Kwaliteit

Niets is routine tijdens Pasen


Bij de overdracht klinkt mijn collega wat vermoeid en aangedaan. Meestal bewonder ik hem voor zijn serene houding. Van vroeg in de morgen tot ver in de namiddag ben ik met ‘veel regelzaken en veel zieke mensen’ bezig. Regelzaken over kweken. Om te verantwoorden waarom we mensen in quarantaine houden. Families duidelijk maken waarom we ons, als overheidsinstelling, aan de overheidsvoorschriften houden. De argumenten van mijn eigen beroepsgroep overtuigen duidelijk beter.  

Een man, niet veel ouder dan ik, heeft COPD en is aan mij overgedragen als ‘COVID-19-positief’ en klinisch verslechterend. Alle vitale functies/controles zijn slecht en de verpleegkundige twijfelt over ‘wat te doen’. De patiënt geeft aan: “Laat me maar”. Ik kan hem toch niet zomaar laten?  Ik wil in ieder geval de situatie draaglijker maken en ’vooral niet beschadigen.’ Ik heb veel steun aan dat oude adagium. Daags erna dankt de familie voor het milde verloop bij hun broer.

Om 13.00 uur verschijnt een ‘pop-up’ op mijn smartphone voor een webinar over advance care planning (ACP)  bij COVID-19. Op paaszondag? Door een longarts? Zal ik hem bellen om eerst een dag met mij mee te komen lopen? Juist ja! Geen cynisme! Vandaag andere prioriteiten. Maar waarom plots die lawines aan webinars over symptoombestrijding en palliatie? Hoe moet dat vanaf een computerscherm of smartphone? ACP leer je in de praktijk, tijdens de interactie met de patiënt. Voor de persoon in kwestie begrijpen wat ‘de juiste maat is’ en daar de doelen bij formuleren.  Zorg- en ziekteprognose aan elkaar koppelen. Misschien moet ik daar eens een webinar over organiseren…

Reguliere zorg is opvallend beperkt in de diensten de laatste tijd. Patiënten hebben vooral sociaal-maatschappelijke gebreken. Ze missen hun dierbaren, zeker met Pasen. Ze missen de bezigheden, de wandelingen, de groepsgym. Een ‘reguliere’ patiënt zie ik vanwege een epicondylitis. In de huiskamer van de afdeling zitten een aantal mensen naar een leeg St. Pietersplein in Rome te kijken. De dokter wordt gegroet, maar ze hebben hem niet nodig. De Heilige Vader oogt ook al net zo eenzaam als deze mensen. Helemaal alleen ‘voor de stad en de wereld’.

Routine is er in de recente diensten al evenmin. Voortdurend dingen nazoeken en mijn verstand pijnigen. Mag ik werk weigeren als men mij geen PBM biedt, dokter? Moeten verdachte patiënten in druppelisolatie blijven, ondanks dat ze niet getest worden? Kan een PCR-test toch vals negatief zijn? Wat te doen met een ‘negatieve patiënt’ die ze op een ‘vuile afdeling’ willen plaatsen? Familie wil hun vader naar huis halen, kan dat zomaar? Hoeveel PBM-materiaal moeten we aan familie verstrekken? Moet ik bij schouwen al dat materiaal gaan verspillen? Leve de nieuwsbrieven van Verenso!

De volgende ochtend toch nog reguliere zorg. Een mevrouw met dementie is erg onrustig en  op haar achterhoofd gevallen. Of ik de wond wil beoordelen en eventueel wil hechten. Mevrouw wil niet en verzet zich tegen onderzoek. Zal ik empatisch of directief reageren? Ook het antwoord op deze vraag is geen routine. Ik kies voor het eerste.


Mathieu Prevoo

Bestuurder Wetenschap en Opleiding