App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Tussen Droom en Daad

Roy Knuiman, Jacobien Erbrink

Boek.jpg

Al geruime tijd lijkt de beoogde Wet Zorg en Dwang in aantocht. De opvolger van de Wet BOPZ laat echter op zich wachten. We bevinden ons nu in het schemergebied tussen Droom en Daad. De droom van een wet gebaseerd op een ideologie van kwalitatief goede zorg voor en met de cliënt. En de daad van een daadwerkelijke wet. In deze rubriek besteden we aandacht aan de Wet Zorg en Dwang, steeds aan de hand van één vraag. Op deze vraag zullen we vanuit zowel zorginhoudelijk perspectief als juridisch perspectief een reflectie schrijven met als doel het schemergebied wat meer te laten oplichten.

Ministerraad stemt in

Roy Knuiman

Op 1 april van dit jaar heeft de ministerraad ingestemd met de nota van wijziging van het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg. Die nota bevat ook wijzigingen op het wetsvoorstel Zorg en Dwang. Weer een stap verder in de behandeling van het wetsvoorstel Zorg en Dwang, die de inwerkingtreding van de wet dichterbij brengt. De politieke behandeling van het wetsvoorstel duurt inmiddels al een flink aantal jaren en roept herinneringen op aan de geboorte van de huidige wet BOPZ. Die wet heeft er vele jaren over gedaan om aangenomen te worden. Wetten die vrijheidsbeperking reguleren en daar normen voor willen vaststellen, liggen per definitie gevoelig. Niet alleen moet rekening gehouden worden met de uitvoerbaarheid, maar ook met de verhouding tot andere wetten en het Europees recht. Nieuwe normen moeten getoetst worden aan het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).

Wat is nu de stand van zaken en wat kunnen we verwachten in de behandeling van het wetsvoorstel? Een korte update. Zoals gezegd heeft de ministerraad kort geleden ingestemd met de laatste nota van wijziging. Dat betekent dat het wetsvoorstel vervolgens is doorgestuurd aan de Raad van State. Deze zal hierover een advies uitbrengen. Naar verwachting komt dit advies voor het einde van deze zomer uit. Dan zal bekend worden hoe kritisch de Raad van State zich opstelt ten opzichte van het wetsvoorstel. Ook zal dan duidelijk worden of de punten die Verenso op 15 oktober 2015 heeft ingebracht, worden overgenomen en het wetsvoorstel op die punten aangepast wordt.

Verenso heeft het Ministerie van VWS en de Tweede Kamer gewezen op de belangrijkste knelpunten en heeft concrete aanbevelingen en tekstsuggesties gedaan om het wetsvoorstel te verbeteren. Op 21 april jongstleden heeft het EMGO instituut van het VU Medisch centrum er bij de Raad van State nogmaals op aangedrongen om in het advies aandacht te besteden aan de punten van Verenso. Een van de punten waar Verenso voor pleit is het opnemen in de wettekst van een Zorg en Dwangarts, vergelijkbaar met de huidige BOPZ-arts. Die kan de verschillende vormen van onvrijwillige zorg in samenhang afwegen en overzicht houden op het afbouwen van onvrijwillige zorg. Bijkomend voordeel is dat zo de opgebouwde expertise van BOPZ-artsen behouden blijft.

Ook wijst Verenso op de administratieve lasten. Het systeem in de wet Zorg en Dwang van evaluatie en periodiek consulteren over het voortzetten of afbouwen van onvrijwillige zorg is mooi en zorgvuldig, maar maakt geen onderscheid tussen lichtere en zwaardere vormen van onvrijwillige zorg. Verenso doet voorstellen om dit meer op maat te maken. En tenslotte zijn er nog vragen over ambulante zorg: geldt de wet Zorg en Dwang straks in de thuissituatie en onder welke voorwaarden kan de regeling dan worden toegepast?

Belangrijke vragen waar de Raad van State in haar advies hopelijk op in zal gaan. We houden het voor u scherp in de gaten. Over een paar maanden weten we meer.


...ondertussen in het veld...

Jacobien Erbrink

Dus juridisch gezien hangen we ergens in de twilight-zone. Een schemergebied. Een gebied met veel  mogelijkheden, want daar waar het zicht vervaagt komen andere zintuigen intensiever aan bod en  daar waar gedachten en bedoelingen beginnen te schemeren kunnen nieuwe initiatieven zich zachtjes ontplooien. Dat past ook wel bij de zorgpraktijk, die immers zelden zwart of wit is. Altijd in between. Tussen empirie en evidence, tussen leven en dood, tussen hemel en aarde, en tussen Wetten en haar Bezwaren. Altijd on the move. Op weg naar betere zorg, op weg naar goedkopere zorg, naar meer zorg of wellicht minder. Geen wonder dat onze staatssecretaris juist in deze twilight-zone komt met programma’s als ‘Het kan Beter met Minder’ en ‘Waardigheid en Trots’.

