Boekbespreking: De Jaren


Ad Kaptein

“Alle beelden zullen verdwijnen” is de eerste zin, “Iets redden van de tijd waar we nooit meer zullen zijn” is de laatste. De Jaren van Annie Ernaux (1940) vangt het bestaan van de auteur, van toen tot nu. “Voor de moed en de klinische scherpte waarmee ze de wortels en de universele beperkingen van het persoonlijk geheugen blootlegt” wordt haar in 2022 de Nobelprijs voor literatuur toegekend. Een geheugen dat scenes bevat uit haar leven dat al meer dan 80 jaar omvat. Geboren in een dorpje in Normandië, waar haar ouders een kruidenierszaak annex café drijven. Onderwijs krijgen en onderwijs geven vormen de fundamenten van haar leven. Studies in Rouen en Bordeaux brengen haar naar het leraarschap. De Franse samenleving van na de Tweede Wereldoorlog is haar decor.


Alice Neel, Self-portrait 1980

‘Ontwikkeling’ is in de ouderengeneeskunde een kernbegrip. Ernaux ’s De Jaren toont in verbluffend detail de fasen in de ontwikkeling van de auteur, en in de ontwikkeling van de Franse samenleving. Geuren, auto’s, kleding, merknamen van verbruiksgoederen, namen van helden van radio en film, muziek, samenstelling van het avondeten op zondag, kleine kwalen en ernstig lijden van grootouders komen op papier. Spartaans, zonder opsmuk, ‘sans luxe’. Ernaux schrijft ‘l‘écriture plate’,1 het zelfportret van de dan tachtigjarige Alice Neel is er een afspiegeling van.2 Het woord ‘ik‘ is in De Jaren haast niet te vinden, wel ‘we’, ‘ze’, ‘je’. Autofictie is het genre, de combinatie van autobiografie en fictie.3

Als meisje van vier is ze op een foto afgebeeld in een rokje, dat een opgezette buik bedekt, “misschien een teken van Engelse ziekte”. De onderwijzer op school troont als barse god op zijn podium voor de klas. Je herinnert je de verhalen van de volwassenen, over meisjes die in de goot waren beland, over overleden kinderen, en het weer op tafel verschijnen van chocola en jam.

Opgroeien als meisje in de jaren vijftig op het Franse platteland wordt gestuurd door de Kerk, die goed en kwaad bepaalt. Het meisje groeten dat een paar jaar geleden naast je zat op de lagere school en nu al werkt is ondenkbaar. Het meisje dat gebruind op school van de wintersport terugkomt op school evenmin. Pubermeisje zijn in de jaren vijftig gaat over kijken naar jongens, hopen dat je snel borsten krijgt, smachten naar het bezitten van een pick-up, naar muziek met Engelse teksten, seks, angst voor het ‘ongelukje’. Ze wordt zwanger, de lichamelijke en geestelijke beschadigingen door de abortus en het medisch handelen beschrijft ze in L’ événement (Het Voorval).

Ze gaat over van de arbeiderswereld naar de middenklasse, laaft zich aan het existentialisme, gaat studeren, wordt lerares, verhuist naar de stad. Oorlogen in Algerije en Vietnam duwen haar naar politiek links. De revolutie van 1968, de consumptiemaatschappij, de seksuele revolutie, de banlieux: De Jaren gaat sneller draaien. ”De band met het verleden vervaagde. Alleen het heden werd doorgegeven” in discussies bij etentjes met oude vrienden. Een heden dat wordt gekleurd door de verrechtsing, Le Pen, discriminatie van banlieux jongeren, lesgeven in een klas met “voor het merendeel meisjes, ettelijke van Afrikaanse, Antilliaanse of Maghrebijnse afkomst”.

Ook Ernaux wordt ouder. Ze ziet hoe de boodschappenkar in de supermarkt zo diep wordt dat je de bodem niet kunt aanraken, hoe video, porno, e-mail, Alzheimer, AIDS, atheïsme, straattaal en sluiers de wereld gaan kleuren. Ze laat haar boek in de laatste bladzijden eindigen, niet met internet, mobiele telefoon of online daten, maar met zachte herinneringen aan “het kleine dorpsfeest met botsautootjes … iets redden van de tijd waar we nooit meer zullen zijn”.

“Een gezondheidszorg zonder aandacht voor levensverhalen is ethisch niet verantwoord”- deze klaroenstoot introduceert het begrip narratieve geneeskunde.4,5 In de anno 2025 dominante biomedische blik op gezondheid en ziekte herleeft wetenschappelijke aandacht voor het verhaal van de patiënt, voor het levensverhaal, voor de reminiscentie – ook in de klinische praktijk. De persoonlijke autobiografie van de patiënt biedt het decor voor de verhalen over ziekte en ziek-zijn, relaties met dokters en andere zorgverleners. Ook bij Ernaux. “Vertellen, luisteren, schrijven en lezen zijn kostbare oefeningen in gelijkwaardigheid, betrokkenheid en humaniteit”.4

Ad Kaptein is emeritus hoogleraar Medische Psychologie LUMC. Zijn onderzoek en onderwijs gaan over omgaan met ziek-zijn door patiënten, en over hoe partners, familie en gezondheidswerkers de patiënt daarbij kunnen helpen. In deze rubriek poogt hij de ouderengeneeskunde te belichten vanuit het perspectief van de romanliteratuur (www.adkaptein.nl).

Auteur
  • Prof. dr. A.A. (Ad) Kaptein, hoogleraar, Medische Psychologie LUMC

Literatuur

  1. Blackhurst A. Le luxe de l’écriture: Writing luxury in Annie Ernaux’s Passion simple and Les Années. French Studies, 2021, 75, 221 – 236.

  2. Lyon P, Scott C (Eds.). Drawing in health and wellbeing. London: Bloomsbury, 2025.

  3. Schwartz A. Memory serves: Annie Ernaux turns memory into art. The New Yorker, 21 November 2022.

  4. Bohlmeijer E, Mies L, Westerhof G (Red.). De betekenis van levensverhalen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2007.

  5. Kaptein AA Novels as data: health humanities and health psychology. Journal of Health Psychology, 2022, 27, 1615 – 1625.