App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO)

Stilstaan bij het bewegen van mensen met dementie in het verpleeghuis

Onderzoek vanuit de Praktijk volop in beweging

 

Eefje Sizoo,  Wim Groen, Laurien Husmann-Jüch, Mark Broekman, Anouk van Loon, Marike de Boer 

 

Elk jaar wordt vanuit Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) Amsterdam de Onderzoek- en Praktijkprijs uitgereikt. Dit is een subsidie voor zorgprofessionals, werkzaam binnen een van de 24 UNO Amsterdam zorgorganisaties, bestaande uit een geldbedrag van €10.000 en begeleiding van ervaren onderzoekers bij het uitvoeren van eigen onderzoek (zie kader). In 2019 en in 2021 wonnen twee projecten die gaan over bewegen in het verpleeghuis. In deze rubriek laten wij zien hoe professionals vanuit een observatie in de praktijk kwamen tot nieuwe inzichten. De vakgroep fysiotherapie van Careyn Utrecht stad ontwikkelde en implementeerde gezamenlijk een methode om het bewegen van mensen met dementie te stimuleren. Zij zagen het aantal stappen per dag toenemen. Bij Beweging 3.0 vroegen specialisten ouderengeneeskunde en diëtisten zich af hoeveel kilometers jonge mensen met dementie, die veel lopen, op een dag afleggen en of ze wel voldoende voeding daarvoor binnen krijgen. De eerste resultaten zijn opmerkelijk.

UNO Amsterdam Subsidies voor praktijkgericht onderzoek

UNO Amsterdam stelt jaarlijks twee subsidies beschikbaar voor praktijkgericht onderzoek uitgevoerd in bij haar netwerk aangesloten zorgorganisaties. UNO Amsterdam stimuleert hiermee zorgmedewerkers uit deze organisaties om onderzoeksideeën aan te dragen waarmee antwoord gegeven kan worden op vragen vanuit de zorgpraktijk die gericht zijn op het verbeteren van de zorg voor (kwetsbare) ouderen. De subsidies bestaan uit een geldbedrag en begeleiding bij de uitvoering van het onderzoek, en hebben vorm gekregen in twee prijzen: de Onderzoek- en Praktijkprijs en de Stimulansprijs voor Verzorgenden en Verpleegkundigen. De kennis die de praktijkprojecten opleveren wordt weer gedeeld in het netwerk en waar mogelijk daarbuiten. Denk daarbij aan een presentatie op het jaarlijkse UNO Amsterdam symposium en zo mogelijk een publicatie van de resultaten in een professioneel en/of wetenschappelijk tijdschrift.

Kijk voor meer informatie op onze website UNO Amsterdam Subsidies voor Praktijkgericht Onderzoek - UNO Amsterdam

Careyn in beweging: De zoektocht naar een beweeginterventie voor ouderen op een psychogeriatrie afdeling

Als vakgroep fysiotherapie van Careyn Utrecht stad signaleerden wij dat het lastig is om mensen met dementie op een psychogeriatrie afdeling voldoende te laten bewegen. De beweegnorm voor verpleeghuisbewoners adviseert dagelijks 15-30 minuten matig-intensief bewegen.Uit recent Nederlands onderzoek blijkt ook dat deze doelgroep onvoldoende beweegt.2 Objectief gemeten bewegen Nederlandse verpleeghuisbewoners vijf minuten licht intensief per dag. Verminderde fysieke activiteiten zijn geassocieerd met verminderde spiermassa en spierkracht en dit leidt weer tot  beperkingen in het uitvoeren van de Activiteiten in het Dagelijks Leven (ADL). Met de Onderzoek- en Praktijkprijs wilden wij  bekijken of een beweeginterventie, voortvloeiend uit een multidisciplinaire co-design groep met zorgprofessionals, effectief is om het beweeggedrag van mensen die wonen op een psychogeriatrische afdeling te stimuleren.

Het onderzoek bestond uit twee fasen: a) het in co-design met zorgprofessionals komen tot activiteiten om het beweeggedrag te stimuleren (de interventie) en b) het implementeren en evalueren van de interventie.  

In fase a (november 2020) is een co-design groep opgericht bestaande uit fysiotherapeuten, een kwaliteitsverpleegkundige, een welzijnsmedewerker, een arts, een logopedist en een ergotherapeut.  Met deze co-design groep is een interdisciplinaire brainstormsessie gehouden over welke interventies ingezet kunnen worden om het beweeggedrag te stimuleren. Hierbij kwamen de volgende potentiele interventies naar voren:

  1. Functionele loopafstand vergroten naar de maaltijden door tussendeuren dicht te doen.
  2. Looproutes creëren door vloermarkeringen aan te brengen.
  3. Een vast beweegmoment laten verzorgen door zorgmedewerkers.
  4. Het tonen van beweegfilmpjes op de televisie.

