Het MDO in de ouderenzorg

Over de organisatie en gedeelde besluitvorming in vier verschillende settingen

Dirkje Swennen, Sandra Zwakhalen

Dit artikel bespreekt de complexiteit van de zorg voor ouderen en het belang van multidisciplinair overleg (MDO) om de zorg af te stemmen op de behoeften van de zorgvrager. Er is onderzocht hoe het MDO in diverse settingen binnen de ouderenzorg wordt georganiseerd en hoe gedeelde besluitvorming hierin wordt geïntegreerd. Het onderzoek omvatte observaties in vier settingen: geriatrische revalidatie, verpleeghuis, transmurale zorg en eerstelijns verblijf. Resultaten tonen aan dat in de geriatrische revalidatie de MDO’s grootschaliger en formeler zijn, terwijl in verpleeghuizen kleinere teams meer ruimte bieden voor spontane interactie. Leiderschapsstijlen variëren van autoritair tot participatief, waarbij participatieve stijlen meer samenwerking tussen disciplines lijken te bevorderen. Gedeelde besluitvorming, waarbij zorgverleners en zorgvragers samen keuzes maken, blijkt beperkt geïmplementeerd. Zorgvragers zijn doorgaans afwezig bij MDO’s en hun wensen worden indirect ingebracht, vaak door verpleegkundigen. Deze afwezigheid beperkt echter de directe invloed van zorgvragers op besluitvorming. Het onderzoek benadrukt dat MDO’s meer gestructureerd kunnen worden. Hoewel gedeelde besluitvorming deels plaatsvindt, kan verdere integratie leiden tot betere afstemming van zorg op individuele wensen en passende zorg. Toekomstig onderzoek kan bijdragen aan het verbeteren van de betrokkenheid van zorgvragers en het optimaliseren van het MDO.

Achtergrond en doel

De zorgvraag van ouderen kenmerkt zich veelal door complexe meervoudige problematiek in verschillende domeinen die elkaar beïnvloeden. Door deze complexiteit zijn vaak verschillende behandelaars en zorgverleners betrokken bij de zorg, met allen een verschillend perspectief.  Voor een goede samenwerking tussen betrokkenen en om continuïteit van de zorg te garanderen, is het van belang deze verschillende perspectieven te bespreken en zo nodig af te stemmen, bijvoorbeeld in een multidisciplinair overleg (MDO). Een MDO heeft als doel om verschillende behandeldoelen, zorgdoelen en acties te evalueren en aan te passen, informatie over de zorgvrager uit te wisselen en het beleid, behandeldoelen en zorgdoelen met verschillende zorgverleners/behandelaars en de zorgvrager vast te stellen.1

De laatste jaren is er in diverse settingen ervaring opgedaan met de inzet van een MDO in de zorg voor ouderen als onderdeel van het besluitvormingsproces binnen de ouderenzorg. Een MDO kan op verschillende manieren georganiseerd worden, afhankelijk van de setting. Zo kan de frequentie van het MDO verschillen tussen settingen binnen de ouderenzorg, en/of verschilt samenstelling van aanwezige zorgverleners tijdens het MDO alsook de manier waarop de zorgvrager betrokken wordt in het MDO.2,3 De zorgsetting bepaalt mede wie de hoofdbehandelaar is: in het eerstelijnsverblijf is dit doorgaans de huisarts, terwijl bij transmurale zorg soms sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij ook een specialist ouderengeneeskunde betrokken kan zijn.4