Gisteren betrapte ik mijzelf er zowaar ook op. Op Waardigheid en Trots. Ik wist na het lezen van al die missives van Van Rijn niet meer of dat wel kon – ik bedoel, mag je ook Trots zijn op iets wat niet als project binnen www.waardigheidentrots.nl meedoet? Op Dagelijkse Zorg? Mag je ook Trots zijn als je dokter bent, en geen verpleegkundige of ‘warm familielid’- ik vroeg mij dat af.

Eergisteren was ‘onze Jan’ – hij woont pas sinds enkele maanden bij ons in huis, maar hij is toch al ‘onze Jan’ geworden – ineens na het theedrinken bij zijn vriendin thuis niet meer terug gekomen naar het verpleeghuis. Ontsteltenis alom, want de vriendin in kwestie stond niet bekend om haar zorgzaamheid, integendeel, cognitieve armoede paarde zich bij haar aan psychiatrische rijkdom en leidde in dit geval tot het liefdevol barricaderen van ramen en deuren en het warm negeren van de telefoon, waarbij ‘onze Jan’ fungeerde als haar hoogstpersoonlijke antidotum tegen wanhoop en eenzaamheid. Contactpersoon gebeld. ‘Ik ben druk en ik ga er niet nog een keer heen, laat ze maar een paar dagen in hun sop gaar koken daar met z’n tweeën, ze krijgt er vanzelf genoeg van’, aldus de even warme reactie van zoon. Dus geen insuline en geen schone kleren voor ‘onze Jan’. Nu ja, één nachtje zou misschien wel kunnen, dachten we. Maar de volgende ochtend sloegen de zorgen ons natuurlijk meteen weer om het hart, en begon het grote ‘what if’-spel. Zullen we die zoon nog eens bellen? Ja, maar wat als hij niet wil? Hem zelf van huis halen? Maar wat als zij niet open doet? Het ‘what-if’-spel biedt allerlei leuke opties voor wie wil anticiperen, zo kwamen de crisisdienst, de politie, de burgemeester, de Raad van Bestuur, Moord en Doodslag, ouderenmishandeling en hyperglycemische coma, de tuchtraad en de krant voorbij in slechts twee spelrondes. So much voor Waardigheid. Terug naar Plan A. ‘Ik wil Jan graag heelhuids en vandaag weer in het verpleeghuis hebben, om verdere schade aan zorg en gezondheid te voorkomen’, legde ik de zoon nog eens opnieuw uit, en ik schetste er luchtigjes een paar ‘What- iffs’ bij. Ineens begreep hij het ook en wilde daar toch wel zijn best voor doen, maar kon er dan alsjeblieft iemand mee, want hij durfde dat niet alleen. Maar natuurlijk. Twee verzorgenden, met liefdevolle maar ook bonkende harten, stapten bij de zoon in de auto om ‘onze Jan’ bij zijn vasthoudende vriendin weg te lokken. Het viel allemaal reuze mee. ‘Je mag best even weg, als je morgen maar weer terugkomt, hoor’, sprak zij hoopvol. ‘Houdoe Jan.’ Er volgde een kus, waarna ‘onze Jan’ gemoedelijk mee in de auto stapte. Niet Minder, maar wel Beter, zeker Liefdevol en ook heel Waardig.

En alsof dat nog niet genoeg was stopten we diezelfde dag in het MDO bij twee bewoners ook nog even de antipsychotica in overleg met de familie. Absoluut Minder, waarschijnlijk ook Beter, en heel Gewenst. Het was een topdag gisteren. Een dag om Trots op te zijn. Of niet dan?

Heeft u vragen over de Wet Zorg en Dwang? Vragen die u al lang bezighouden en waarop het antwoord voor alle lezers interessant kan zijn? Stuur ze naar redactie@verenso.nl, dan kunnen wij deze gebruiken voor deze rubriek. Wilt u zelf de stand van zaken bijhouden? Kijk op www.dwangindezorg.nl of bij www.overheid.nl.

Auteur(s)

  • Mr. Roy B.J. Knuiman, juridisch beleidsmedewerker Verenso
  • Jacobien F. Erbrink, specialist ouderengeneeskunde en kaderarts psychogeriatrie
Reacties
PDF
Genereer PDF document
PDF
Genereer PDF document