De suggesties uit de co-design groep zijn door zowel de co-designgroep als zorgprofessionals werkzaam op de locatie beoordeeld op haalbaarheid van de beweeginterventie, of deze binnen de gebruikelijke zorg past en wat het draagvlak voor de interventie binnen het zorgteam is. Op basis hiervan is de looproutes als interventie gekozen vanuit de theorie dat de fysieke leefomgeving de mensen kan stimuleren in het bewegen3 en vanuit de praktische overweging dat het geen extra tijd voor het personeel kost.

In fase b (maart 2021) vond de interventie plaats. Op één locatie van Careyn zijn drie gekleurde looproutes van verschillende lengtes op de vloer geplaatst. Met behulp van een Movemonitor, een geavanceerde stappenteller die je als een riem draagt, maten we gedurende zeven dagen overdag het beweeggedrag van de bewoners voor en na het aanbrengen van de looproutes. Vanwege COVID-19 was de tijd tussen T0 en T1 langer dan vooraf gepland.

We includeerden 12 deelnemers  (mobiliteitsklasse A en B4) waarvan acht deelnemers uiteindelijk de activity tracker hebben gedragen. Van deze acht deelnemers nam bij zes deelnemers (75%) het aantal actieve minuten en het aantal stappen per dag toe; bij twee bewoners was dit een aanzienlijke toename (≥15 minuten). De verschillen waren niet significant, mogelijk door het kleine aantal deelnemers.

De looproutes zijn positief ontvangen op de afdeling. Het kost personeel geen extra tijd en de medewerkers welzijn organiseren nu activiteiten rondom de looproutes. Een enkele bewoner bleef de routes continu volgen tot de zorgmedewerkers rust aanboden. Een positief bijeffect van de gekleurde looproutes blijkt dat deze bijdragen aan de oriëntatie van de bewoners.

Samengevat kunnen we concluderen dat deze in co-design bedachte interventie, haalbaar en eenvoudig te implementeren is. Bij een aantal bewoners zagen wij een duidelijke toename van het beweeggedrag.5 Wij zijn benieuwd naar het effect als de looproutes op grotere schaal zouden worden geïmplementeerd.

Beweging 3.0: ‘Balans tussen dagelijkse activiteiten en calorische intake bij mensen met dementie en loopdrang’

Verpleeghuis de Lisidunahof in Leusden, onderdeel van zorgorganisatie Beweging 3.0, is een expertisecentrum voor jonge mensen met dementie. De kleinschalige woongroepen zijn onderling verbonden middels een loopcircuit. Kenmerkend voor jonge mensen met dementie is dat ze in vergelijking met de ‘gemiddelde’ bewoner op een psychogeriatrische woongroep over het algemeen weinig fysieke klachten hebben en langdurig in hun dementie proces nog (goed) mobiel zijn.6 Het komt dan ook regelmatig voor dat bewoners het grootste deel van de dag op het loopcircuit te vinden zijn. Middels de UNO Onderzoek- en Praktijkprijs 2021 kwamen we in de gelegenheid om een langere wens in vervulling te laten gaan, namelijk om een gedetailleerder beeld te krijgen van het beweeggedrag van deze groep mensen met dementie die veel lopen.

Met dit onderzoek willen we met het gebruik van de Movemonitor, een geavanceerde stappenteller die je als een riem draagt, meten hoeveel kilometer iemand per dag loopt. We meten zeven achtereenvolgende dagen hoeveel stappen iemand zet om een goed gemiddelde te krijgen. Als je zoveel loopt, dan verbruik je veel energie, maar hoeveel? Kan iemand wel voldoende voorzien in deze extra energiebehoefte? Dit meten we door nauwkeurig voedingslijsten bij te houden om de calorische intake te meten.

Na het METC traject zijn we (medio 2022) gestart met de inclusie van de eerste proefpersonen. De ervaring tot nu toe is dat de deelnemers de movemonitor goed accepteren en dat familieleden en zorgmedewerkers enthousiast zijn over het onderzoek. De eerste metingen zijn gedaan en laten opmerkelijke resultaten zien. We meten gemiddelden van 20.000 stappen per dag met uitschieters naar meer dan 40.000 stappen per dag! Dit komt, gecorrigeerd voor de paslengte, neer op ruim 20 kilometer. Wij zijn hierdoor nog nieuwsgieriger geworden naar het eetpatroon van deze bewoners om te zien of ze hiermee in hun dagelijkse energiebehoefte kunnen voorzien. Daarna hopen we de uitkomsten van dit onderzoek te kunnen presenteren op het UNO symposium in juni 2023.