Betrokkenheid van de zorgvrager bij het MDO is cruciaal en kan leiden tot beslissingen die afwijken van de beoordeling door de behandelaars en zorgverlener. Dit kan in de praktijk worden vormgegeven door middel van ‘gedeelde besluitvorming’ of ‘samen beslissen’, waarbij zorgvragers en zorgverleners gezamenlijk beslissingen nemen op basis van beschikbare informatie.5 Binnen de ouderenzorg vraagt dit om extra aandacht, aangezien behandeldoelen vaak niet curatief zijn en ondersteuning veelal langdurig is.6 Gedeelde besluitvorming resulteert vaker in een conservatieve behandeling, op basis van de inbreng van de zorgvrager.7,8 Bovendien kan het toepassen van gedeelde besluitvorming ervoor zorgen dat de geleverde zorg doelmatiger is omdat het de zorg beter is afstemt op de persoonlijke wensen en behoeften van de oudere hetgeen veelal een hogere therapietrouw en tevredenheid oplevert.9

Het MDO biedt een gelegenheid voor gedeelde besluitvorming, waarbij behandelaars, zorgverleners en zorgvragers verschillende aspecten van zorg en behandeling kunnen bespreken. Verschillende handreikingen beschrijven manieren waarop een MDO kan verlopen en de manier waarop een zorgvrager kan worden betrokken.1,10 Deze handreikingen zijn niet toegespitst op de ouderenzorg. Over de manier waarop gedeelde besluitvorming wordt geïntegreerd binnen het MDO in verschillende settingen in de Nederlandse ouderenzorg, is op dit moment weinig onderzoek verricht.

Daarom richtte het huidige onderzoek zich op:

  1. De manier waarop het MDO in verschillende settingen binnen de ouderenzorg wordt georganiseerd

  2. De manier waarop gedeelde besluitvorming in dit MDO wordt geïntegreerd in verschillende settingen binnen de ouderenzorg.

Methode

Onderzoeksdesign en setting
Voor dit observationeel onderzoek werd gebruik gemaakt van een kwalitatief design, waarbij data werd verzameld middels semigestructureerde observaties van de MDO’s, uitgevoerd binnen de geriatrische revalidatie, het verpleeghuis, de transmurale zorg en het eerstelijnsverblijf.

Sampling en deelnemers
Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van een doelgerichte steekproef om relevante multidisciplinaire overleggen (MDO’s) te selecteren.10 De selectie vond plaats op basis van specifieke kenmerken, waaronder de setting (eerstelijns-, transmurale of intramurale ouderenzorg) en de variatie in patiëntpopulatie met betrekking tot de aard en complexiteit van de zorgvraag. Deze kenmerken werden gekozen om een brede en relevante vertegenwoordiging van de ouderenzorgpraktijk te waarborgen. Deze steekproef werd aangevuld door middel van pragmatische werving, waarbij contactpersonen binnen zorgorganisaties zorgden voor het aanleveren van geschikte MDO’s. Naar verwachting was de observatie van drie MDO’s binnen elke setting nodig om saturatie te bereiken op thematisch niveau. De aangeleverde MDO’s werden geselecteerd op basis van de volgende inclusiecriteria:

  • De MDO’s hebben betrekking op oudere zorgvragers die zorg ontvangen binnen een van de genoemde settingen;

  • De zorgvrager is cognitief intact;

  • Het MDO is onderdeel van het normale zorgproces in de betrokken zorgorganisatie;

  • De zorgvrager en zorgverleners verlenen informed consent voor observatie van het MDO.

Dataverzameling

Semigestructureerde observaties van het MDO werden uitgevoerd aan de hand van een semigestructureerde observatielijst. Deze semigestructureerde aanpak geeft de observator enkele focuspunten voor de observatie waardoor observaties tussen verschillende settingen vergeleken kunnen worden. Additioneel geeft deze semigestructureerde aanpak vrijheid en flexibiliteit aan de observator.11 Aanvullend werden veldnotities gemaakt waarbij er werd gekeken naar de organisatie en uitvoering van het MDO en de implementatie van gedeelde besluitvorming in het MDO.

