App Icoon

Klaar, naar Verenso tijdschrift

Woord voorzitter

Onbekend terrein

Nienke Nieuwenhuizen

NienkeNieuwenhuizen-TvO4-17.jpg

Laatst moest ik tijdens een avonddienst naar een patiënt van een van de collega’s van een ander zorgcentrum. Relatief onbekend terrein dus. Op een herfstige avond draai ik het terrein op. Een donkere ingang verwelkomt me en rustig wacht ik in de lobby tot de verpleging me komt halen. Het is stil en donker terwijl we de gangen doorlopen en er op meerdere plekken met sleutels of codes deuren voor me opengaan. 

De afdeling is maar een kleine verbetering ten opzichte van de gang. Het grote licht, de deuren, langs vragende en zoekende mensen met etensresten op hun shirt. Ergens in een hoekje wel een oase van huiselijkheid; een schemerlamp, een tafeltje met wat lekkers, mensen voor de tv, mensen pratend, een drankje dat wordt ingeschonken. Uiteindelijk aankomend bij de mevrouw om wie het gaat. Ze ligt in een bed, in een kale kamer, met de bekende wastafel zonder zeep of handdoek, de bruine kledingkast, de vaalgele muren en een te hoog plafond. Alleen haar sprei lijkt iets weer te kunnen geven van wie ze ooit was.

Ik vraag of mevrouw pijn had bij de verzorging en bij het aan- en uitkleden. De broeder antwoordt dat hij het onzin vond deze mevrouw aan te kleden. Een plukpak, eh….. pyjama, was veel makkelijker. Het gebrek aan empathie is niet het enige dat me aan hem stoort. Ik maak mijn onderzoek af en duik het dossier in. De vraag waarom de dokter op een vrijdagavond om 21.00 uur pas gevraagd wordt, komt boven drijven. Ik bel de contactpersoon en al huilend aan de telefoon gaat ze akkoord met de palliatieve sedatie. Ik vraag de verzorging om de familie op de hoogte te houden en probeer de negatieve houding ten opzichte van hen een beetje om te buigen. Misschien vonden ze het te moeilijk om langs te komen? Te moeilijk om de aftakeling te zien? Voelden ze zich machteloos en kwamen ze daarom nauwelijks meer? Het heeft maar weinig invloed. De mening is na maanden wel gevormd. Kan ik het ze kwalijk nemen? Voor wat steun vraag ik de verzorging of ze zich kunnen vinden in het voorgestelde beleid. Ze reageren met een kordaatheid die opvallend is; jazeker! Mijn mening over de broeder stel ik weer wat bij. Misschien voelde ook hij zich wel machteloos?

Ik loop terug door de gangen en langs de mensen. Een mevrouw staat nog steeds klem met haar rolstoel in een van de hoeken van de afdeling. En opeens zie ik het ook. De treurnis van het verpleeghuis.

Goed of slecht?

Dit is wat anderen zien als ze voor de eerste keer het verpleeghuis binnen lopen. Dit is wat mensen voor ogen hebben als ze horen over een ‘plascontract’ en een manifest. Een onvolmaakte wereld. Een wereld die niet maakbaar blijkt. Ook hier in Nederland niet. Iets wat door Hugo Borst zo simpel op 1 A4 is opgeschreven, blijkt niet vanzelfsprekend.

Ik denk aan ‘mijn’ afdeling. Een afdeling met dezelfde soort mensen, maar wel een plek waar ik me thuis voel. Een plek waar ik het gevoel heb dat het best goed gaat. Maar wat als ik niet meer kan zien wat ik hier wel zie? Een ongemakkelijk gevoel maakt zich van mij meester. Is het zo dat het ‘bij mij’ beter is, of kan ik niet meer goed observeren?

Ik kom er niet helemaal uit. Want eigenlijk vind ik dat er in essentie niks mis is met het verpleeghuis. Er zijn de laatste jaren veel dingen verbeterd, maar daar is weinig aandacht voor. Het is nu eenmaal zo dat het op sommige plekken niet goed gaat. De wereld is onvolmaakt. Er zijn ook scholen waar het niet goed gaat, of winkelketens, redacties of politieke partijen die er een zooitje van maken. En er zijn plekken waar het heel goed gaat. Voorbeelden van innovatief werken, van inspirerend leiderschap en een bundeling van energie. Ook in de verpleeghuissector. Het kan altijd beter, maar dat verandering tijd kost moeten we helaas accepteren. De gebouwen hebben we nu eenmaal niet zomaar verbouwd. De schaarste aan personeel is een feit. En alleen maar heel hard roepen dat ‘het’ anders moet, gaat ons niet helpen. Ook het kwaliteitskader gaat maar ten dele helpen. Iets opschrijven maakt de wereld namelijk nog niet anders. Mensen doen dat.

