App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Visuospatieel neglect in de geriatrische revalidatie

De prevalentie, ernst en impact van visuospatieel neglect na CVA in de geriatrische revalidatie

 

Martine Kant-Bosma

 

De abstractcommissie heeft op verzoek van de congrescommissie negen abstracts geselecteerd die tijdens het Verenso voorjaarcongres 'Duurzame ouderengeneeskunde' op 1 juni 2023 middels een presentatie gepresenteerd werden. Onderstaande abstract was daar een van.

  

Introductie

Visuospatieel neglect (VSN) is een veelvoorkomende stoornis in de gelateraliseerde aandacht na een cerebrovasculair accident (CVA). De gevolgen kunnen ingrijpend zijn voor het functioneren van de patiënt en mantelzorger. VSN kan onder andere negatieve gevolgen hebben voor de ADL zelfstandigheid. De prevalentie van VSN is onderzocht in verschillende populaties van gemengde leeftijd, maar zelden alleen in een oudere populatie. Aangezien de prevalentie in de subacute fase bij een oudere populatie onvoldoende is bestudeerd en VSN mogelijk onder-gediagnosticeerd is, en VSN mogelijk invloed heeft op revalidatiedoelen in de geriatrische revalidatie (GR), hebben we de prevalentie van VSN onderzocht in specifiek de GR. Tevens hebben we de associaties geanalyseerd tussen (de ernst van) VSN en populatie karakteristieken, alsmede tussen (de ernst van VSN) en de impact van VSN op functioneren, verblijfsduur op de GR en terugkeer naar huis na revalidatie.

Methode

  • Design: een multicenter cross-sectionele studie.
  • Instelling en participanten: Revalidanten opgenomen op de GR na het doormaken van een CVA.
  • Procedure: Binnen twee weken na opname op de GR werden drie VSN testen (Star cancelation test, Line bisection test en de Catherine Bergego schaal) afgenomen. Om de ernst van VSN te onderzoeken, werd een composiet score berekend op basis van de som van de drie test-scores.

Resultaten

Er werden in totaal 114 patiënten geïncludeerd (55,3%  vrouw, gemiddelde leeftijd 80,2 (SD 8,0) jaar). De prevalentie van VSN was 47,4%, waarbij allocentrisch en egocentrisch VSN vaker voorkwamen dan VSN tijdens ADL. Revalidanten met VSN hadden een langere opname op de GR in vergelijking met revalidanten zonder VSN (mediaan 68.5 vs. 35.5 dagen) en keerden minder vaak terug naar huis. Daarnaast waren revalidanten met VSN minder mobiel, hadden meer problemen met het cognitief functioneren en waren minder onafhankelijk tijdens zelfzorg in vergelijking met deelnemers zonder VSN. Mobiliteit, zelfzorg, cognitie, de duur van revalidatie en terugkeer naar huis waren negatief geassocieerd met de ernst van VSN.

Conclusie/discussie

VSN blijkt veel voor te komen bij CVA revalidanten opgenomen op de GR. VSN belemmert oudere mensen ernstig bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en belemmert in het revalidatieproces. Hierdoor heeft VSN een grote persoonlijke en maatschappelijke impact. Het is daarom van belang om VSN systematisch in de vroege fase van geriatrische revalidatie te beoordelen met meerdere VSN-screeningstests, en de resultaten van dit onderzoek mee te nemen in het behandelplan.

Auteurs

  • Martine S. Bosma MNR, onderzoeker, LUMC, afdeling public health and primary care, Leiden en Zorggroep Florence, Rijswijk
  • Monique A.A. Caljouw PhD, Assistant professor en wetenschappelijk coördinator UNC-ZH, LUMC, afdeling public health and primary care, Leiden
  • Wilco P. Achterberg MD PhD, hoogleraar ouderengeneeskunde, LUMC, afdeling public health and primary care, Leiden
  • Tanja C.W. Nijboer PhD, Associate Professor, UMCU, Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht, UMC Utrecht Hersencentrum, UU afdeling Experimentele Psychologie, en De Hoogstraat Revalidatie Utrecht
PDF
Genereer PDF document