Deel 1 van de observatielijst (gericht op organisatie en uitvoering van het MDO) werd gebaseerd op de QuickScan IPT ontwikkeld door Zuyd Hogeschool, van Dongen & Goosens.12 Hierbij werd gekeken naar de samenstelling van de groep, doelen, visie en missie, structuur en organisatie, dynamiek en interactie en leervermogen en ondernemerschap. Deel 2 van de observatielijst had betrekking op de implementatie van gedeelde besluitvorming, waarbij er werd gekeken naar hiervoor relevante aspecten zoals: karakteristieken van de zorgvrager, communicatie met de zorgvrager, onderdelen van gedeelde besluitvorming, bevorderende en belemmerende factoren van gedeelde besluitvorming. Deel 2 werd gebaseerd op het raamwerk voor gedeelde besluitvorming in de praktijk door Elwyn en collega’s en aangevuld met overige literatuur over dit onderwerp.2,7,13 Aanvullend werden algemene kenmerken van de meeting en participanten beschreven waaronder de hoeveelheid deelnemers aan het MDO, expertise van de deelnemers en duur van het MDO. De observaties van het MDO verliepen volgens een vooropgesteld protocol. Waarbij de observator in het MDO zitting nam, maar in de rol van onderzoeker bleef.14 Na afloop van de observaties werden observatie lijsten en veldnotities onmiddellijk (anoniem) uitgewerkt, om de waarde van de informatie zoveel mogelijk te behouden. Audio-opnames werden gebruikt om de verzamelde data van de observaties en veldnotities aan te vullen. Een iteratieve wijze van dataverzameling werd toegepast.14

Ethische overwegingen
Deze studie is door de Medische Ethische Commissie van Zuyderland beoordeeld als een niet-WMO-studie: METCZ20230056. Alle deelnemers en zorgvragers betrokken bij het MDO verleenden schriftelijke toestemming voor deelname en gingen akkoord met de aanwezigheid van de onderzoeker en audio opname.

Data-analyse
Conventionele inhoudsanalyse werd toegepast op de observationele data (observatielijsten, audiotranscripten en veldnotities) voor het identificeren van informatie met betrekking tot de onderzoeksvraag.14,15 Een deductief coderingschema werd vooraf opgesteld op basis van relevante onderwerpen uit de QuickScan IPT. De transcripten van de interviews en verzamelde veldnotities werden gecodeerd op basis van het vooropgestelde coderingschema. Inhoudsanalyse werd toegepast op de gecodeerde informatie waarbij de gecodeerde data doormiddel van bijpassende thema’s werd beschreven. Citaten werden geëxtraheerd om de thema’s te illustreren.

Resultaten

In totaal werd er tijdens 36 MDO’s en 1 familiegesprek geobserveerd in vier verschillende settingen in de ouderenzorg: transmurale zorgsetting (n=2), verpleeghuissetting (n=3), geriatrische revalidatie (GR) setting (n= 26) en een eerste lijn verblijf (ELV) (n=6).

Tabel 1. Karakteristieken van geobserveerde MDO’s

Tabel 2. Samenstelling per geobserveerd MDO

Organisatie van het MDO

Op basis van de inhoudsanalyse van de verzamelde data werd de informatie gegroepeerd in twee grote groepen: ‘Organisatie van het MDO’ en ‘Implementatie van gedeelde besluitvorming in het MDO’. Binnen elk van deze groepen werden thema’s gevormd op basis van de geobserveerde elementen van het MDO. Figuur 1 geeft een overzicht van deze thema’s per groep weer.

Figuur 1: Overzicht van geïdentificeerde thema's

Thema 1. De organisatie van het MDO verschilt per setting
De observaties toonden verschillen in samenstelling en verloop van het MDO tussen de verschillende settingen. Binnen de verpleeghuissetting waren teams vaak kleiner, met meer ruimte voor spontane discussies en vragen vanuit de deelnemers. In de GRZ-setting waren MDO’s meer gestructureerd en werd minder spontane interactie geobserveerd. Vier disciplines waren overwegend aanwezig bij het MDO: een arts, een verpleegkundige, een fysiotherapeut en een ergotherapeut. Bij MDO’s met meer complexe/meervoudige casuïstiek (vb. CVA’s) werden overige disciplines zoals een maatschappelijk werker, diëtist, psycholoog, administratieve medewerker of een teammanager uitgenodigd voor deelname en werden thema’s zoals de sociale omgeving en het mentale welzijn van de zorgvrager besproken. In deze gevallen werden er specifieke vragen gesteld en bezorgdheden aangegeven over deze domeinen. Het volgende citaat illustreert dit. 

