App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Estafette ... Marijanne van der Schalk

MarijanneVanDerSchalk_web.jpg 


Nienke Fleuren

In de Estafette interviewen we enthousiaste specialisten ouderengeneeskunde en aios. Dit is de vijfde editie, dit keer met Marijanne van der Schalk. Zij kreeg het estafettestokje overgedragen van Mirjam Heems.

Marijanne van der Schalk begon in 1990 als huisarts in een verpleeghuis en werd later met de pardonregeling geregistreerd als specialist ouderengeneeskunde. Ze werkt bij de Amstelring in Amsterdam en is kaderarts palliatieve zorg. Daarnaast is ze lid van het Consultatieteam Palliatieve Zorg Noord Holland, SCEN-arts en docent.

1. Hoe kwam je voor het eerst in aanraking met de ouderengeneeskunde?

De laatste drie maanden van de huisartsopleiding deed ik in een verpleeghuis. Toen ik daar binnenkwam schrok ik van al die rolstoelers in de centrale hal. Ik wilde er eigenlijk zo snel mogelijk weg. Maar toen ik later als huisarts in een verzorgings- en verpleeghuis kwam te werken, vond ik het zo boeiend dat ik nooit meer ben weggegaan. Het teamwork met de verpleging, maar ook met de andere disciplines, vind ik erg leuk. Je werkt intensief samen en krijgt een sterke band met elkaar. Het is een interessant werkveld met veel werkplezier, vooral de combinatie van het hospice, mijn werk als lid van het Consultatieteam en het onderwijs aan artsen en verpleegkundigen. Daarbij begeleid ik een aantal PATZ-groepen (palliatieve zorg thuis) met huisartsen en wijkverleging en neem ik deel aan een palliatief team van een ziekenhuis.

2. Wat vind je zo mooi aan ons vak?

De breedte vind ik leuk. Ik ben tropenarts geweest, heb in de zwakzinnigenzorg gewerkt en ben een tijd huisarts geweest, maar wat me in het verpleeghuis aansprak is dat de mensen echt van alles mankeren. Het is een puzzel, veelzijdig en uitdagend, met ook een belangrijk sociaal en ethisch aspect. Je moet nadenken over doen en laten, over levenseindebeslissingen. In het hospice komen alle domeinen van het mens-zijn aan de orde. En het maakt het beste in jezelf los: ‘nu u zo ziek bent, in deze laatste fase van uw leven, mag u mij alles vragen.’ Het is een verrijkende ervaring om daar te mogen werken.

3. Welke patiënt zal je altijd bijblijven?

Ik noem er twee. De eerste is een moeder van vier dochters die allemaal de ziekte van Huntington hadden en een zoon die geen gendrager was. Ze was een lieve, fijne vrouw. Ik was geschokt hoe ongelijk gezondheid en ziekte zijn verdeeld over de mensheid.

Een andere patiënt die me altijd zal bijblijven is degene bij wie ik mijn eerste euthanasie uitvoerde, een man met een aangezichtstumor. Zijn halve gezicht was weg en hij lag op een washand te bijten van de pijn. Ik moest toen aan het bestuur van het Roomse verpleeghuis gaan uitleggen waarom ik euthanasie wilde uitvoeren. Dat bestuur was toen nog heel deftig, in driedelig pak. Toch vond ik het belangrijk om die euthanasie te doen en om dat goed uit te leggen. Uiteindelijk mocht het, ondanks de Roomse signatuur van het huis.

4. Welk advies zou je jongere collega’s willen meegeven?

Zorg dat je jezelf breed ontwikkelt. Ga kijken en werken op verschillende plekken: in het verpleeghuis, in de psychiatrie etc. Kijk wat bij je past. En ontwikkel je ook buiten je vak, doe culturele dingen en verzorg de mens in de dokter goed zodat je met plezier leeft en werkt.

5. Hoe kijk je zelf aan tegen het ouder worden?

Ik vind het leuk om een oudere dokter te zijn, ik zit nu anders aan het bed dan vroeger. Ik ben niet meer zo bang om iets te missen en geniet vooral van het gesprek en de ontmoeting. Dat is waar je het voor doet, de ontmoeting met de ander is altijd interessant. De rest van het werk rolt makkelijker uit je handen en je hoofd, dus je hebt meer tijd om te praten en rustig te kijken naar wat er speelt. Ik beleef veel plezier aan het opleiden van jonge artsen. Deze periode, vlak voor mijn pensioen, is er een van terugkijken en reflectie.

Het ouder worden is ook een avontuur. Er breekt een nieuwe fase aan. Je moet gaan uitzoeken hoe je plek in de samenleving wordt en ik moet mezelf gaan uitvinden als oudere en mens zonder baan , dat vind ik spannend. Ik hoop dat ik het netjes doe en dat ik geen mopperaar word, maar een ontdekkend en een genietend mens blijf.

 

Ik geef het stokje door aan ...

Heleen Driever, die eerst als basisarts en later als aios bij ons heeft gewerkt. Zij is leergierig, getalenteerd en heel erg aardig en zij staat voor een nieuwe generatie specialisten ouderengeneeskunde. Die jonge garde is leuk en inspirerend.

 

PDF
Genereer PDF document