Medisch leiderschap

En daar zit de sleutel tot succes. Mensen. Zij zijn het die verandering brengen. Die aandacht geven. Die signaleren dat er iets moet gebeuren en die deel worden van de oplossing. Als arts hebben we daar een belangrijke rol in. Wij zijn de buitenring die signaleren en direct en indirect kunnen sturen. Die de verbinding vormen tussen zorg en bestuur. Dat gebeurt niet vanzelf. Om gehoord te worden en veranderingen te bereiken, moet je andere competenties aanboren dan die je als specialist ouderengeneeskunde normaal gebruikt. Daar ligt een grote opdracht voor onze beroepsgroep. Het medisch leiderschap is een ‘hot-item’ maar plaatst ons voor het vraagstuk hoe we dat kunnen ontwikkelen. Hoe zorgen we dat de specialist ouderengeneeskunde meer de positie neemt dan hij nu doet, maar die eigenlijk wel wordt verwacht ?(let wel; dat is niet hetzelfde als gevraagd!)

Hierbij alvast 10 tips om als arts bij te kunnen dragen aan verandering:

1.  Aan tafel
Zorg dat je, letterlijk, bij de bestuurder aan tafel zit. Begin met een kop koffie. Leer elkaar kennen.

2.  Vertrouwen
Werk aan wederzijds vertrouwen; spreek met elkaar en niet over elkaar. Doe wat je zegt en zeg wat je doet.

3.  Onderzoek
Onderzoek de belangen en vragen van de bestuurder. Wat is zijn agenda, waar wil hij heen? Zijn er problemen waar hij hulp bij nodig heeft?

4.  Agenda
Zorg dat je een duidelijke eigen agenda hebt vanuit de inhoud van ons werk; de patiënt en de kwaliteit van zorg. Maak een top 3 van de meest belangrijke veranderingen die je wil doorvoeren en blijf bij die top 3.

5.  Voor de patiënt
Praat vanuit de patiënt, de bewoner, de zorg en niet vanuit het doktersperspectief (wij hebben het te druk, de zorg helpt ons niet genoeg et cetera).

6.  Voorstel
Zorg dat je een voorstel hebt hoe de dingen beter kunnen en wees daarin zelf actief!

7.  Coalitie vormen
Zoek mensen die het met je eens zijn en die je voorstel steunen.

8.  Herhaal
Verwacht niet dat je voorstel meteen wordt overgenomen. Verandering gaat langzaam. Gun anderen de tijd om te wennen aan jouw idee. Herhaal!

9.  Doelgericht
Wees zelf ook flexibel. Denk mee en pas je aan. Het gaat om het doel, niet om het halen van je eigen gelijk.

10. Geef niet op
Sta voor wat jij belangrijk vindt! Geef niet op en wijk niet als het gaat om de essentie van waar jij voor staat.

Opleiding en expertise

Eigenlijk hebben we als arts al een heleboel competenties in huis als het gaat om het bereiken van verandering. Ook in de arts-patiënt relatie moeten we gebruik maken van allerlei competenties en technieken om een doel samen met de patiënt en de zorg te bereiken. Doelen op bestuurlijk niveau zijn niet heel veel anders, alleen hebben we onvoldoende kennis van de diagnostiek en zijn we onvoldoende getraind in de gesprekstechnieken aan de bestuurstafel. Daar bevinden wij ons op onbekend terrein en worden we onzeker! Aan ons om ons dan daarin te bekwamen. Het werk wordt echt leuker als we meer invloed kunnen hebben op de omgeving en de processen om ons heen. En de kwaliteit zal verder toenemen. De opleidingen hebben gezorgd voor een interessante scholing dus maak daar gebruik van!

Het verpleeghuis en zijn bewoners zijn voor velen onbekend terrein. Op onbekend terrein worden we vaak onzeker en ziet alles er donkerder uit. Aan ons om te erkennen dat het verpleeghuis ons terrein is! Dat wij mensen aan de arm kunnen nemen om te laten zien hoe het is. Om ze te laten wennen aan die onvolmaakte wereld. Wij weten hoe het beter kan en kunnen daar anderen mee helpen. Het is goed om af en toe te kijken met de ogen van buitenstaanders en te erkennen dat het verpleeghuis ook echt confronterend is en op veel plekken anders kan. Maar wij zijn de professionals die leiding moeten geven. Die kunnen herkennen wat er goed gaat en dat ook zichtbaar kunnen maken. Maar ook kunnen zorgen dat er verandering komt, daar waar als eerste verandering nodig is. Zodat ook anderen zien dat het verpleeghuis het waard is om doorontwikkeld te worden in plaats van te worden afgebroken. Want het alternatief is echt niet beter!

Auteur(s)

  • Drs. Nienke M. Nieuwenhuizen, specialist ouderengeneeskunde
Reacties
PDF
Genereer PDF document
PDF
Genereer PDF document