Citaat 1: Uit de veldnotities van de observator: De maatschappelijk werker vraagt tijdens de bespreking aandacht voor de psychosociale problematiek: ‘ Voor het geestelijke stuk van deze patiënt maak ik me wel heel veel zorgen.’

Er werden twee rollen geïdentificeerd binnen de organisatie van het MDO: een voorzitter en een notulist. Deze rollen werden vaak ingevuld door de arts, met ondersteuning van de teammanager die veelal een verpleegkundige achtergrond had.

Thema 2. Het proces: van introductie naar conclusie
Hoewel de verschillende geobserveerde MDO’s een gelijkaardig proces vertonen (introductie en conclusie), werden er verschillende gebieden van focus geobserveerd zoals een algemeen overleg of doelgericht overleg. Het MDO begon steeds met een introductie van de zorgvrager aan de hand van medische informatie, een enkele keer aangevuld met informatie over de sociale situatie. Verpleegkundigen speelden een belangrijke rol in het aanvullen van eerder persoonlijke informatie over de zorgvrager In de verpleeghuissetting werden algemene ontwikkelingen besproken met betrekking tot de zorgvrager.  In de GRZ vormden de behandeldoelen van de zorgvrager de focus en diende deze als rode draad in het overleg. Hierbij nam de fysiotherapeut veelal de leiding en gaf deze duidelijk de behandeldoelen van de zorgvrager aan, zoals geïllustreerd door citaat 2.

Citaat 2: Uit de veldnotities van de observator: ‘De persoonlijke doelen van de patiënt worden geprojecteerd en worden een voor een besproken door de betrokken behandelaars.

Tenslotte werd een conclusie gevormd door de voorzitter, bijvoorbeeld door het samenvatten van de progressie van behandeldoelen en het benoemen van specifieke uit te voeren afspraken.

Thema 3. Verschillende leiderschapsstijlen hebben een effect op de dynamiek van het MDO
In het merendeel van de observaties nam de medische specialist de leiding tijdens het MDO. Taken zoals het vragen van input van de deelnemers, tijdsbewaking en het vormen van een conclusie werden uitgevoerd door de betrokken specialisten. Er werden verschillende leiderschapsstijlen geobserveerd: variërend van een meer autoritaire stijl tot een participatieve stijl. De observatie van een directieve autoritaire stijl ging samen met het observeren van efficiëntie en duidelijkheid tijdens het overleg. In deze gevallen werd echter zichtbaar mindere input door de overige deelnemers geobserveerd en werden er minder vragen gesteld. Citaat 3, afkomstig uit de veldnotities illustreert dit.

Citaat 3: uit de veldnotities van de observator:  “De arts geeft het woord aan elke deelnemende discipline, deze geeft een korte samenvatting over de zorgvrager. Er worden geen aanvullende vragen gesteld.” 

Een participatieve vorm werd waargenomen als het stellen van stimulerende vragen door de voorzitter en het creëren van discussie en conversatie tussen de verschillende deelnemers. Wanneer stimulerende vragen en ruimte voor discussie werd gelaten door de voorzitter, werd er gezien dat verschillende disciplines elkaar aanvulden en interactie toonden met elkaar, waardoor de situatie van de zorgvrager vanuit meerdere standpunten werd benaderd. Citaat 4 toont hoe de voorzitter actief vraagt naar input vanuit de verschillende disciplines.

