Verbeteren van de inzet van de urinedipsticktest in verpleeghuizen

UrineSTICKS: strategieën ontwikkelen om de inzet van de urinedipsticktest te verbeteren

De abstractcommissie heeft op verzoek van de congrescommissie elf abstracts geselecteerd die tijdens het Verenso voorjaarcongres 'Diversiteit in de ouderengeneeskunde. Zorg voor verschil' op 5 juni 2025 middels een fysieke presentatie gepresenteerd werden. Onderstaand abstract was daar een van.

Introductie

De urinedipsticktest is niet geschikt om urineweginfecties bij kwetsbare ouderen vast te stellen. Deze test is namelijk gericht op het detecteren van bacteriën, terwijl kwetsbare ouderen óók zonder urineweginfectie vaak bacteriën in de urine hebben. Urineonderzoek kan dus niet worden gebruikt om een urineweginfectie aan te tonen. Artsen moeten in plaats daarvan afgaan op urineweggerelateerde symptomen, zoals pijn bij het plassen of vaker plassen. In de praktijk zie je echter dat de urinedipsticktest nog steeds veelvuldig onterecht wordt ingezet, bijvoorbeeld in geval van aspecifieke symptomen, zoals 'anders dan anders zijn' of troebele urine.

Doel van het onderzoek

Dit onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in het proces van urine sticken in verpleeghuizen en in mogelijkheden om dit te verbeteren.

Methode

Het onderzoek combineerden kwantitatieve en kwalitatieve methoden. Wij maakten gebruik van bestaande data uit eerder onderzoek naar het passend voorschrijven van antibiotica in verpleeghuizen. Bij 295 vermoedelijke urineweginfecties vergeleken wij de groep waarbij de urinedipsticktest terecht werd ingezet, met de groep waarbij de test onterecht werd ingezet om te beoordelen welke patiëntfactoren geassocieerd waren met onterecht gebruik. Daarnaast onderzochten we middels interviews en focusgroep bijeenkomsten het werkproces rondom de urine dipsticktest en de mogelijkheden om dit proces te verbeteren.

Resultaten

De urinedipsticktest werd bij 67 van de 149 (45%) bewoners onterecht ingezet. Dementie (OR 0,48, 95% CI 0,24─0,97) en nier- of urinewegaandoeningen (OR 0,35, 95% CI 0,12-0,99) waren geassocieerd met meer onterecht gebruik van de urinedipsticktest. De interviews en focusgroepen lieten verbetermogelijkheden zien op drie domeinen: kennis, vaardigheden en werkprocessen. Daarnaast werden voorwaarden voor veranderproces vastgesteld. De uitkomsten werden vertaald in ondersteunde hulpmiddelen, waaronder een informatieposter.

Conclusie

Onjuiste inzet van de urinedipsticktest komt nog steeds veel voor in verpleeghuizen. Het is belangrijk de kennis en vaardigheden van verzorgenden en verpleegkundigen te optimaliseren en duidelijke werkafspraken te maken. De urinedipsticktest is diepgeworteld in de praktijk, waardoor het optimaliseren van het gebruik hiervan tijd kost. Duidelijke en herhaalde communicatie hierover met alle betrokkenen is noodzakelijk. De informatieposter die ontwikkeld werd, kan mogelijk bijdragen aan een betere inzet van de urinedipsticktest.

Auteur
  • Dr. J.J.S. (Jeanine) Rutten, specialist ouderengeneeskunde, My-doc/ onderzoeker bij Amsterdam UMC