Auteurs: Van Alphen, Oude Voshaar Boukaert en Videler
Uitgever: Tijdstroom
ISBN-nummer 9789058980939
Blz.: 339 pagina's
Prijs € 65,00

In het voorwoord stipt de redactie enkele belangrijke zaken aan: lange tijd werd gedacht dat behandeling van persoonlijkheidsstoornissen niet mogelijk was. Dit blijkt echter niet zo te zijn. Persoonlijkheidsstoornissen zouden uitdoven met het ouder worden. Het tegengestelde is waar. Soms worden ze pas merkbaar in de derde of vierde levensfase.

Bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen, zo wordt benadrukt in het boek, geldt een multidisciplinaire aanpak, die ook aandacht besteedt aan het systeem van de patiënt. Thematiek wordt geïllustreerd met casuïstiek uit de praktijk. Het boek is opgedeeld in drie delen:

  1. diagnostiek, behandeling en gedragsadvisering;
  2. comorbiditeit, met een hoofdstuk over kwetsbare ouderen;
  3. specifieke zorgsectoren, met hierin het hoofdstuk ‘Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en extramurale thuiszorg’.

Deel 1 - Diagnostiek, behandeling en gedragsadvisering - begint met een overzichtshoofdstuk met betrekking tot diagnostiek en behandeling. Het levensloopperspectief wordt verder uitgewerkt aan de hand van de vier levensfases. De auteurs pleiten ervoor om ook bij de oudere patiënt met persoonlijkheidsproblematiek deze goed in kaart te brengen, door de onderliggende en onderhoudende kenmerkenstructuur diagnostisch te verhelderen.

Psychologische testen maken onderdeel uit van de persoonlijkheidsdiagnostiek. Ze ondersteunen bij het op gestandaardiseerde wijze verzamelen van diagnostische informatie. De verschillende testen worden besproken. Bij de indicatiestelling wordt een onderscheid gemaakt tussen persoonlijkheidsveranderende behandeling, adaptatiebevorderende behandeling en steunende/structurerende behandeling. In het hoofdstuk ‘Psychologische behandeling’ worden deze drie behandelingsvormen verder uitgewerkt.

Als het gaat om medicamenteuze behandeling luidt de boodschap: persoonlijkheidsstoornissen als zodanig zijn niet te behandelen met psychofarmaca. Wel kan farmacotherapie op symptoomniveau plaatsvinden. Het betrouwbaar bepalen van de beoogde verbeteringen in klachten, symptomen, persoonlijkheidsfunctioneren, dagelijks functioneren of kwaliteit van leven wordt gezien als effectmeting. Vanzelfsprekend is ook binnen de psychiatrie en psychotherapie effectmeting noodzakelijk. De vier verschillende niveaus waarop dit kan plaatsvinden komen uitgebreid aan de orde: effect op basis van individuele behandeling, op geaggregeerd niveau, voor benchmarkdoeleinden en wetenschappelijk onderzoek. Tot slot worden in deel 1 systeemtherapie en mediatietherapie besproken.

Deel 2 behandelt de comorbiditeit. Achtereenvolgens gaat het in de verschillende hoofdstukken om neurocognitieve stoornissen, psychotische stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, somatisch-symptoomstoornissen, verslavingsproblematiek, autismespectrumstoornissen. Per hoofdstuk wordt een vaste structuur aangehouden.

Een apart hoofdstuk is gewijd aan kwetsbare ouderen. Persoonlijkheidsstoornissen komen regelmatig voor bij kwetsbare ouderen, maar staan zelden op zichzelf. Vaak is eveneens sprake van functionele problematiek en polyfarmacie.

Deel 3 gaat over specifieke zorgsectoren. De verwijskanalen en zorgketen tussen de  huisartsenpraktijk en generalistische basis-ggz passeren de revue. Verder komen de diagnostische – en therapeutische interventies in specialistische en hoogspecialistische ggz aan bod. Het laatste hoofdstuk gaat over verpleeghuizen, verzorgingshuizen en extramurale thuiszorg (VVT). De conclusie luidt dat persoonlijkheidsstoornissen in de VVT-sector in de praktijk frequent voorkomen. Op de werkvloer zijn echter nauwelijks disciplines aanwezig voor wie psychosociale begeleiding de kerntaak is. Bij de diagnostische interventies wordt een handreiking gegeven om de probleemsituatie te verkennen met de zeven W’s (wie, wat, wanneer, waar, waarom, welke en waarmee). Tot slot wordt toename van relevante kennis en vaardigheden over persoonlijkheidsstoornissen binnen de VVT-sector in het algemeen als essentieel gezien.

Specialisten ouderengeneeskunde zien veel ouderen met persoonlijkheidsstoornissen. Deel 1 van het boek geeft verdieping voor de specialist ouderengeneeskunde, maar zal als dusdanig niet snel door de specialist ouderengeneeskunde toegepast worden in de dagelijkse praktijk. Dit geldt wel voor deel 2 en deel 3, waardoor het boek relevant kan zijn voor de specialist ouderengeneeskunde.