Citaat 4: Specialist ouderengeneeskunde aan de andere deelnemers van het MDO:  “Voor de andere disciplines, zijn er wat jullie betreft nog dingen die we over het hoofd zien?”

Thema 4. Gemiste kansen om te groeien als een team
In de transmurale setting werd een MDO geobserveerd dat was ingericht als leermoment, casussen werden aangebracht en discussiepunten werden gepresenteerd door verschillende deelnemers. De participanten gaven aan dat hierbij werd ingezet op het MDO als leermoment met elkaar en voor elkaar.  In overige settingen was het MDO vooral gericht op het stellen van korte vragen en in minder mate als een gezamenlijk leermoment.

De implementatie van gedeelde besluitvorming in het MDO

Naast de organisatie van het MDO werd er gekeken naar de implementatie van gedeelde besluitvorming in het MDO. Er werden twee thema’s geïdentificeerd met betrekking tot het toepassen van gedeelde besluitvorming binnen het MDO.

Thema 1. Het MDO als basis voor overleg en terugkoppeling naar de patiënt en familie
Dit thema illustreert dat het MDO werd gebruikt als moment voor zorgverleners om informatie uit te wisselen over de zorgvrager. Bij alle geobserveerde MDO’s was de zorgvrager afwezig.

Binnen enkele organisaties werden na afloop van het MDO, familiegesprekken ingepland met als doel het bespreken van informatie met de zorgvrager en diens naasten. Deze familiegesprekken werden voorbereid tijdens het MDO, waarbij besproken werd op welke manier de zorgvrager en familie geïnformeerd zouden worden. In sommige organisaties werden deze terugkoppelingen consequent na elk MDO ingepland, bij andere organisaties enkel op aanvraag. De observatie dat familiegesprekken werden ingepland en voorbereid was over alle settingen heen.

Thema 2. Interpretatie van zorgwensen en doelen door zorgprofessionals als basis voor gedeelde besluitvorming in het MDO
Ondanks de afwezigheid van de zorgvrager bij het MDO, konden verschillende aspecten van gedeelde besluitvorming indirect geobserveerd worden. Zo werden de wensen, persoonlijke doelen (besproken tijdens het intakegesprek met de zorgvrager) en bijpassende keuzeopties voor de zorgvrager meegenomen en besproken.

In de verpleeghuissetting werden de wensen van de zorgvrager vaak expliciet besproken tijdens het MDO. De wensen en behoeften van de zorgvrager werden met name door verpleegkundigen, ergotherapeuten en maatschappelijk werkers ingebracht (citaat 5).

Citaat 5: Stagiaire verpleegkunde geeft de wens van de zorgvrager aan: “De patiënt vindt het belangrijk om de transfers zelf te kunnen doen. Hier moeten we over nadenken, als de patiënt hier erg op gefixeerd is dan moeten we hier alles aan doen.”

Tijdens enkele observaties in beide GRZ en verpleeghuissetting werd onduidelijkheid over de wensen van de zorgvrager geobserveerd. Zorgverleners gaven aan dit verder moeten na te vragen bij de zorgvrager. Tijdens enkele observaties, in zowel de verpleeghuissetting als de GRZ-setting, gaven de professionals aan dat de wensen van de zorgvrager niet haalbaar waren of stonden ze niet achter deze wensen. Dit wordt geïllustreerd in citaat 6 waarin de specialist ouderengeneeskunde aangeeft dat wensen van de patiënt niet haalbaar zijn.

Citaat 6: Specialist ouderengeneeskunde reageert op de wensen van de patiënt in het MDO: “Soms geven we de patiënten wel heel erg veel regie.”

