26 juli 2022

Toelichting minimale dataset Leren van data. Thema: patiëntgegevens

Het bestuur van Verenso heeft eind 2021 de minimale dataset vastgesteld binnen het programma Leren van Data. De minimale data set bestaat uit zeven thema’s. We lichten deze thema’s verder toe. Het vorige nieuwsbericht ging over het thema beleidsafspraken. Deze week: het thema patiëntgegevens.

Wat is de minimale dataset (MDS)?

De minimale dataset (MDS) is een basisset van behandelgegevens die specialisten ouderengeneeskunde in het EPD vastleggen over patiënten in de intramurale verpleeghuiszorg. Met deze dataset werken we aan eenheid van taal voor specialisten ouderengeneeskunde door gegevens in verschillende EPD’s eenduidig vast te leggen. De MDS is de afgelopen twee jaar in samenwerking met specialisten ouderengeneeskunde ontwikkeld en sluit zo goed mogelijk aan bij de praktijkvoering van de specialist ouderengeneeskunde. De uitwerking van de MDS is besproken met de verschillende EPD-leveranciers en is afgestemd met lopende ontwikkelingen rond registratie in de care en cure. Met de MDS is een belangrijke stap gezet in het programma Leren van Data, het programma dat gericht is op kennisontwikkeling in de sector, o.a. door het verzamelen en ontsluiten van behandelgegevens. Met als uiteindelijk doel om de zorg voor verpleeghuispatiënten verder te verbeteren.

Thema 1: patiëntgegevens

Een van de thema’s uit de MDS bestaat uit patiëntgegevens. Dit zijn de basisgegevens die worden vastgelegd van een patiënt. Daarnaast bevat het een aantal logistieke gegevens. Deze zijn nodig, omdat in het programma een data-infrastructuur wordt ingericht: het Register Leren van data in Verpleeghuizen[HW5] . Vanuit dit register kunnen de gegevens ontsloten worden, bijv. voor onderzoek of spiegelrapportages voor specialisten ouderengeneeskunde.

Het thema patiëntgegevens bevat de volgende items:

Patiënt
Om overdracht van de gegevens uit de minimale dataset naar het Register Leren van Data op patiëntniveau mogelijk te maken is een uniek patiënt ID nodig. Hiervoor wordt het BSN nummer gebruikt. Om de privacy van patiënten te waarborgen wordt een pseudoniem van het BSN-nummer vastgelegd in het Register. Het oorspronkelijke BSN nummer wordt niet doorgestuurd, deze blijft binnen de databaseomgeving van de softwareleverancier.   

Geslacht
Er wordt onderscheid gemaakt in man, vrouw en ongedifferentieerd.

Leeftijd

Om de leeftijd te kunnen bepalen wordt het geboortejaar uit het dossier gebruikt.  

Opnameduur: datum van inschrijving en datum van uitschrijving
Om de opnameduur te kunnen bepalen wordt de datum van inschrijving en de datum van uitschrijving gebruikt.

Overlijden
Met het item ‘overlijden’ wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijke redenen van uitschrijving.

Organisatie en locatie
Om zinvolle spiegelrapportages per locatie te kunnen genereren wordt het KvK- vestigingsnummer gebruikt. Om de locatie goed te kunnen identificeren wordt ook de postcode van de locatie gevraagd.  

Type zorg
Dit item is opgenomen om te kunnen specificeren om welk type patiënt het gaat en eventueel spiegelinformatie per doelgroep te kunnen opstellen, bijv. somatiek, psychogeriatrie, gerontopsychiatrie, Huntington of Korsakov. Het kan ook gebruikt worden om eventueel foutief aangeleverde patiëntgroepen te excluderen, bijv. patiënten die GRZ ontvangen.

Specialist ouderengeneeskunde hoofdbehandelaar
Dit item is opgenomen in de set om een check te kunnen doen of de gegevens van de juiste patiënten worden verzameld in het Register Leren van Data. In het programma Leren van Data focussen we ons namelijk alleen op Wlz-geïndiceerde patiënten in de intramurale verpleeghuiszorg waarbij de specialist ouderengeneeskunde de regiebehandelaar is.

Heb je vragen?

Heb je vragen over het programma Leren van Data, het Register Leren van Data of de minimale dataset? Neem dan contact op met Sandra van Beek (svanbeek@verenso.nl).

 

Naar nieuwsoverzicht