10 juni 2021

Resultaten peiling herstelplan

 

Verenso zette via de nieuwsbrief van 31 mei een peiling uit onder haar leden. Die peiling maakte deel uit van een zorgbrede peiling die was opgezet door FMS en VenVN. Inmiddels zijn de resultaten bekend.

Zorgbreed namen 7.000 professionals deel; 200 specialisten ouderengeneeskunde (waarvan 9 in opleiding) maakten hier deel vanuit. Opvallend is, dat de gegeven antwoorden zorgbreed sterk met elkaar overeenkomen. Zorgwekkend is dat het aantal professionals dat klachten heeft ervaren en soms nog heeft, enorm groot is. Na vijftien intensieve coronamaanden kampt een meerderheid van verpleegkundigen, verzorgenden en artsen met een opeenstapeling van fysieke en mentale klachten. Zorgprofessionals zijn moe, hebben angstgevoelens, piekeren veel en hebben last van slaapproblemen. Bij meer dan de helft gaat het om een combinatie van klachten.

Van de respondenten, die afkomstig zijn uit onder meer het verpleeghuis, de eerstelijnszorg, de GGZ, de wijk en het ziekenhuis, geeft 78% aan dat zij COVID-zorg hebben geleverd. Dit gold overigens voor 58% van de specialisten ouderengeneeskunde respondenten. Een vijfde van alle respondenten (ook van de specialisten ouderengeneeskunde) is uitgevallen door hun fysieke en mentale klachten, in de helft van de gevallen voor langere tijd. Niet alleen blijkt dat een aanzienlijk aantal van de zorgprofessionals kampte met fysieke en mentale klachten, maar dat een groot deel nog steeds klachten ervaart.

Voor de totale respondentengroep zijn dit met name angstgevoelens (30% ja maar nu niet meer, 10% ja nog steeds), moeheid (27% ja maar nu niet meer, 46% ja nog steeds), piekeren (29% ja maar nu niet meer, 22% ja nog steeds) en het gevoel geen grip te hebben op de situatie (36% ja maar nu niet meer, 15% ja nog steeds) vallen op. Van de respondenten ervaart 24% op dit moment slaapproblemen, 20% is snel boos of geirriteerd en 17% heeft concentratie en geheugenproblemen. Voor de specialisten ouderengeneeskunde zijn dit veelal dezelfde klachten, maar soms met afwijkende percentages: angst (32% ja maar nu niet meer, 9% ja nog steeds) komt redelijk overeen met het totaal. Moeheid (46% ja maar nu niet meer, 39% ja nog steeds) scoort ook bij specialisten ouderengeneeskunde hoog. Piekeren (35% ja maar nu niet meer, 18% ja nog steeds) komt redelijk overeen met het totaal. Opvallend anders is de score bij ‘gevoel geen grip meer te hebben op het werk’. Hier gaf 56% van de specialisten ouderengeneeskunde-respondenten het antwoord ja maar nu niet meer en 11% ja nog steeds. Wat betreft slaapproblemen en boosheid komen de percentages exact overeen (24% nu nog slaapproblemen, 20% nu nog boos). En 18% van de specialisten ouderengeneeskunde heeft concentratie- en geheugenproblemen (t.o.v. 17% van het totaal aantal respondenten).

Gevraagd is aan de professionals wat zij nodig hebben om te herstellen. Van de totale groep aan zorgprofessionals geeft 34% aan dat ze vakantie nodig heeft, 44% geeft ‘herstel privé/werkbalans’ aan, 29% wil graag andere taken oppakken zoals opleiden, en 34% geeft ‘werklast verlaging door collega’s erbij’ aan. Bij specialisten ouderengeneeskunde is de behoefte aan vakantie nog groter (42%); hetzelfde geldt voor de behoefte aan een betere balans tussen werk en prive (54%). Ook wil een groter percentage graag weer andere taken oppakken (36%) en geeft 30% aan behoefte te hebben aan collega’s erbij.

Op de vraag ‘Denk jij erover na om het vak te verlaten?’ geeft 9% van de totale groep zorgprofessionals aan actief rond te kijken naar ander werk, 14% geeft als antwoord ‘ja, maar geen concrete acties’. Een kwart van de respondenten heeft er over nagedacht, maar heeft nu niet de intentie om te vertrekken. Onder specialisten ouderengeneeskunde zijn deze cijfers ook hoog, maar lijken lager dan in de totale populatie: 4% kijkt actief rond naar ander werk en 9% geeft als antwoord ja maar geen concrete acties. Evenals in de totale respondentenpopulatie heeft een kwart van de respondenten aangegeven er over nagedacht te hebben maar nu niet de intentie te hebben om te vertrekken.

Hoe verder? Van belang is werken in de zorg aantrekkelijk te laten zijn zodat we ook in de toekomst over voldoende professionals kunnen beschikken. Als Verenso zullen we over deze resultaten dan ook het gesprek aangaan met ActiZ, ZorgthuisNL en het ministerie van VWS.

Klik hier voor de reacties aan van alle respondenten (zorgbreed).

 

Naar nieuwsoverzicht