Beschouwing

Dit observationele onderzoek richtte zich enerzijds op de manier waarop het MDO in verschillende settingen binnen de ouderenzorg wordt georganiseerd en anderzijds op de manier waarop gedeelde besluitvorming in dit MDO wordt geïntegreerd in verschillende settingen binnen de ouderenzorg. De organisatie en samenstelling van MDO’s verschilt sterk per setting, met name in de GRZ, waar grotere en meer diverse teams gebruikelijk zijn. Hoewel dit de complexiteit van de zorg weerspiegelt, kan het ten koste gaan van efficiëntie en betrokkenheid, tenzij een participatieve leiderschapsstijl wordt toegepast. Gezamenlijke besluitvorming is minimaal aanwezig tijdens de MDO’s. Hoewel de wensen van de patiënt occasioneel besproken worden tijdens het MDO, wordt dit overleg eerder gebruikt als moment voor het uitwisselen van informatie tussen verschillende zorgverleners die later in een afzonderlijk overleg wordt teruggekoppeld aan de zorgvrager en de familie.  

De recente handreiking voor integrale zorg en ondersteuning in de wijk laat zien dat het MDO een cruciale stap is in het leveren van passende zorg aan ouderen.16 Niet enkel in de wijk maar ook in intramurale en transmurale settingen kan dit worden doorgetrokken. Deze centrale rol van het MDO binnen het besluitvormingsproces is ook te herkennen in de resultaten van dit onderzoek. Binnen het kader van passender zorg, staat niet de ziekte, maar gezondheid van de oudere zorgvrager centraal. Daarom is het van belang om vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de zorgvraag.16 Dit aspect was met name herkenbaar binnen de GRZ, waarbij een brede variatie aan betrokken professionals werd geobserveerd. Verder is dit mogelijk ook een weerspiegeling van de complexiteit van de zorgvraag binnen deze setting.3 Welke perspectieven relevant zijn voor de zorgvraag, is afhankelijk per patiënt en per setting.

Kijkende naar organisatieleer is het van belang om de grootte van de groep in overweging te nemen bij het organiseren van een MDO. Besluitvorming en overleg in grotere groepen kan een negatieve invloed hebben op de efficiëntie van de bespreking en de betrokkenheid van de verschillende deelnemers.17,18 Een meer participatieve stijl van leiderschap zou dit aspect kunnen ondervangen, door het stimuleren van dialoog tussen verschillende disciplines.19 Deze dialoog en afstemming tussen verschillende zorgdomeinen/zorgverleners draagt bij aan het leveren van doelgericht en passende zorg voor ouderen, door het overwegen van verschillende patiënten perspectieven. Het formuleren van een gemeenschappelijk doel binnen het overleg kan verder bijdragen aan het leveren van passende en doelgerichte zorg. Denk hierbij aan beantwoorden van vragen zoals: ‘Waarom dient deze zorgvrager vandaag besproken te worden in het MDO?’ ‘Wat willen we met dit MDO bereiken?’. Xyrichis en collega’s beschrijven het belang van het bepalen van duidelijke doelstellingen voor een overleg om op deze manier gestructureerd, efficiënt en doelmatig teamwork te kunnen faciliteren.18

De bevindingen uit dit onderzoek nodigen uit tot een kritische reflectie op de mate van interprofessioneel samenwerken binnen MDO’s in de ouderenzorg. Volgens het model van Dongen omvat effectieve interprofessionele samenwerking verschillende samenhangende dimensies.17 In de geobserveerde MDO’s blijkt met name de gedeelde besluitvorming onderbelicht, wat duidt op een beperkte gedeelde visie op cliëntgerichte zorg. De MDO’s functioneren vaak als informatiedeling tussen disciplines, maar minder als moment van gezamenlijke besluitvorming of afstemming met de zorgvrager. De diversiteit in samenstelling – vooral in de GRZ – laat zien dat er potentieel is voor rijke interprofessionele input is maar de focus op gezamenlijke besluitvorming ontbreekt. Een beweging richting een sterkere mate van interprofessioneel samenwerken vereist meer dan fysieke aanwezigheid van meerdere disciplines; het vraagt om het actief ontwikkelen van onderlinge afstemming, vertrouwen en een gedeelde verantwoordelijkheid voor besluitvorming, met expliciete inbreng van de zorgvrager en diens netwerk.

