde de vaardigheden die je leert tijdens de STARclass? 

Zelf benader ik een zieke patiënt altijd via de ABCDE-methode, of het nu wel of niet (semi-)acuut is. Ook mijn rapportage zet ik in de ABCDE-structuur bij het onderzoek. Dit maakt dat ik ook bij stress de ABCDE-methode goed uitvoer en ik het meteen zie als ik iets vergeten ben. Ook kan ik bij een herhaling van het onderzoek (re-assessment) eenvoudiger terugkijken hoe de veranderingen in de loop van de tijd zijn geweest. Ik geef dat ook altijd mee aan de aios en specialisten ouderengeneeskunde tijdens de cursus. Als je wordt gebeld voor een bewoner die anders is dan anders, en je hebt een reden om te gaan kijken, dan heb je in het verpleeghuis eigenlijk al te maken met een (semi-)acute patiënt. Die patiënt heeft recht op een gestructureerde benadering zodat de kans dat je iets mist of vergeet klein is.

Wat moet er in de crashcar zitten die op iedere verpleeghuislocatie aanwezig moet zijn?

Voor onze Cursus op Maat hebben we alle materialen bij ons in een spoedtas (Elite Medische sporttas). Dezelfde materialen zijn beschikbaar in de ABCDE-kar tijdens het scenario-onderwijs bij Schola Medica. Kijk voor een overzicht van de inhoud van de spoedtas op de website van Schola Medica.  

 

Met dank aan

  • Frans Rutte, anesthesist/intensivist
  • Paul Pahlplatz, chirurg
  • Gwennie Locher, specialist ouderengeneeskunde
  • Trees Lugtigheid, specialist ouderengeneeskunde

 

Auteur

  • Anita Wandel, specialist ouderengeneeskunde, programmaleider Schola Medica