Conclusie

Het onderwerp bewegen leeft bij zorgmedewerkers in de bij het UNO Amsterdam aangesloten zorgorganisaties. De manier waarop de omgeving is ingericht (looplijnen bij Careyn en het loopcircuit in de Lisidunahof, Beweging 3.0) kan een duidelijke invloed hebben op het bewegen van bewoners. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de looplijnen (of wellicht nog een andere interventie) inderdaad een doelmatige en toekomstbestendige manier is van het stimuleren van beweeggedrag en wat daarvan de gevolgen zijn op het dagelijks functioneren en welzijn van de bewoners. Daarnaast biedt het meten van beweeggedrag bij ‘lopers’ mogelijk handvatten bij het aanpassen van de calorische intake. Beide onderzoeken zijn mooie voorbeelden van praktijkgericht onderzoek gestimuleerd door de UNO Amsterdam subsidies, waarin zorgmedewerkers en onderzoekers op zoek zijn gegaan naar antwoorden op vragen rondom - in dit geval - bewegen van verpleeghuisbewoners. De resultaten van het project ‘Careyn in beweging’ zijn inmiddels gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geriatriefysiotherapie.6 Bij publicatie van de resultaten van ‘Loopdrang en Calorische intake’ zullen wij daarover informeren via de communicatiekanalen en de website van UNO Amsterdam.

Financiering
Deze projecten zijn uitgevoerd met subsidie van de UNO Onderzoek en Praktijkprijs. UNO Amsterdam wordt structureel gefinancierd, ondersteund door ZonMW, met subsidienummer 640001021.

Dankbetuiging
We willen alle bewoners en zorgprofessionals bedanken die hebben deelgenomen en een bijdrage hebben geleverd aan de onderzoeken.

Dit is een bijdrage namens de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) van de UNO Amsterdam. De academische netwerken ouderenzorg vormen een belangrijke brug tussen wetenschappelijk onderzoek en de zorgpraktijk: onderzoekers werken samen met professionals uit de ouderenzorg aan (zorg)innovaties en nieuwe kennis. Andere academische netwerken ouderenzorg zijn die van Nijmegen (UKON), Leiden (UNC-ZH), academische netwerken ouderenzorg Groningen (UNO-UMCG), Tilburg (Tranzo) en academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L). De AWO-L is een structureel samenwerkingsverband tussen de Universiteit Maastricht, negen ouderenzorgorganisaties en drie mbo- en hbo-onderwijsinstellingen.

Auteurs

  • Eefje M. Sizoo, specialist ouderengeneeskunde, Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, afdeling Ouderengeneeskunde – Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) Amsterdam, Amsterdam Public Health research insitute (APH)
  • Wim Groen, Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, afdeling Ouderengeneeskunde – Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) Amsterdam, 2. Amsterdam Public Health research insitute (APH)
  • Laurien Husmann – Jüch, Careyn Utrecht Stad
  • Mark Broekman, specialist ouderengeneeskunde, Beweging 3.0, Amersfoort
  • Anouk M. van Loon, Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, afdeling Ouderengeneeskunde – Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) Amsterdam, Amsterdam Public Health research insitute (APH)
  • Marike E. de Boer, , Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUmc, afdeling Ouderengeneeskunde – Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) Amsterdam, Amsterdam Public Health research insitute (APH)

Literatuur

  1. Jans MP dVP, Tak ECPM, van Meeteren NLU. Ontwikkeling van een beweegnorm voor ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Leiden: TNO; 2008.
  2. den Ouden M, Bleijlevens MH, Meijers JM, Zwakhalen SM, Braun SM, Tan FE, et al. Daily (In)Activities of Nursing Home Residents in Their Wards: An Observation Study. J Am Med Dir Assoc. 2015;16(11):963-8.
  3. Anderiesen H, Scherder EJ, Goossens RH, Sonneveld MH. A systematic review--physical activity in dementia: the influence of the nursing home environment. Appl Ergon. 2014;45(6):1678-86.
  4. Knibbe JJ, Knibbe NE, Waaijer E. Assessments of patients with a 5-category or a 3-category practical classification system: validity and practicality. Work. 2012;41 Suppl 1:5655-6.
  5. Achten K. G-FC, Husmann-Jüch L, Reijersen J. De zoektocht naar een beweeginterventie voor ouderen op een psychogeriatrie afdeling. NTGF. 2022:23-31.
  6. Gerritsen AA, Bakker C, Verhey FR, de Vugt ME, Melis RJ, Koopmans RT. Prevalence of Comorbidity in Patients With Young-Onset Alzheimer Disease Compared With Late-Onset: A Comparative Cohort Study. J Am Med Dir Assoc. 2016;17(4):318-23.
PDF
Genereer PDF document