Een tweede doel van het huidige onderzoek was gericht op het observeren van gedeelde besluitvorming binnen het MDO. Samen beslissen is een centraal aspect in het leveren van zorg passende aan (kwetsbare) ouderen. Daarom is inspraak en vooral samenspraak met de zorgvrager of diens naasten is een voorwaarde voor passende zorg. Binnen de bestaande literatuur wordt er hierbij vaak vanuit gegaan dat de zorgvrager aanwezig is bij het MDO om dit te faciliteren.1,16 De aanwezigheid van de zorgvrager bij het MDO is afhankelijk van de bereidheid en mogelijkheid tot deelnemen van de zorgvrager, de samenstelling van de groep en de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener/behandelaar.2 In deze studie waren de zorgvragers echter nooit aanwezig, maar werden aspecten van gedeelde besluitvorming geobserveerd op andere manieren. Samen beslissen was vaak al van start gegaan voordat het MDO werd gevoerd hetgeen benadrukt dat het geen momentopname is maar een besluitvormingsproces. De afwezigheid van de zorgvrager tijdens het MDO hangt mogelijk samen met praktische barrières zoals beschikbare tijd of wilsbekwaamheid van zorgvragers. Ofschoon het vooraf of nadien betrekken van de zorgvrager uiteraard beter is dan het niet betrekken, belemmert het echter ook de mogelijkheid tot inspraak van de zorgvrager en diens eigen regie. Hoewel voor gedeelde besluitvorming de zorgvrager informatie moet kunnen begrijpen en situaties moet kunnen inschatten, kan gedeelde besluitvorming toch ook een belangrijke rol spelen bij zorgvragers die dit niet meer volledig kunnen.20,21 Zij kunnen vaak wel nog aangeven wat hun wensen in het dagelijkse leven zijn of wat zij belangrijk vinden.21 De informatie en keuzeopties kunnen worden afgestemd op de capaciteiten van de zorgvrager.20 In een ideaal scenario worden tijdens een MDO de inzichten van verschillende betrokken zorgverleners gedeeld en resulteert dit in een palet aan verschillende zorg- en behandelopties die met de zorgvrager worden overlopen.22 Die opties kunnen vervolgens met de zorgvrager worden besproken in een familiegesprek of een breed MDO, waarna samen een beslissing over zorg of behandeling kan worden genomen. Het is belangrijk om in overweging te houden dat het MDO slechts een onderdeel is van een groter besluitvormingsproces.

Een kracht van het onderzoek is de vergelijking van verschillende ouderenzorgsettingen, wat zorgt voor diverse perspectieven binnen MDO’s en het gebruik van meerdere dataverzamelingsmethoden, zoals observaties en veldnotities, wat de analyse versterkt. Beperkingen zijn de oververtegenwoordiging van de GRZ door de hogere frequenties van MDO’s in die setting, hetgeen de resultaten mogelijk beïnvloed heeft als gevolg van deze oververtegenwoordiging. In de verpleeghuissetting, eerstelijnszorg setting en transmurale zorgsetting werd thematische saturatie niet bereikt, wat de diepgang en volledigheid van de geïdentificeerde thema’s in deze contexten mogelijk beperkt. Hierdoor dienen de bevindingen in deze settingen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Toekomstig onderzoek is nodig om de bevindingen in deze zorgsettingen verder te onderzoeken.

Dit onderzoek vormt een waardevolle basis voor vervolgonderzoek. In Nederland ontstaan op steeds meer plaatsen integrale ouderenzorgnetwerken waarin professionals en organisaties samenwerken om passende zorg en ondersteuning voor ouderen te realiseren.23 

Auteurs
  • Dirkje Swennen, Bsc. Geneeskunde – FHML, Health Services Research, Maastricht University

  • Prof. Dr. Sandra M.G. Zwakhalen, Hoogleraar Verplegingswetenschap – Health Services Research, Maastricht University. Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg

Literatuur

  1. Verenso, Handreiking multidisciplinair overleg (MDO): Het MDO als basis voor heldere regievoering door de specialist ouderengeneeskunde. 2015, Verenso, Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde.

  2. van Dongen, J.J.J., et al., Successful participation of patients in interprofessional team meetings: A qualitative study. Health Expect, 2017. 20(4): p. 724-733.

  3. Ellis, G. and N. Sevdalis, Understanding and improving multidisciplinary team working in geriatric medicine. Age and Ageing, 2019. 48(4): p. 498-505.

  4. Landelijke Huisartsen Vereniging and Verenso, Handreiking Samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde. 2020.

  5. Elwyn, G., et al., Implementing shared decision making in the NHS. BMJ, 2010. 341(oct14 2): p. c5146-c5146.

  6. Stiggelbout AM, Gärtner FR, and Pieterse AH, Gedeelde besluitvorming met ouderen. Tijdschrift voor ouderengeneeskunde, 2015.

  7. Elwyn, G., et al., Shared decision making: a model for clinical practice. J Gen Intern Med, 2012. 27(10): p. 1361-7.

  8. Brabers, A.E.M., Patient involvement and medical practice variation: Can patients be ignored in theories about practice variation?, in Health Services Research, CAPHRI. 2018, Maastricht University.

  9. Pel, R. and H. Veenendaal, Gedeelde besluitvorming. Bijblijven, 2015. 31.

  10. ZIO, Handreiking organisatie MDO. 2018, ZIO Zorg In Ontwikkeling: Maastricht.

  11. Kallio, H., et al., Systematic methodological review: developing a framework for a qualitative semi-structured interview guide. Journal of Advanced Nursing, 2016. 72(12): p. 2954-2965.

  12. van Dongen, J., et al., Doelgericht samenwerken in een MDO: vanzelfsprekend, of toch niet? Bijblijven, 2019. 35(9): p. 34-38.

  13. Pel-Littel, R.E., et al., Barriers and facilitators for shared decision making in older patients with multiple chronic conditions: a systematic review. BMC Geriatr, 2021. 21(1): p. 112.

  14. Moser, A. and I. Korstjens, Series: Practical guidance to qualitative research. Part 3: Sampling, data collection and analysis. Eur J Gen Pract, 2018. 24(1): p. 9-18.

  15. Hsieh, H.-F. and S. Shannon, Three Approaches to Qualitative Content Analysis. Qualitative health research, 2005. 15: p. 1277-88.

  16. Nederland, Z., Kwetsbare ouderen thuis: handreiking voor integrale zorg en ondersteuning in de wijk. 2025.

  17. van Dongen, J.J., et al., Interprofessional primary care team meetings: a qualitative approach comparing observations with personal opinions. Fam Pract, 2017. 34(1): p. 98-106.

  18. Xyrichis, A. and K. Lowton, What fosters or prevents interprofessional teamworking in primary and community care? A literature review. Int J Nurs Stud, 2008. 45(1): p. 140-53.

  19. Tyson, S., L. Burton, and A. McGovern, Multi-disciplinary team meetings in stroke rehabilitation: an observation study and conceptual framework. Clinical Rehabilitation, 2014. 28(12): p. 1237-1247.

  20. Federatie Medische Specialisten, Dementie. Richtlijnendatabase, 2024.

  21. Radboud MC, V., Infographic: Samenbeslissen met ouderen, Inschatten van de besluitvormings capaciteit / wilsbekwaamheid. 2023.

  22. Kee, K., et al., Social Dimensions of Care Integration, in How to Deliver Integrated Care, A. Kaehne and H. Nies, Editors. 2021, Emerald Publishing Limited. p. 75-93.

  23. de Bruin, S., et al., Netwerken integrale ouderenzorg: wat is de stand van zaken in Nederland? 2020, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Bilthoven.